Tuchtrecht

Niet objectief als bemiddelaar bij echtscheiding

Een registeraccountant bemiddelt bij de afwikkeling van de privé- en zakelijke scheiding van twee klanten. Hij wordt berispt, omdat hij dit ten onrechte doet op basis van een doorlopende opdrachtbevestiging en zijn objectiviteit onvoldoende heeft gewaarborgd.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/563 Wtra AK
Datum uitspraak:
18 november 2016
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
deels vernietigd, CBb 10 januari 2018, 16/1276
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:110, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een vrouw begint in 1995 een koeriersbedrijf. Zij krijgt een relatie met een man, met wie zij gaat samenwerken. De vrouw houdt 40 procent van de aandelen in de werk-bv en 31 procent van de aandelen in de holding; de man heeft dus de meerderheid van de aandelen in beide vennootschappen. Een registeraccountant RB voert sinds 2009 de gebruikelijke accountantswerkzaamheden uit voor de zaak en het stel op basis van een doorlopende opdracht.

De twee wonen samen en krijgen twee kinderen, maar begin 2013 loopt hun relatie spaak. De accountant biedt aan te bemiddelen bij de zakelijke afwikkeling. In het verslag van het eerste overleg schrijft hij onder meer dat:

  • het “belangrijk is” dat de scheiding niet ten koste mag gaan van de onderneming;
  • de vrouw bereid is haar aandelen te verkopen voor “300-350k”.

De accountant stuurt de twee een conceptovereenkomst toe, waarin staat dat de vrouw 310.000 euro zal ontvangen voor de aandelen. De vrouw vraagt of het bedrijfspand is meegenomen in de berekening. De accountant antwoordt bevestigend en licht toe dat de boekwaarde hoger is dan de werkelijke waarde en zij dus formeel iets moeten afwaarderen. “Maar gezien de omvang van het bedrag hebben wij dat niet gedaan.”

Na een bespreking mailt de accountant aan de vrouw onder meer dat:

  • het erop lijkt dat “we” er niet uitkomen;
  • de man niet meer dan 275.000 euro wil betalen voor de aandelen;
  • niemand gebaat is bij strijd, zeker de kinderen niet.

De vrouw reageert per sms-bericht: “…weet ik ook wel… Maar ik laat me ook niet onder druk zetten… 310.000 is echt een goede prijs, dan mag hij blij zijn.. Ik heb zelf uiteraard ook geïnformeerd en me laten voorlichten. (…) ik ben nooit van plan geweest om hem het moeilijk te maken maar dan verwacht ik ook wat terug… We moeten allemaal door en dan moet je elkaar ook wat gunnen.”

De vrouw bluft dat zij een second opinion heeft gevraagd en gaat akkoord met de 275.000 euro voor de aandelen en de geboden managementvergoeding. Zij bedankt de accountant. In april 2013 worden de aandelen geleverd.

De dankbaarheid en opluchting maken plaats voor ontevredenheid. Onder meer omdat de onderneming er financieel beter voor blijkt te staan dan volgens de waardering op basis van het zichtbare eigen vermogen. De vrouw begint een civiele procedure tegen het kantoor van de accountant. In juni 2016 wijst de rechtbank de vordering van de vrouw af om voor recht te verklaren dat het kantoor tegenover haar tekort is geschoten en een nader te bepalen schade moet vergoeden. De vrouw heeft dan al een klacht tegen de accountant ingediend bij de Accountantskamer.

In die procedure laat de accountant een logboek zien dat hij heeft bijgehouden om vast te leggen:

  • wat hij heeft geadviseerd, wat is besproken en wat verder ter tafel kwam;
  • hoe hij “rekening houdend met de van toepassing zijnde gedrags en beroepsregels, heeft gehandeld.”

De accountant signaleert als “belangrijk aandachtspunt” dat zijn objectiviteit en positie van bemiddelaar en procesbegeleider worden bedreigd door het belangenconflict tussen beide cliënten.

