Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een notaris stapt medio 2011 uit een maatschap van drie notarissen. De maatschap en de persoonlijke vennootschappen van de notarissen zijn klant bij WEA Accountants. In oktober 2011 stuurt een accountant-administratieconsulent van WEA een berekening van de goodwill, die een andere accountant-administratieconsulent van het kantoor heeft gemaakt. Het bedrag komt uit op 37.500 euro.

In januari 2012 verstuurt de eerste AA de herberekening die de tweede AA heeft gemaakt naar aanleiding van de opmerkingen van de notaris. Het bedrag komt uit op 91.600 euro. De notaris heeft de AA een alternatieve berekening gestuurd met het verzoek hierover contact op te nemen.

Hierna heeft de notaris een paar keer contact met de AA's, onder meer over de opstelling van de jaarstukken van de maatschap over 2011 en over de berekening van de goodwill. De uitgetreden notaris dient in 2013 een klacht in tegen de AA's. De Accountantskamer verklaart alle negentien klachtonderdelen ongegrond.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft de klacht ten onrechte ongegrond verklaard. Zo is de discounted cash flow-methode (DCF-methode) wel degelijk geschikt om de waarde van de praktijk te bepalen. Bovendien hebben de accountants zijn lijst onderhanden werk gebruikt zonder zijn toestemming, terwijl zij de twee andere notarissen wel om toestemming hebben gevraagd.

Oordeel

Het beroep is ongegrond. Ook in hoger beroep heeft de notaris zijn verwijten - mede gezien het gemotiveerde verweer van de accountants - niet voldoende onderbouwd, terwijl de later toegevoegde verwijten niet in behandeling kunnen worden genomen.

Goodwillberekening

De notaris heeft niet aangetoond dat de DCF-methode geschikt is voor de waardering van de praktijk en dat de accountant op basis van die methode een nieuwe goodwillberekening van de notarismaatschap zou maken. Het was weliswaar zorgvuldiger geweest als de accountant  ook deze notaris direct de brief had gestuurd met de berekening op basis van een andere methode. Omdat de accountants al herhaaldelijk hadden gezegd dat zij de DCF-methode ongeschikt vonden, kon de berekening echter niet als een verrassing komen en valt dit de accountant niet tuchtrechtelijk te verwijten.

Onderhanden werk

De accountants moesten de jaarrekening van de maatschap opstellen en hadden daarvoor bruikbare gegevens nodig. Het was “bepaald zorgvuldiger” geweest als de accountants vooraf met de notaris hadden overlegd over het gebruik van zijn - geactualiseerde - lijst. Maar tuchtrechtelijk verwijtbaar is dit nalaten niet.

Maatregel

Geen.