Tuchtrecht

Dubbelrol bij conflict voortgezet

Een accountant-administratieconsulent bleef werken voor de onderneming toen de dga’s daarvan ruzie kregen en bleef ook werken voor één van de dga’s. Ook toen één van de dga’s de opdracht opzegde namens de onderneming weigerde hij zijn dubbelrol te beëindigen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/782
Datum uitspraak:
19 januari 2017
Oordeel:
beroep ongegrond / klacht deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:16

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee dga’s hebben ieder de helft van een onderneming. De accountant van de ene, een AA, gaat ook accountantswerkzaamheden uitvoeren voor de onderneming. In 2012 zeggen de accountant en de dga dat de tweede dga een nieuwe managementovereenkomst moet tekenen. Dat doet de tweede dga niet.

De tweede dga wil minder werken in de onderneming. In de bespreking hierover laat deze dga zich bijstaan door een registeraccountant. De AA maakt een verslag van de bespreking. Beide partijen verschillen van mening over wat er precies is afgesproken. In oktober 2013 beleggen ze een nieuwe bijeenkomst. De AA maakt weer een verslag van de bespreking en de RA past de tekst hier en daar aan.

In 2014 gaat de tweede dga minder werken wegens gezondheidsproblemen. Met zijn compagnon bespreekt hij zijn toekomst bij de onderneming. De RA stuurt daarna een voorstel, dat erop neer komt dat de zieke dga een andere rol zal krijgen en minder zal werken binnen de onderneming tegen een lagere beloning.

De zieke dga krijgt begin 2015 een brief van een advocaat: de compagnon vindt dat de zieke dga vanwege zijn arbeidsongeschiktheid een lagere managementvergoeding moet krijgen. De arbeidsongeschikte dga zegt de opdracht van de onderneming aan de AA op wegens belangenverstrengeling. Omdat hij ook accountant is van de compagnon vertrouwt de zieke dga er niet langer op dat de AA “het juiste belang dient van de onderneming en haar dga’s”.

De AA schrijft in een reactie onder meer dat hij “zijn vertrouwenspositie” niet heeft geschonden en de ontstane situatie “berust op een misverstand” dat is ontstaan “door miscommunicatie als gevolg van een onvolledige en eenzijdige weergave van de setting waarin de bijeenkomst plaatsvond”. De AA schrijft dat hij:

  • zal doorgaan met zijn werk voor de onderneming;
  • al maatregelen heeft genomen om belangenverstrengeling en ondermijning van zijn vertrouwenspositie te voorkomen.

Beide partijen strijden over de vraag of de zieke dga de opdracht aan de AA rechtsgeldig kon beëindigen. De zieke dga dient een klacht in tegen de AA. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. De AA gaat hiertegen in beroep.

Beroepsgronden

  • De dubbelrol was jarenlang geen issue en de klagende dga heeft er in het verleden wel genoegen mee genomen in zijn eigen situatie;
  • de accountant heeft de belangen van de ene dga niet zwaarder laten wegen dan die van de andere;
  • de accountant was open over zijn rol in de discussies over de toekomst van de zieke dga en had daar geen inhoudelijke bemoeienis mee;
  • de accountant is op goede gronden doorgegaan als accountant van de overgebleven dga.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Ook in hoger beroep heeft de accountant geen document overgelegd waaruit blijkt dat hij:

  • de (toenemende) kans op een belangenconflict tijdig heeft onderkend als een mogelijke bedreiging;
  • de situatie heeft beoordeeld;
  • daarvoor een toereikende maatregel heeft getroffen.

Uit een overgelegd e-mailbericht blijkt niet dat hij zijn positie als adviseur duidelijk heeft gemaakt en evenmin dat het risico op conflicterende belangen voor hem aanleiding was niet meer als adviseur op te treden. Als de accountant al heeft geconstateerd dat zijn dubbelrol een probleem kon vormen, dan had hij dat eerder aan de orde moeten stellen. Naar het oordeel van het college had appellant daarbij ook ter discussie moeten stellen of hij in de ogen van zijn opdrachtgevers nog als accountant van zowel de bv als de andere dga kon aanblijven.

