Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De praktijk van een accountant-administratieconsulent wordt in 2008 getoetst. Het resultaat is onvoldoende. Zo is de waarneming niet goed geregeld. De accountant dient een verbeterplan in, dat hij later aanpast. Hij krijgt drie weken om aan te tonen dat hij waarneming in orde is. In februari 2010 stuurt hij de waarnemingsovereenkomst toe. Deze wordt goedgekeurd.

In maart 2012 vraagt de accountant om een vrijstelling voor de hertoetsing. Uit coulance-overwegingen geeft de Raad voor Toezicht hem uitstel tot 2013.

Na nieuw uitstel wordt de praktijk in februari 2014 hertoetst: het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet niet aan de eisen. De NBA dient een klacht in. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een doorhaling op.

Als de kwaliteit van het kantoor met de hulp van Extendum op het vereiste niveau is gebracht, kan de accountant de NBA om herinschrijving verzoeken, maar daarmee moet hij minstens anderhalf jaar wachten.

De accountant vecht de maatregel aan in hoger beroep.

Beroepsgronden

De accountant heeft zijn praktijk en leven gebeterd en wil bij een aanvullende hertoetsing bewijzen dat hij met recht de accountantstitel kan blijven voeren, omdat hij:

• na de hertoetsing veel geld, tijd en energie heeft geïnvesteerd in het vereiste kwaliteitsniveau;
• aan de slag is gegaan met de tekortkomingen met de hulp van Extendum;
• een kwaliteitshandboek heeft opgesteld;
• een klachten- en incidentenregeling heeft opgesteld;
• de documentatie gebruikt die noodzakelijk is voor een goede dossiervorming;
• aan zijn PE-verplichtingen voldoet;
• financieel en emotioneel zware jaren achter de rug heeft, onder meer vanwege de overname van een administratiekantoor en het ontslag van een medewerker.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Het college vindt de opgelegde maatregel passend en geboden gezien de aard en omvang van de vastgestelde verwijten. Voor een (aanvullende) hertoetsing ziet het college geen aanleiding. De accountant heeft zijn overtuiging dat verbeteringen dringend noodzakelijk zijn namelijk onvoldoende omgezet in concrete resultaten, hoewel de eerste toetsing al ruim zeven jaar achter de rug is en de hertoetsing twee jaar. Dat hij nu op de goede weg is, heeft hij niet aannemelijk gemaakt. Hij had het bijvoorbeeld kunnen aantonen door:

• een sluitende analyse van de gehele praktijk te maken;
• de concrete verbeteringen die hij heeft doorgevoerd duidelijk en specifiek te beschrijven;
• de stand van zaken te laten verifiëren door een externe deskundige.

In plaats hiervan heeft de accountant de geplande audit door Extendum een half jaar verzet, omdat zijn praktijk naar eigen zeggen in december 2015 nog onvoldoende op orde was.

Maatregel

Doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van achttien maanden.