Contante betalingen kritiekloos verwerkt, maar terecht niet gemeld
Een accountant die een jaarrekening samenstelt door cijfers in te voeren in andermans model moet kritische vragen stellen als contante betalingen niet worden verantwoord in een kasboek. Hij hoeft het ontbreken van een kasadministratie echter niet te melden als ongebruikelijke transactie.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 14/690 en 14/691
- Datum uitspraak:
- 07 juni 2016
- Oordeel:
- beroepen ongegrond, klachten deels gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2016:164
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De FIOD doet een onderzoek bij een stichting die onder meer een abortuskliniek exploiteert. De FIOD vermoedt dat de stichting patiëntenaantallen heeft gemanipuleerd om meer subsidie te kunnen aanvragen bij het College voor Zorgverzekeringen. Verder zou er een omvangrijke stroom contanten zijn zonder dat een kasboek werd bijgehouden.
Omdat veel essentiële formulieren zijn weggegooid, is controle onmogelijk. Op basis van een reconstructie gaat de FIOD ervan uit dat in de jaren 2007 tot en met 2009 minstens 130 duizend euro aan contante ontvangsten voor ‘niet-AWBZ-verrichtingen’ onverantwoord is gebleven. De strafrechter veroordeelt de directeur van de stichting wegens het oplichten van het College voor Zorgverzekeringen met valse subsidieaanvragen voor 2007 en 2008.
In oktober 2010 trekt de interim-directeur van de stichting de jaarrekening 2008 in omdat deze geen juist beeld geeft. Een accountant-administratieconsulent voerde de cijfers voor de jaarrekening in. Dat deed hij in een model van accountantskantoor Deloitte op basis van de administratie van de stichting. Een accountant-administratieconsulent en een registeraccountant van Deloitte voerden de controle uit.
Na het intrekken van de jaarrekening 2008 nemen de controlerend accountants afstand van hun goedkeurende verklaring bij de jaarrekeningen over 2007 en 2008. Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie dient een klacht in bij de Accountantskamer tegen de drie accountants.
De Accountantskamer legt de samenstellend AA een waarschuwing op en de controlerend accountants een berisping. Zowel de AA als het Openbaar Ministerie gaan in hoger beroep.
Beroepsgronden
Van de accountant
De contante betalingen en ontvangsten waren in dit geval zo gebruikelijk en bescheiden dat de accountant als administratieve dienstverlener geen onderzoeksplicht had.
Van het OM
De accountant had een en ander wel degelijk moeten melden als ongebruikelijke transactie. De Accountantskamer heeft ten onrechte buiten beschouwing gelaten dat de accountant niets heeft vastgelegd over wat hij gedaan heeft om de bedreigingen van de fundamentele beginselen weg te nemen.
Oordeel
De beroepen zijn ongegrond.
Onderzoeksplicht accountant
Ook van een accountant-administratieconsulent die werkzaamheden uitvoert als administratief dienstverlener mag een professioneel-kritische instelling worden verwacht. De accountant had de directie moeten wijzen op het ontbreken van een inzichtelijke administratie voor bankstortingen en contante ontvangsten en moeten adviseren een kasboek aan te leggen om de ontvangsten en de reden van betaling bij te houden.
Dit is ook zo als de directie tegenover hem zou hebben bevestigd dat de contante betalingen volledig waren verantwoord. De betalingen moeten immers niet alleen worden verantwoord, maar ook worden vastgelegd voor controle en verificatie. Het geld is ontvangen voor behandelingen die deels werden gefinancierd uit publieke middelen. Daarbij werd per behandeling bepaald hoeveel de patiënt daaraan (vrijwillig) moest bijdragen.
De accountant wist dat de stichting subsidies ontving en moest dus begrijpen dat zij de verrichte werkzaamheden, de kosten en de opbrengsten nauwgezet moest verantwoorden. Door zijn bevindingen en advies niet vast te leggen, heeft hij niet professioneel en niet deskundig gehandeld.
Meldingsplicht
Er bestaan subjectieve en objectieve indicatoren om te beoordelen of een transactie als ongebruikelijk moet worden aangemerkt. Deze zijn opgenomen in de Bijlage bij het Uitvoeringsbesluit Wwft. Volgens de subjectieve indicator ging het destijds om “transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme”.
In tegenstelling tot het OM vindt het college het ontbreken van een kasadministratie alléén in dit geval geen reden om te spreken van een ongebruikelijke transactie die gemeld moet worden op grond van de Wwft. Ook vindt het college dat de accountant bij gebrek aan verantwoording niet zonder meer hoefde te vermoeden dat de stichting meer (of minder) in contanten ontving dan er op de rekening werd gestort.
Maar ook als hij dit wel moest vermoeden, was dat nog geen reden om aan te nemen dat deze transacties wel eens verband konden houden met witwassen of financieren van terrorisme. De herkomst van de bedragen was weliswaar niet gedocumenteerd, maar wel bekend, omdat zij werden ontvangen in de reguliere praktijk van de stichting.
Waarborgen tegen bedreigingen
De Accountantskamer heeft dit klachtonderdeel terecht niet apart behandeld na de vaststelling dat de accountant zich onvoldoende kritisch heeft opgesteld.
Maatregel
Waarschuwing.