Structureel te weinig ob aangegeven
Een registeraccountant in business heeft als dga enkele jaren bewust verkeerde ob-aangiften ingediend. Hij heeft pas opening van zaken gegeven na een boekenonderzoek door de Belastingdienst.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/2042 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 21 maart 2016
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 1 jaar
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2016:24
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant is dga van een management-nv en onderwijs-bv. Het bedrijf verkoopt licenties en factureert een deel van de omzet vooruit. In de jaarrekening neemt hij een passiefpost op voor nog te betalen omzetbelasting. Die post triggert de Belastingdienst, die in 2014 langskomt.
De accountant geeft toe dat het tot 2012 “een rommeltje was”. Mede omdat de accountant een tijdje beduusd was van de hoge naheffingsaanslagen en boetes die hij moest betalen over 2005 tot en met 2008. Na het boekenonderzoek doet de accountant een suppletieaangifte over 2009 tot en met 2013. De management-nv moet nog 211.055 euro afdragen. In een volgend gesprek zegt de accountant dat hij niks te verbergen heeft en dat de suppleties zijn ontstaan in de strijd om het bestaansrecht van het bedrijf, dat vaak kampte met liquiditeitsgebrek.
Begin 2015 stelt de FIOD een strafrechtelijk onderzoek in naar het vermoedelijk indienen van onjuiste ob-aangiften. Het kantoor van de vennootschappen wordt doorzocht en de accountant aangehouden. De accountant dient nadien suppletieaangiften in voor de onderwijs-bv, die nog 94.307 euro moet afdragen.
Tijdens zijn verhoor zegt de accountant dat het bedrijf een deel van de verkochte licenties vooruit factureert en dat die omzet pas in het jaar daarop wordt gerekend tot de omzet voor de winstbelasting. Hij geeft toe dat er fouten zijn gemaakt. Die zijn onder meer het gevolg van een wisseling van kasstelsel naar factuurstelsel. De accountant heeft naar zijn zeggen zelf geschoven met de ob-aangiften tot het moment dat die vanwege de liquiditeiten het best uitkwamen. Volgens zijn administrateur is er niet geschoven met de aangifte, maar is er onvoldoende aangegeven.
Klacht
De registeraccountant heeft over een reeks van jaren opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting ingediend.
Oordeel
De klacht is gegrond.
De accountant heeft er bewust voor gekozen om te lage aangiften in te dienen. Hij heeft geen opening van zaken gegeven uit eigen beweging, maar pas na het begin van een boekenonderzoek.
De Accountantskamer gelooft dat de accountant nooit de intentie heeft gehad om de werkelijke omzet permanent buiten de aangiften te houden. De administrateur valt hem hierin bij en de intentie blijkt ook uit het opnemen van de balanspost ‘nog te betalen omzetbelasting’. En die post heeft de Belastingdienst uiteindelijk op het spoor gezet van de te lage aangiften.
Een deel van het verschuiven komt doordat de vennootschappen voor de omzetbelasting overgingen van aangifte op factuurbasis naar aangifte op kasbasis. Daarbij wordt de verschuldigde omzetbelasting pas afgedragen als die daadwerkelijk is ontvangen en niet zodra die is gefactureerd. Volgens de accountant wist de Belastingdienst hiervan. Voor zover de te lage aangiften omzetbelasting voortvloeien uit de toepassing van het kasstelsel kan dat de accountant niet (tuchtrechtelijk) worden verweten. Omdat de Belastingdienst dit feitelijk accepteerde kon de accountant menen dat hij een pleitbaar standpunt innam.
Maar de te lage aangiften omzetbelasting hebben ook een andere oorzaak. Want als die alleen het gevolg waren van de toepassing van het kasstelsel zou de accountant een jaar later steeds een correctie hebben toegepast als de gefactureerde bedragen werden ontvangen. En dan werd een te lage aangifte in het ene jaar grotendeels gecompenseerd in het volgende jaar. In de loop der jaren is de passiefpost ‘te betalen omzetbelasting’ echter steeds hoger geworden. Ook volgens de administrateur was er onvoldoende aangegeven.
De accountant heeft dus over een reeks van jaren bewust te lage aangiften omzetbelasting gedaan, om liquiditeitsvoordeel te genieten en de Belastingdienst als externe financier te gebruiken. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met het integriteits- en professionaliteitsbeginsel.
Maatregel
Doorhaling van de inschrijving, waarbij de accountant niet binnen één jaar opnieuw kan worden ingeschreven. De accountant heeft jarenlang bewust verkeerde aangiften omzetbelasting gedaan, waarbij het ging om aanzienlijke bedragen. Wel was hij van plan de verschuldigde bedragen alsnog te betalen, zoals blijkt uit het opnemen in de jaarrekeningen van de passiefpost. Daar staat weer tegenover dat hij de fouten niet vrijwillig heeft gecorrigeerd, maar voor de nv pas na het begin van het boekenonderzoek en voor de bv zelfs pas na de doorzoeking van het kantoor.