Oud-kantoorgenoot onjuist beschuldigd van malversaties
Een registeraccountant en een accountant-administratieconsulent sturen berichten rond, waarin zij een vertrokken kantoorgenoot ten onrechte beschuldigen van "ernstige financiële malversaties" en diefstal.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/822 en 15/823 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 15 februari 2016
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- berisping resp. waarschuwing
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2016:12
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een accountant-administratieconsulent brengt de aandelen van zijn holding in bij een accountantskantoor, waarvoor hij en zijn vrouw gaan werken. De AA wordt medebestuurder van het kantoor en in zijn managementovereenkomst staan een relatie- en een concurrentiebeding.
In april 2013 ontstaan er “strubbelingen” en stopt de samenwerking. De twee overgebleven eigenaren en naamgevers van het kantoor – een RA en een AA - sturen de kantoorrelaties in juni 2014 een brief. Daarin schrijven zij dat de vertrokken AA “met onmiddellijke ingang” niet meer verbonden is aan het kantoor “vanwege gebleken ernstige financiële malversaties en ernstige benadeling van ons kantoor”. Zij voegen eraan toe dat ook twee medewerkers van de vertrokken AA hem diens handelwijze “zeer kwalijk” nemen.
In kort geding eisen de naamgevers een boete van de vertrokken AA wegens overtreding van het relatie- en het concurrentiebeding. De voorzieningenrechter ziet echter geen bewijs voor de overtreding en ook niet voor ander onrechtmatig handelen. De naamgevers gaan niet in hoger beroep tegen dit vonnis.
Niet lang daarna schrijft de eigenaar/registeraccountant aan een relatie onder meer: “U weet zeer wel, dat (de vertrokken AA) ernstige malversaties heeft gepleegd…” In maart mailt de eigenaar/registeraccountant aan een zakenrelatie onder meer dat de vertrokken AA net doet alsof hij de facturen van die relatie heeft betaald van het geld dat hij van het kantoor heeft “geleend”. Volgens de RA is de vertrokken AA binnen het kantoor “een kantoor voor zichzelf begonnen”. “Hij heeft klanten proberen weg te halen en hij heeft ook diverse omzet ‘achterover gedrukt’ en gestolen van ons. Verder heeft hij heel veel omzetschade veroorzaakt door onrechtmatige concurrentie.” Ook zou de AA “de meeste van onze klanten (…) wegstelen”.
De vertrokken AA dient een klacht in tegen de registeraccountant en de AA die eigenaar zijn van het kantoor.
Klacht
De accountants hebben ongenuanceerde en onbewezen beschuldigingen aan het adres van klager en zijn echtgenote verspreid en zijn ook na de rechterlijke uitspraak doorgegaan met het verspreiden van laster.
Oordeel
De klacht is gegrond.
Volgens de Accountantskamer rechtvaardigt het niet naleven van het relatie- en concurrentiebeding niet het gebruik van het woord “malversaties”. Dat impliceert immers dat er sprake is van verduistering van toevertrouwde gelden of van fraude. De eigenaren hadden dit niet mogen schrijven over de vertrokken AA en zijn echtgenote.
Dat geldt ook voor de mail die de registeraccountant/eigenaar in december 2014 verstuurde. Bovendien had de rechter vastgesteld dat de bedingen niet waren overtreden. De eigenaren hebben met de bewoordingen “ernstige malversaties” de waarheid geweld aangedaan en in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit. Datzelfde geldt voor het woord “stelen”, dat de registeraccountant gebruikte in de e-mail.
Maatregel
Beide accountants hebben de vertrokken AA bewust “in een sterk negatief daglicht” gezet in de brief die zij verstuurden naar “een aanzienlijke groep derden”. De eigenaar/AA krijgt een waarschuwing; de eigenaar/RA een berisping.