Klacht

De accountant heeft:

a. de afspraken en de voorwaarden, waaronder hij de werkzaamheden voor de echtscheiding en de aandelenoverdracht heeft uitgevoerd, niet schriftelijk vastgelegd in een opdrachtbevestiging;

b. niet onderkend dat er sprake was van tegenstrijdige belangen en mede daardoor zijn rol als bemiddelaar niet juist uitgevoerd;

c. de vrouw onjuist geadviseerd over haar positie als minderheidsaandeelhoudster.

Oordeel

De klachtonderdelen a en b zijn gegrond.

Ad a en b

De Accountantskamer onderstreept dat een accountant in situaties als deze voortdurend bedacht moet zijn op mogelijke bedreigingen voor zijn objectiviteit en maatregelen moet treffen om de bedreiging weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau. De accountant heeft de bedreigingen die uitgingen van het belangenconflict onderkend en, zoals het hoort, willen vastleggen in het logboek. Maar volgens de Accountantskamer heeft de accountant onvoldoende maatregelen getroffen.

Of standaard 5500N van de NVCOS hier nu wel of niet van toepassing is - gezien de prominente bedreiging voor zijn objectiviteit had hij voor de echtscheidingswerkzaamheden een afzonderlijke opdrachtbevestiging moeten hanteren, waarin duidelijk stond wat zijn rol zou zijn in dat proces en welke werkzaamheden een andere professional zou moeten doen.

Over de gekozen methode om de aandelen te waarderen heeft de accountant op de zitting gezegd dat hij die niet gebruikelijk vond. De aandelen werden namelijk gewaardeerd op basis van het zichtbaar eigen vermogen. Ook de Accountantskamer vindt die methode ongebruikelijk voor een geval als dit.

Er was nóg een reden voor de accountant om zich af te vragen of het zichtbaar eigen vermogen hier wel een passende waarderingsmaatstaf was. Het resultaat na belastingen bedroeg over 2012 324.000 euro bij een eigen vermogen van 940.000 euro. Tijdens de bespreking in maart 2013 waren er al kwartaalcijfers over 2012 beschikbaar, terwijl de accountant een paar dagen later het jaarrapport 2012 heeft opgemaakt. Tijdens de onderhandelingen kende hij deze cijfers dus al.

Omdat de accountant zich uitgaf voor bemiddelaar en objectief te werk moest gaan, had hij in de bespreking expliciet moeten aangeven dat:

  • de gekozen waarderingsmaatstaf tot een ongebruikelijk lage waardering kon leiden;
  • het ook daarom goed zou zijn dat de vrouw zich zou laten bijstaan door een waarderingsdeskundige.

De accountant heeft de vrouw in ieder geval niet geïnformeerd over het ongebruikelijke karakter van de gekozen waarderingsmethode.

De accountant ging ervan uit dat de vrouw zich (juridisch) liet bijstaan, maar dat bleek achteraf grootspraak. De accountant heeft nooit nagevraagd wie de vrouw bijstond en wat die bijstand inhield. Hij had dat wel moeten doen, omdat de vrouw een minderheidspositie had en hij wist dat zij onder zware emotionele druk stond en daarom bereid was het aandelenpakket tegen een te lage koopprijs over te dragen.

Al met al heeft de accountant zijn objectiviteit onvoldoende gewaarborgd door:

  • de opdrachtvoorwaarden niet schriftelijk vast te leggen;
  • daardoor onduidelijk te zijn over zijn rol;
  • de vrouw niet in te lichten over het ongebruikelijke karakter van de waarderingsmethode;
  • de vrouw niet te adviseren om daarvoor een eigen deskundige in te schakelen;
  • niet na te gaan dat de vrouw zich inderdaad liet bijstaan door een eigen deskundige.

Ad c

De minderheidspositie van de vrouw was voor de accountant een gegeven en geen punt van advies.

Maatregel

Berisping. De accountant was zich bewust van zijn rol van accountant bij twee strijdende partijen, maar heeft onvoldoende waarborgen getroffen tegen de bedreigingen die voortkwamen uit het belangenconflict van zijn cliënten, terwijl de financiële belangen groot waren.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.