Tuchtrecht

Inbrengbeschrijving kritiekloos overgenomen

Een registeraccountant heeft bij de inbrengbeschrijving te weinig onderzoek gedaan en verzuimd kritische vragen te stellen bij de prognose die zijn opdrachtgever aanreikte.*

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/1994 Wtra AK
Datum uitspraak:
30 januari 2017
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:12

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een aannemer neemt de activa en passiva en de overige goederen, rechten en verplichtingen over van een bv. Het aannemersbedrijf geeft 99 aandelen uit en betaalt daarmee de overname. De huisaccountant van de aannemer, een registeraccountant, begeleidt het overnametraject. Een accountant-administratieconsulent van hetzelfde kantoor is de accountant van de bv. Volgens de geheimhoudingsovereenkomst zullen de RA en de AA elkaar de informatie verstrekken namens hun cliënten.

Eind 2014 passeert een notaris de notariële akte ‘inbreng bij uitgifte aandelen’. Het aannemersbedrijf heeft een beschrijving gemaakt van de inbreng (zoals bedoeld in artikel 2:204b BW) per 1 oktober 2014. De activa en passiva die de bv moet inbrengen worden gewaardeerd op 293.505 euro, inclusief 267.000 euro aan goodwill.

Het aannemersbedrijf verstrekt de bv een lening van 35.000 euro. In september 2015 wordt de bv failliet verklaard.

Het aannemersbedrijf krijgt een nieuwe accountant van hetzelfde kantoor, ook een accountant-administratieconsulent. De nieuwe AA vraagt de notaris of de akte van inbreng kan worden aangepast of aangevuld. De nieuwe AA heeft namelijk berekend dat er feitelijk geen goodwill is of hooguit voor een gering bedrag. In mei 2016 stelt het aannemersbedrijf de RA aansprakelijk voor de schade van 77.000 euro die het bedrijf heeft geleden.

Als de RA niet reageert op de brief dient het aannemersbedrijf een klacht tegen hem in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. bij zijn advisering, begeleiding en waardering van de inbreng twee heren gediend met tegenstrijdige belangen: de bv had belang bij een hoge waardering van de inbreng, het aannemersbedrijf bij een lage;

b. een volstrekt incorrecte waardering van de goodwill verstrekt en verzuimd om het aannemersbedrijf af te raden om akkoord te gaan met de inbreng;

c. ten onrechte de geldlening niet afgeraden, niet gewezen op de risico’s en daarmee de belangen van de bv laten prevaleren boven die van het aannemersbedrijf;

d. er ten onrechte niet voor gewaarschuwd dat de loonkosten en afvloeiingsregeling voor een medewerkster van de bv voor rekening zou komen van de werkmaatschappij, omdat de bv die niet kon betalen, terwijl bij de inbreng was afgesproken dat de bv het dienstverband met deze medewerkster zou beëindigen.

Oordeel

Klachtonderdeel b is gegrond; de rest van de klacht is ongegrond.

Ad a

Een accountant moet iedere situatie vermijden die zijn professionele oordeelsvorming op een ongepaste wijze beïnvloedt, bijvoorbeeld door een belangenverstrengeling. Als de accountant de bedreiging voor zijn objectiviteit niet kan afwenden, moet hij de gevraagde dienst niet verlenen.

Volgens de Accountantskamer is duidelijk dat:

  • de bv geen cliënt was van de RA;
  • de RA en AA ieder voor hun eigen cliënt hebben gewerkt;
  • beide accountants daarvoor elk hun eigen verantwoordelijkheid dragen;
  • volgens vaste jurisprudentie beide accountants ook tuchtrechtelijk bezien elk hun eigen verantwoordelijkheid dragen.

Niets wijst erop dat de objectiviteit van de RA tegenover het aannemersbedrijf onder druk is komen te staan of dat die werd bedreigd.

Ad b

In de jaren vóór de inbreng had de bv volgens de aannemer alleen in boekjaar 2013 een enigszins goed en normaal resultaat. In 2014 was de omzet aanzienlijk lager en het resultaat zwaar negatief. Het eigen vermogen van de bv was positief, maar er moest rekening worden gehouden met een niet verhaalbare vordering op de dga die 80 procent van het totale bv-vermogen uitmaakte. Het werkkapitaal per 2014 was 318.000 euro negatief en de continuïteit daardoor uitermate onzeker.

De bv ging ook daadwerkelijk failliet. Als er al goodwill was in de bv dan was die volgens de aannemer veel minder dan het bedrag waarvoor die werd gewaardeerd bij de inbreng. Toen de akte van inbreng werd gepasseerd, was er voor 408.000 euro aan kortlopende schulden, die de bv zeker nooit kon betalen, waaronder een belastingschuld van 125.000 euro.

Volgens de RA was de waardering van de goodwill ad 267.000 euro gebaseerd op een prognose die de aannemer en de directeur van de bv juist vonden. De toekomstige resultaten waren op de gebruikelijke manier berekend op basis van de discounted cashflow-methode. De RA had nog mondeling geadviseerd om een due diligence-onderzoek te laten doen. Samen met een assistent van het kantoor is een waardering opgesteld voor de bv in het aannemersbedrijf. Deze is besproken in een gezamenlijk overleg van de aannemer, de RA en de AA. Omdat beide partijen zich konden vinden in de waardering hebben zij deze als uitgangspunt genomen voor hun transactie.

