Tuchtrecht

Heimelijk bijklussen niet integer

Een registeraccountant negeerde het concurrentiebeding en deed van alles achter de rug van zijn werkgever om. Dat zijn werkgever baat had bij die activiteiten gelooft de tuchtrechter niet.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/723
Datum uitspraak:
18 januari 2017
Oordeel:
beroep ongegrond / klacht gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:17

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant moet als director van een compliancebedrijf onder meer advies-, sales- en marketingwerkzaamheden verrichten. Volgens het concurrentiebeding mag hij niet bijklussen. Dat doet hij wel. Zo stelt hij een automatiseringsplan op voor een schadeverzekeraar, die hij op persoonlijke titel een factuur stuurt van 21 duizend dollar.

Aan de managing director van een accountantskantoor in Suriname meldt hij per e-mail dat hij “het Handboek Organisatie van de CBvS” nog afmaakt. Hij voegt eraan toe: dit “gaat buiten PS om (…) Daar weten ze niets van, wil ik ook zo houden”. Een tijdje later rept hij via LinkedIn en in e-mails van een Masterclass Public Control die hij heeft gegeven op Sint Maarten. In de maanden daarop correspondeert hij met een functionaris van het Algemeen Pensioenfonds Sint Maarten over het voorstel om voor bedrijven aldaar een workshop te organiseren over “het opstarten van een internal audit project”.

In dezelfde periode meldt de accountant zich ziek. Later komt uit dat hij tijdens zijn ziekte via een videoverbinding vanuit Nederland een presentatie heeft gehouden op een internationale conferentie. In het curriculum vitae voor deze conferentie schrijft de accountant dat hij sinds 2011 als partner is verbonden aan één van de dochter-bv's van zijn werkgever. Deze bv omschrijft hij als adviesbureau voor organization structuring, governance, risk management en compliance. Ook blijkt hij tijdens het ziekteverlof te hebben deelgenomen aan een symposium over management van innovaties aan de Erasmus School of Accounting & Assurance in Rotterdam.

Niet lang daarna krijgt de accountant zijn ontslag aangezegd vanwege “een strategiewijziging”, waarin zijn profiel niet past. Eind september 2014 wordt de arbeidsovereenkomst met hem beëindigd. Daarbij worden de ontvangen honoraria en de geleden schade verrekend.

De werkgever dient een klacht tegen de accountant in. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een berisping op. De accountant gaat hiertegen in hoger beroep.

Beroepsgronden

  1. het gaat om een arbeidsgeschil, dat buiten de reikwijdte van het accountantstuchtrecht valt en waarbij het algemeen belang noch de reputatie van het accountantsberoep in het geding is;
  2. het in privé sturen van een factuur valt niet onder het bereik van artikel A-150.1 van de Verordening gedragscode, want die bepaling slaat primair op de verhouding tussen accountant en cliënt en niet op de interne verhouding tussen een werknemer en zijn werkgever;
  3. in het kader van acquisitie en sales is deelname aan seminars en conferenties gebruikelijk en volgens de arbeidsovereenkomst is het inkomen deels afhankelijk van de binnengebrachte omzet; in deze context kun je niet zeggen dat de eer en goede naam van het accountantsberoep en/of het algemeen belang in het geding is gebracht;
  4. het accountantsberoep is ook niet in diskrediet gebracht, omdat de organisator en de deelnemers van de internationale HR-conferentie positief zijn over de presentatie van de accountant;
  5. een berisping is passend als de Accountantskamer vindt dat het optreden van de accountant onzorgvuldig is; als de kamer vindt dat de accountant voortaan zorgvuldiger moet zijn, hoort een waarschuwing te worden opgelegd; de Accountantskamer heeft ten onrechte een aantal omstandigheden niet meegewogen.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Ad 1

Het accountantstuchtrecht beperkt zich niet tot de kern van de accountantswerkzaamheden. Het wetsvoorstel voor de Wet tuchtrechtspraak accountants is bij de vierde nota van wijziging (Kamerstukken II, 2006-2007, 30 397, nr. 12) zo aangepast dat alle klachten over het beroepsmatig handelen van accountants direct aan de Accountantskamer kunnen worden voorgelegd.

Bij de inwerkingtreding van de Wet op het accountantsberoep op 1 januari 2013 is de werkingssfeer van het tuchtrecht zo aangepast dat daaronder ook andere gedragingen vallen, mits die andere gedragingen te allen tijde van invloed zijn op de uitoefening van het beroep (Kamerstukken II, 2011-2012, 33 025, nr. 3, blz. 27 en 28). In de Wet op het accountantsberoep (artikel 42 lid 1) staat dat de accountant aan tuchtrechtspraak is onderworpen “ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep”.