Het college begrijpt uit het betoog van de accountant dat hij kennelijk geen probleem zag in die dubbelrol. Het zou inderdaad in het belang van de opdrachtgevers kunnen zijn geweest dat hij zijn dienst niet onmiddellijk beëindigde. Maar dan had hij dat wel moeten bespreken met de opdrachtgevers en in het dossier moeten vastleggen. Omdat de schriftelijke vastlegging hierover ontbreekt, gaat het college ervan uit dat de accountant niet duidelijk is geweest over zijn rollen en daardoor het objectiviteitsbeginsel heeft geschonden.

Dat geldt ook voor de periode na de opzegging van de opdracht door de zieke dga. Ook toen had hij de twijfels aan zijn objectiviteit moeten bespreken met zijn beide opdrachtgevers. De accountant heeft dit niet gedaan, maar in plaats daarvan een brief gestuurd, waarin hij de zieke dga schrijft dat:

  • de dga niet bevoegd was de opdracht namens de bv te beëindigen;
  • hij zijn opdracht niet zou teruggeven.

Volgens het college was dit geen adequate reactie op het signaal dat de accountant beide posities niet kon verenigen. De accountant deed op die manier niets om de zorgen over zijn gebrek aan objectiviteit weg te nemen.

Integendeel, hij versterkte juist de indruk dat hij meer oog had voor de belangen van de compagnon, door dezelfde argumenten te gebruiken als die opdrachtgever. De accountant

heeft ten onrechte niet onderkend dat hij door deze reactie zijn positie als accountant van de onderneming niet meer houdbaar was:

  • zolang de twijfelende dga nog aandeelhouder/bestuurder was;
  • nadat de advocaat van de twijfelende dga hem had gesommeerd die werkzaamheden te staken.

De accountant heeft herhaaldelijk gezegd dat hij de belangen van de onderneming en de aandeelhouders zo goed mogelijk wilde behartigen, maar heeft ten onrechte gemeend zijn werkzaamheden in beide rollen te kunnen voortzetten. Het college vindt dan ook net als de Accountantskamer dat de accountant het objectiviteitsbeginsel heeft geschonden.

Maatregel

Berisping.

De accountant vindt de opgelegde berisping gegeven de omstandigheden niet terecht en te zwaar. Het college ziet geen aanleiding om een lichtere maatregel op te leggen. Ook al zou hij de belangen van de zieke dga niet hebben geschaad, zoals hij beweert - door de werkzaamheden voor de onderneming voort te zetten heeft hij:

  • op twee verschillende momenten de fundamentele beginselen niet nageleefd;
  • niet (adequaat) gehandeld toen de mogelijke bedreiging voor zijn objectiviteit zich voordeed;
  • niet (adequaat) gehandeld toen hij met een concrete bedreiging werd geconfronteerd.

Annotatie Lex van Almelo

Je kunt als accountant niet gewoon doorwerken voor een onderneming en één van de dga’s als die ruzie krijgt met de/een andere dga. Bij een dreigend belangenconflict moet je de situatie bespreken met alle dga’s en adequate maatregelen treffen om de objectiviteit te waarborgen. Bovendien moet je een en ander vastleggen.

De beste oplossing is doorgaans stoppen voor één van de opdrachtgevers, maar dat hoeft niet altijd. In dit geval wel, omdat één van de dga’s de opdracht namens de onderneming opzegde. De accountant reageerde zo inadequaat op de opzegging dat hij het wantrouwen alleen maar aanwakkerde. Hij wilde naar eigen zeggen per se doorgaan in het belang van de onderneming. Die goede bedoeling maakte hem niet alleen blind voor de kans op een bedreiging voor zijn objectiviteit, maar ook voor de bedreiging zelf. Of de wantrouwende partij feitelijk nadeel ondervindt van het gebrek aan objectiviteit doet daarbij niet ter zake.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.