Meerwerk voor meer controle-informatie redelijk
Een registeraccountant heeft tuchtrechtelijk niets mis gedaan door zonder voorafgaande toestemming meerwerk in rekening te brengen bij een cliënt die herhaaldelijk weigerde nadere informatie te verstrekken. Ook mag een accountant een ander standpunt innemen dan zijn voorganger.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/1493 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 29 januari 2016
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2016:9
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant moet de jaarrekeningen controleren van een sportbond. Het bondsbureau heeft de kantine (‘ontvangst-horecaruimte’) laten verbouwen voor 241 duizend euro. De uitbater van de kantine moest hierdoor over een periode van vijf jaar 88 mille extra aan pacht betalen. Vanwege de slechte marktomstandigheden haakt hij af.
De vraag is wat het verbouwde pand zonder pachtinkomsten waard is. De WOZ-waarde staat op 2,8 miljoen euro. Maar op basis van het voorzichtigheidsbeginsel waardeert het bondsbureau het pand af tot twee miljoen euro.
De accountant bespreekt de kwestie met zijn voorganger en later met het management van de bond. Na de bespreking laat hij de directie weten dat het - gezien het belang van de impairments – noodzakelijk is om te onderzoeken in hoeverre sprake moet zijn van ‘foutenherstel’. De accountant vraagt de directie om met documenten te onderbouwen waarom voor de impairment is gekozen zonder de directe opbrengstwaarde te bepalen of af te wegen. Hij wijst erop dat het voorzichtigheidsprincipe “niet overheersend” mag worden toegepast. De directie reageert niet inhoudelijk op het verzoek en de opmerking.
Naar aanleiding van de eindcontrole volgen nieuwe gesprekken over de continuering van de controle-opdracht. De accountant vindt onder meer dat:
- in de jaarrekening 2014 en 2013 lasten en schulden zijn opgenomen die geen last of schuld zijn;
- dat een materiële fout is die rechtstreeks invloed heeft op de strekking van de controleverklaring;
- de directie deze posten in de jaarrekening 2014 moet corrigeren;
- hij vooralsnog onvoldoende en geschikte controle-informatie heeft ontvangen over de waardering van het vastgoed;
- dit de reikwijdte van de controle beperkt;
- die beperking kan worden opgeheven door medewerking te verlenen aan een overleg met de voorganger, door de directe opbrengstwaarde te laten taxeren en door de bedrijfswaarde te berekenen;
- hij de controle-opdracht teruggeeft als de directie hiermee niet akkoord gaat;
- de directie samen met de accountant en zijn voorganger de ontbrekende informatie en beweegredenen boven tafel moet proberen te krijgen;
- door al het gedoe de controlekosten hoger uitvallen dan kon worden voorzien in de offerte;
- de directie toestemming moet geven om aanvullende kosten in rekening te brengen, voordat de accountant verder kan met zijn werk.
De directie ziet geen uitzicht meer op constructieve samenwerking en gaat akkoord met teruggave van de opdracht. De accountant stuurt facturen voor zijn werkzaamheden en het meerwerk. De directie dient een klacht tegen de accountant in.
Klacht
De accountant:
- had al bij aanvang van de werkzaamheden moeten constateren dat hij de eindbalans van de voorganger niet als beginbalans wilde aanmerken;
- moest toereikende controle-informatie verzamelen en kan zich er niet achter verschuilen dat de klager hiervoor niet wil betalen, zodat hij geen beroep kan doen op een objectieve verhindering;
- heeft meerwerk in rekening gebracht, zonder dat de opdrachtgever daarmee heeft ingestemd, terwijl dit wel bij de opdrachtverlening is overeengekomen;
- houdt gezien onderstaande feiten en omstandigheden amper rekening met de belangen van zijn opdrachtgever:
a. de uitvoering van de opdracht is vooral aanzienlijk vertraagd door de accountant;
b. door zo laat te constateren dat hij problemen had met de jaarrekening zorgde hij voor bijzonder ongunstige beeldvorming bij de buitenwacht en de leden;
c. een leek niet verwacht dat gerenommeerde accountantskantoren zo van mening kunnen verschillen over essentiële zaken en de accountant dit verschil wilde oplossen ten koste van de klager, terwijl hij een en ander gemakkelijk had kunnen voorkomen door bij de offerte of bij aanvang van de werkzaamheden een juiste analyse te maken;
d. reageert niet op de geuite financiële zorgen van klager, ook niet als de incasso-afdeling van zijn kantoor evidente fouten maakt tegenover de klager.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
Ad 1
De accountant kon redelijkerwijs pas na aanvang van zijn werkzaamheden vaststellen dat hij ten aanzien van de investeringen en de post ‘Overige schulden’ een nadere toelichting nodig had. Daar heeft hij vervolgens met bekwame spoed om gevraagd.
Ad 2
De accountant heeft bij herhaling gezegd dat hij onvoldoende informatie had om een controleverklaring bij de jaarrekening 2014 af te kunnen geven. Hij heeft de klager meermaals om toestemming voor het uitvoeren van meerwerk gevraagd, zodat hij afdoende controle-informatie kon verzamelen. De opdrachtgever heeft dit echter consequent geweigerd.
Onder deze omstandigheden kun je niet van een accountant verwachten dat hij desondanks nadere controle-informatie probeert te verkrijgen. Omdat de posten over de waardering van het gebouw en de post ‘Overige schulden’ zowel van materieel belang konden zijn als een diepgaande invloed konden hebben, moest de accountant (conform randnummer 13 sub b onder i NVCOS 705) de opdracht teruggeven, omdat die praktisch niet uitvoerbaar was.
Ad 3 en 4.d
Alleen de burgerlijke rechter en/of de Raad van Geschillen kunnen bindend oordelen over civielrechtelijke declaratiegeschillen. Ook als de klager ontevreden is over de dienstverlening van de accountant. Over declaraties kun je in een tuchtrechtelijke procedure alleen met succes klagen als de accountant bij het opstellen en indienen van de declaraties zeer onzorgvuldig, niet-integer of onprofessioneel heeft gehandeld. Daarbij kun je onder meer denken aan situaties waarin de accountant bij zijn cliënt bewust en te kwader trouw onjuiste of misleidende declaraties indient.
De accountant heeft kennelijk zonder (expliciete) toestemming van de opdrachtgever meerwerk uitgevoerd nu hij in overleg met de vorige accountant alsnog geprobeerd heeft de benodigde informatie te krijgen voor een materiële post. Tijdens de uitvoering van de controle heeft de accountant de klager herhaaldelijk gewaarschuwd dat de kosten hoger zouden uitvallen dan geoffreerd.
De Accountantskamer laat in het midden of deze argumenten vanuit civielrechtelijk oogpunt kunnen rechtvaardigen dat hij meerwerk in rekening bracht zonder voorafgaande goedkeuring van de opdrachtgever. Maar een tuchtrechtelijke norm heeft hij niet overschreden.
Ad 4a, 4b en 4c
Hoewel de klager steeds heeft geweigerd de accountant toestemming te geven voor meerwerk heeft de accountant wel geprobeerd om aanvullende controle-informatie te verzamelen. Uit diverse mailwisselingen blijkt dat hij steeds op aanvullende informatie heeft aangedrongen, maar die niet kreeg. Dat de accountant de vertraging in de controle heeft veroorzaakt is niet gebleken. Verder staat het een accountant vrij om een ander standpunt in te nemen dan zijn voorganger.
Maatregel
Geen.