Tuchtrecht

Dubieuze factuur voorgelegd aan fiscus

Een accountant-administratieconsulent verandert de omschrijving van een factuur om belasting te besparen voor zijn cliënt en legt de factuur voor aan de Belastingdienst. Zo doet hij mee aan oneerlijk en onoprecht zaken doen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/746
Datum uitspraak:
16 februari 2017
Oordeel:
beroep ongegrond / klacht gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:57

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een grootaandeelhouder verkoopt de helft van de aandelen in een bedrijf in meet-, regel- en procestechniek. De verkoper zal nog de helft van de winst krijgen over het volgende boekjaar. De boekhouder van de koper zal de hoogte daarvan bepalen. De verkoper wil zijn vennootschap nog één ton laten factureren bij de meet- en regel-bv wegens “doorberekende ontwikkelingskosten” en komt met drie scenario’s om de winst te verdelen; in twee daarvan zal hij “een speciale factuur” sturen.

De boekhouder van de koper heeft een voorkeur voor het scenario zonder speciale factuur, omdat zo’n factuur ongebruikelijk en fiscaal-juridisch onjuist is. Na overleg met zijn accountant-administratieconsulent kiest de verkoper voor de speciale factuur. Deze factuur zal de winst van de meet- en regel-bv drukken; de koper loopt in dit scenario geen fiscaal risico, zegt de verkoper.

De koper wil de speciale factuur alleen accepteren als de Belastingdienst de aftrek van de factuur als ‘zakelijke kosten’ toestaat. Alle gemaakte uren zijn immers al gefactureerd in de managementvergoeding. De bv van de verkoper past de omschrijving en de datum van de factuur aan. De omschrijving wordt ‘afrekening vergoeding kennis (intellectueel eigendom) en licenties over de periode 2010 tot en met 2013’.

De accountant polst de Belastingdienst, die akkoord gaat met de aftrek van de factuur als een soort afkoopsom van de kennis. Aan de betrokken belastingadviseur schrijft de accountant triomfantelijk: “Zo zie je maar, als je het maar probeert”. De belastingadviseur is vooral bezorgd over de aftrekbaarheid van de loonbelasting op holding-niveau “aangezien een vergoeding voor kennisoverdracht kan worden gezien als een aanvulling op de managementvergoeding”.

De accountant zegt dat hij duidelijk met de inspecteur heeft besproken dat het een afkoop is van de kennis en geen vergoeding voor arbeid. De accountant en de boekhouder blijven het op diverse punten oneens met elkaar, onder meer over de factuur. De accountant schrijft dat er voor de boekhouder en de belastingadviseur van de koper een uitdaging zou moeten liggen om er fiscaal het maximale voor hun cliënt uit te slepen binnen de afspraken met de fiscus en dat het er niet op lijkt dat zij dat nu doen.

De boekhouder schrijft dat de koper nooit akkoord is gegaan met die factuur. Hij voegt eraan toe dat de accountant deze factuur heeft geïnitieerd, louter en alleen vanwege de wens van de verkoper om belaste omzet te creëren in zijn holding. “Jullie hebben het om die reden toen de naam ‘afrekening vergoeding kennis en licenties over de periode 2010 t/m 2013’ gegeven. Deze gang van zaken is onacceptabel voor ons.”

De accountant vindt dat:

  • de boekhouder niet moet proberen de feiten te verdraaien;
  • de koper schriftelijk en mondeling heeft bevestigd akkoord te gaan met de factuur en hem daar zelfs over heeft gebeld;
  • de accountant dit desgewenst onder ede zal bevestigen;
  • de boekhouder “nu ook eens het voortouw in betrouwbaarheid” moet nemen en zich niet moet laten leiden door “de gedachtespinsels” van de koper.

De koper dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een berisping op. De accountant gaat hiertegen in hoger beroep.

Beroepsgronden

  • Het gaat niet om een dubieuze factuur.
  • De Belastingdienst is akkoord gegaan met de fiscale behandeling van de factuur.
  • De winst is niet op een fiscaal gunstige manier afgeroomd.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

De accountant heeft ook in hoger beroep niet kunnen uitleggen waarom de omschrijving van de factuur van ‘doorberekende ontwikkelingskosten’ d.d. 1 september 2013 op 1 december 2013 is gewijzigd in ‘afrekening vergoeding kennis (intellectueel eigendom) en licenties over de periode 2010 t/m 2013’. Hij heeft alleen gezegd dat dit zonder bedoeling is gebeurd. Desgevraagd heeft hij ook niet kunnen uitleggen voor welke kennis de vergoeding moest worden betaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is het daarom met de Accountantskamer eens dat de accountant:

  • geen maatregelen heeft genomen om de bedreiging voor de naleving van de fundamentele beginselen weg te nemen;
  • heeft nagelaten bij de verkoper nadere inlichtingen te vragen en verkregen informatie te verifiëren;
  • ten onrechte niet heeft geprobeerd de verkoper te overtuigen dat de dubieuze factuur onjuist was;
  • heeft nagelaten zich te distantiëren van het gebruik van die factuur.

De omstandigheid dat de Belastingdienst akkoord is gegaan met de factuur op basis van de inlichtingen die de accountant heeft verstrekt, doet niets af aan de verplichtingen van de accountant. De Belastingdienst wist namelijk niet dat de omschrijving van de factuur was gewijzigd en dat die aanpassing omstreden was. De accountant had ervoor moeten zorgen dat hij niet in verband werd gebracht met niet eerlijk en niet oprecht zaken doen.

Maatregel

Berisping.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.