In deze zaak gaat het over beroepsmatig handelen in de hiervoor bedoelde zin. Deze gedragingen vallen dus binnen de reikwijdte van zowel de Wet op de Registeraccountants als de Wet op het accountantsberoep. De activiteiten van de accountant liggen op het terrein van (public) governance, audit en control. De accountant is in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen niet eerlijk en oprecht geweest door in strijd met zijn arbeidscontract buiten medeweten van zijn werkgever werkzaamheden uit te voeren voor derden en/of zaken voor eigen rekening.

Ad 2

De Accountantskamer heeft gezegd dat alle klachtonderdelen moeten worden getoetst aan de VGBA, maar dat klachtonderdeel 1 valt onder de VGC. Daarmee heeft de Accountantskamer geen inhoudelijk oordeel gegeven over de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid van dit klachtonderdeel. Zoals gezegd slaan de genoemde artikelen A-110.1 en A-150.1 van de VGC niet alleen op de verhouding tussen accountant en cliënt maar in sommige gevallen ook op de interne verhouding van de accountant met zijn werkgever.

De accountant heeft de factuur van 21.000 dollar in privé gestuurd en heeft in juli 2013 aan de managing director van het accountantskantoor in Suriname geschreven dat zijn werkgever niets wist van zijn activiteiten en dat dit wat hem betreft zo moest blijven. Als het waar is dat hij die werkzaamheden uitvoerde om goodwill te kweken met het oog op toekomstige opdrachten voor zijn werkgever, blijft onduidelijk waarom de accountant die dan buiten het zicht van zijn werkgever wilde houden.

De accountant zegt dat hij het niet raadzaam vond de activiteiten te melden, omdat zijn werkgever een financieel geschil had met zijn opdrachtgever. Het college snapt niet waarom dit een reden zou zijn om geen open kaart te spelen, te meer omdat de accountant overigens steeds heeft gezegd dat partijen “on speaking terms” zijn gebleven. Ook het college vindt dat de accountant het integriteitsbeginsel heeft geschonden en het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht en daardoor ook het professionaliteitsbeginsel heeft geschonden.

Dat het (ook) binnen het compliancebedrijf gebruikelijk is om klanten te werven door bijvoorbeeld conferenties bij te wonen en presentaties te geven, neemt niet weg dat de accountant tegenover zijn werkgever niet transparant is geweest over de acquisitieactiviteiten. De accountant heeft deze activiteiten bijvoorbeeld niet besproken tijdens het wekelijkse teamoverleg waarin mogelijke en lopende ‘leads’ werden doorgenomen. Hierdoor is niet duidelijk dat hij de acquisitieactiviteiten ondernam ten behoeve van de opdrachtenportefeuille van zijn werkgever.

Ad 3 en 4

Door zijn werkgever niet in te lichten over de activiteiten heeft de accountant de indruk gewekt dat hij daarbij niet de belangen van zijn werkgever voor ogen had. Dat de accountant bijdroeg aan een Masterclass Public Control op Sint Maarten om meer ‘exposure’ voor zijn werkgever te krijgen en hij daar dus actief was voor zijn werkgever valt niet te rijmen met wat hij elders zegt, namelijk dat hij voor deze activiteit vakantiedagen heeft opgenomen en dat de opdrachtgever zijn verblijfskosten betaalde. Die feiten wijzen er eerder op dat hij niet voor zijn werkgever bezig was.

De accountant heeft het Algemeen Pensioenfonds Sint Maarten voorgesteld om voor bedrijven op Sint Maarten een workshop te organiseren over het opstarten van een internal audit-project. In de e-mailberichten die de accountant hierover stuurde heeft hij in het midden gelaten voor wie hij acquireerde. Dat de deelname aan het symposium tijdens zijn ziekte niets van doen had met acquisitie heeft de accountant niet bestreden.

Voor de presentatie op de conferentie voor Centrale Banken in de Caraïbische regio heeft de accountant de organisator desgevraagd geantwoord dat de beloning voor zijn bijdrage een donatie moest worden voor een goed doel te Paramaribo, onder vermelding van hemzelf als donateur. De accountant heeft dit niet overlegd met zijn werkgever en de feiten wijzen er niet op dat hij bij die conferentie met name de ‘exposure’ van zijn werkgever voor ogen had.

De accountant heeft:

  • hierbij de fundamentele beginselen van integriteit en van professioneel gedrag geschonden nu hij zijn werkgever niet heeft geïnformeerd over de genoemde activiteiten;
  • op zijn minst de indruk gewekt dat hij bij die activiteiten niet alleen de belangen van werkgever voor ogen had.

Over de marketing van professionele diensten zegt het college niets, omdat de accountant niet wordt verweten dat hij het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht toen hij zichzelf aanprees.

Maatregel

Berisping. Er is geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.