Tuchtrecht

Bindend adviseur mag uitgaan van opvatting van één der partijen

Dat een accountant als bindend adviseur niet de opvatting van de klager maar die van de andere aandeelhouder als uitgangspunt heeft genomen, betekent nog niet dat hij niet onafhankelijk of niet onpartijdig is geweest.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/2454 Wtra AK
Datum uitspraak:
03 maart 2017
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
bevestigd, 5 december 2017, 17/263
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:17, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee aandeelhouders van een bv liggen in de clinch. Na bemiddeling van de Rechtbank Lelystad geven zij een registeraccountant de opdracht om:

  • de waarde van de aandelen in per 31 december 2007 vast te stellen;
  • een bindend advies uit te brengen over de hoogte van de verschillende rekening-courantverhoudingen die volgt uit de aandelenkoopovereenkomst die beiden hebben gesloten;
  • te kijken naar een vaststellingsovereenkomst tussen beide aandeelhouders.

Eén van de aandeelhouders heeft commentaar op de werkwijze van de accountant en dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant:

a. was niet onafhankelijk ofwel partijdig;

b. heeft een onjuiste beoordeling gegeven op grond van een verkeerde werkwijze;

c. heeft inhoudelijke onjuistheden in het advies gezet;

d. heeft de opdracht te traag uitgevoerd.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Ad a

Voor het tuchtrecht en het civiele recht geldt dat de bindend adviseur-accountant de benodigde beoordelingsruimte moet hebben bij het invullen en uitvoeren van de opdracht. De klager heeft onvoldoende onderbouwd dat de accountant niet onafhankelijk en niet onpartijdig is geweest en is uitgegaan van onjuiste en gemanipuleerde cijfers en van conceptjaarrekeningen die door de andere aandeelhouder zijn aangeleverd.

Ook als bindend adviseur moet een accountant - naar de maatstaven van de civiele rechter - onafhankelijk en onpartijdig optreden. Dat de accountant niet de opvatting van de klager maar die van de andere aandeelhouder als uitgangspunt heeft genomen voor zijn bindend advies, betekent op zichzelf niet dat hij niet onafhankelijk of niet onpartijdig is geweest. Verder zijn er geen omstandigheden aangevoerd die erop wijzen dat de accountant niet objectief zou hebben gehandeld.

Ad b en c

De klager heeft niet voldoende (met stukken) onderbouwd dat de accountant onjuistheden heeft geschreven over:

  • de management fee;
  • de race/bmx-kosten;
  • de verdwenen motoren;
  • de claim van een derde;
  • kasgeld;
  • autokosten;
  • huurdeclaraties;
  • de nota van de andere aandeelhouder.

Wat betreft de management fee van 51.000 euro heeft de accountant onder meer aangevoerd dat hij zich moest behelpen met niet vastgestelde cijfers over 2008 tot en met 2011 en moest uitgaan van het historisch perspectief van de verantwoording van de personeelskosten inclusief management fee. Daarbij kwam dat de arbeidsinspanning van de andere aandeelhouder niet was gemaximeerd.

De accountant heeft geconcludeerd dat beide aandeelhouders van 2007 tot en met 2011 jaarlijks ieder een managementvergoeding van 51.000 euro hebben ontvangen. Hij hoefde niet te onderzoeken of die vergoeding redelijk en billijk was, ook al had de klager bezwaar gemaakt tegen de hoogte van dat bedrag nadat de accountant aan zijn werk was begonnen. De Accountantskamer vindt de werkwijze van de accountant niet onjuist.

Gezien het gemotiveerde verweer tegen de overige - niet, danwel summier onderbouwde - verwijten zijn ook deze klachtonderdelen ongegrond.

Ad d

De klager heeft onvoldoende onderbouwd dat de accountant de opdracht eerder had kunnen afronden.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.