De RA zou de inbreng begeleiden en had dat volgens de Accountantskamer moeten doen in overeenstemming met NV COS 5500N Transactiegerelateerde adviesdiensten en met de overeengekomen opdrachtvoorwaarden. Voor een waardering schiet een enkele bespreking met de aannemer en de AA tekort in het licht van deze standaard. Op basis van deze standaard had de RA:

  • de opdrachtvoorwaarden moeten vastleggen;
  • een planning moeten maken voor een effectieve uitvoering van werkzaamheden;
  • alles moeten documenteren dat van belang is om aan te tonen dat de opdracht is uitgevoerd in overeenstemming met deze standaard;
  • op effectieve manier de werkzaamheden moeten uitvoeren die de opdrachtgever beoogde met de opdracht;
  • met een kritische opstelling vragen moeten stellen ten behoeve van de inbrengbeschrijving en zijn bevindingen daarover delen met zijn cliënt.

De RA heeft niet kunnen aantonen dat hij:

  • zich kritisch heeft opgesteld;
  • heeft voldaan aan de essentiële werkzaamheden;
  • heeft gezorgd voor een zorgvuldig voorbereide waardering van de overgenomen activa en passiva.

Door de gebrekkige vastlegging kan de Accountantskamer niet beoordelen of de RA de aannemer had moeten adviseren af te zien van de transactie. Een schriftelijke opdrachtbevestiging had misverstanden kunnen voorkomen over de doelstelling en de reikwijdte van de opdracht en de omvang van de verantwoordelijkheid van de RA.

Ad c

De accountant zegt dat hij de aannemer niet heeft geadviseerd over de geldlening. De aannemer zou zelf al in oktober 2014 hebben beslist om de lening te verstrekken vanwege de liquiditeitsproblemen van de bv. Volgens de RA was het niet zinnig om ná het aangaan van de geldlening nog te wijzen op de risico’s, die toen ook nog niet speelden. De aannemer heeft dit volgens de Accountantskamer onvoldoende tegengesproken en niet aannemelijk gemaakt dat de RA hem over het aangaan van de geldlening heeft geadviseerd.

Ad d

De aannemer heeft geen stukken overgelegd of zijn standpunten anderszins onderbouwd. Volgens de Accountantskamer hebben de aannemer en de RA kennelijk een uiteenlopende perceptie op dit punt.

Maatregel

Waarschuwing.

Annotatie Lex van Almelo

Inbrengbeschrijving

De Accountantskamer zegt dat het begeleiden van de opstelling van een inbrengbeschrijving een transactiegerelateerde adviesdienst is, waarop NV COS 5500N van toepassing is. In 2013 zei de Accountantskamer dat de inbrengverklaring een vorm van assurance is. Oud-NBA-medewerker en tuchtrechtvolger Jan Achten vond dit een vergissing. In oktober 2016 liet de Accountantskamer in het midden of het bij een inbrengverklaring gaat om assurance dan wel dat standaard 5500N van toepassing is.

In dit geval gaat het dus niet om een verklaring, maar om een beschrijving. Voor de uitkomst van deze zaak maakt de standaard overigens niet uit, in beide gevallen schieten de werkzaamheden van de accountant tekort.

Objectiviteit

Over de objectiviteit zegt de Accountantskamer niets nieuws: je moet toereikende maatregelen treffen tegen een bedreiging. Wat toereikend is, verschilt van geval tot geval.

De RA had nog uitgelegd dat hij en de AA’s werkten in verschillende, afgescheiden teams, met andere medewerkers. Dit ligt volgens hem vast “in de automatisering”, terwijl “de netwerkstructuur” zo is ingericht “dat dossiers van verschillende teams niet voor& medewerkers van een ander team toegankelijk zijn”. De Accountantskamer zegt dat de accountant ieder voor hun eigen cliënt werkten en beiden hun eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid hadden. Daarmee was de objectiviteit tegenover de aannemer gewaarborgd. De RA heeft niet twee heren gediend.

Dat laatste is juist, maar de uitkomst bevredigt niet helemaal. De RA heeft zich niet kritisch opgesteld. Hoe komt dat? Vermoedelijk door gemakzucht: als beide partijen ermee akkoord zijn en (zo beweert de RA) zijn advies om een due diligence-onderzoek uit te voeren in de wind slaan, moeten ze het zelf maar weten. Dat de RA de deplorabele staat van de bv niet kende en niet doorzag dat de post goodwill was opgeblazen, lijkt een aanwijzing dat de Chinese Wall binnen het kantoor werkt.

Het gebrek aan objectiviteit lijkt vooral te kleven aan de huisaccountant van de bv. Zijn opvolger plaatste meteen vraagtekens bij de opgevoerde goodwill. In deze zaak klaagt de aannemer echter niet over de huisaccountant, die een eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid heeft.

Een tweede verklaring voor het gebrek aan scherpte bij de RA zou kunnen zijn dat hij zaken deed met een kantoorgenoot. Ik vermoed dat de RA kritischer was geweest als hij bij de overname een accountant van een ander kantoor tegenover zich had gehad. Of zijn oordeel hier daadwerkelijk is aangetast door zijn kantoorgenoot staat niet vast en dat die kantoorgenoot ongepaste invloed heeft uitgeoefend evenmin. Het is echter een feit dat bij de aannemer de schijn van belangenverstrengeling ontstaan. En wie weet, heeft de RA de schijn ook tegen in de ogen van de lezer.

*) Dit is de herziene versie van een eerdere samenvatting

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.