Gebrekkige waardebepaling zonder toelichting
Een accountant-administratieconsulent heeft ten onrechte niet aangegeven hoe hij de aandelen van de ondernemingen van twee scheidende echtelieden heeft gewaardeerd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/1432 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 11 januari 2016
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2016:4
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een vrouw heeft een gastouderbemiddelingsbureau en haar man heeft vier ondernemingen. Een accountant-administratieconsulent verzorgt de IB-aangifte voor de vrouw en de man en stelt de jaarrekeningen samen voor de bedrijven van de man. Als de man en vrouw gaan scheiden, vragen zij de accountant een financieel overzicht te maken en verdelingsvoorstellen te berekenen.
Na een bespreking met de twee stuurt de accountant hun een Excel-werkblad toe met als titel Verdeelstaat componenten. Daarop staat onder meer de taxatiewaarde van de echtelijke woning (262.500 euro). De waarde van het gastouderbureau wordt geschat op 236 duizend euro, terwijl de ondernemingen van de man samen 61 mille waard zouden zijn.
Op basis van deze bedragen ondertekenen man en vrouw het echtscheidingsconvenant en wordt de echtscheiding uitgesproken. Een jaar later geeft een registeraccountant c.q. register valuator op verzoek van de vrouw een second opinion over de waardering.
De vrouw dient een klacht tegen de accountant in.
Klacht
De accountant heeft:
a. de opdracht niet volgens de beroepsregels vastgelegd en had die opdracht achteraf bezien niet mogen aanvaarden;
b.
- de conceptwaarderingen en de overige posten van de verdeelstaat met de twee besproken terwijl de waarderingsspecialist op zijn kantoor die nog niet had beoordeeld;
- een verdeelstaat toegestuurd zonder te vermelden dat het om een concept ging, dat niet geschikt was als basis voor een verdeling van het gezamenlijk vermogen;
- op verzoek van de man de waardebepalingen van de ondernemingen toegestuurd zonder enig voorbehoud of vermelding dat het concepten betrof, in de wetenschap dat de concept verdeelstaat gebruikt werd voor een convenant;
c. een verdeelstaat en een waardering van de eenmanszaak van de vrouw gestuurd zonder deugdelijke grondslag.
Oordeel
Klachtonderdeel c is gegrond.
Ad a Aanvaarding en vastlegging opdracht
De accountant moest onder meer de ondernemingen waarderen die in de gemeenschap van goederen vielen. Dat moet worden beschouwd als adviesdiensten met betrekking tot een voorgenomen transactie zoals bedoeld in NVCOS 5500N. De opdrachtgevers moeten het dan eens zijn over de doelstelling van de werkzaamheden en de opdrachtvoorwaarden en de accountant moet die overeenstemming schriftelijk vastleggen.
In paragraaf 19 van NVCOS 5500N staat wat de opdrachtbevestiging tenminste moet bevatten. Zo moet de accountant in ieder geval aangeven welke mate van zekerheid de opdrachtgevers kunnen ontlenen aan de uitkomst van de werkzaamheden. Het verslagje van een gesprek met de man en de vrouw is geen opdrachtbevestiging in de zin van NVCOS 5500N. Dat de werkzaamheden uiteindelijk beperkt zijn gebleven “tot het doorspreken van de waarderingsmethodiek en het uitwerken van scenario’s” en als zodanig zijn gefactureerd ontslaat de accountant niet van deze verplichting. De accountant had ook een opdrachtbevestiging kunnen sturen zonder dat overeenstemming bestond over de te hanteren waarderingsmethode.
De accountant heeft het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. Net als volgens het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid in de VGC moet een accountant zich volgens dit beginsel voordat hij een opdracht aanneemt en gaat uitvoeren altijd afvragen wat het doel is en daarover volstrekte duidelijkheid scheppen. Dat moet zeker in een situatie waarin de opdrachtgevers tegengestelde belangen hebben, zoals hier.
De Accountantskamer ziet echter te weinig aanknopingspunten om te zeggen dat de accountant niet beschikte over de vereiste deskundigheid om de opdracht uit te voeren.
Ad b De presentatie van de geleverde stukken
De accountant had schriftelijk duidelijk moeten maken dat het om indicatieve waarderingen en conceptberekeningen ging. Mondelinge mededelingen waren niet genoeg. De noodzaak om duidelijkheid te verschaffen was des te groter omdat de gemaakte waardebepalingen zouden worden gebruikt bij het echtscheidingsconvenant en daaraan zouden worden toegevoegd als bijlage. Bij het toesturen van deze waardebepalingen had hij daarom expliciet moeten vermelden dat deze indicatief waren en dat daaraan geen assurance kon worden ontleend.
Op de zitting heeft de accountant desgevraagd bevestigd dat hij zich bij het versturen realiseerde dat de waardebepalingen nog verder uitgewerkt moesten worden en dat hij wist dat de waardebepalingen gebruikt zouden worden bij het convenant dat diezelfde dag zou worden gesloten. De accountant had het rapport kunnen uitbrengen als een conceptrapport. Ook hier heeft de accountant het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
Ad c Deugdelijkheid grondslag verdeelstaat en waardeberekeningen ondernemingen
Volgens de NVCOS 5500N moet een uit te brengen rapport altijd voldoen aan de vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidseisen, ook als het - zoals de accountant zegt – gaat om indicatieve waarderingen op basis van conceptberekeningen. Als er meer methoden bestaan om een onderneming te waarderen, moet de accountant helder uiteenzetten:
- welke methode hij heeft gehanteerd;
- waarom daarvoor is gekozen;
- hoe de (concept) berekening tot stand is gekomen;
- welke gegevens daarbij in aanmerking zijn genomen;
- welke aannames daarbij zijn gehanteerd.
Als de accountant onvoldoende gegevens heeft voor een voldragen waardering en berekening moet hij dat uiteraard vermelden. De berekeningen en waardebepalingen die de accountant vlak voor het ondertekenen van het convenant heeft gestuurd missen elke toelichting. Alleen al hierom is dit klachtonderdeel gegrond - of de waarderingen nu wel of niet juist zijn.
Maatregel
Berisping. De accountant heeft herhaaldelijk in strijd gehandeld met een fundamenteel beginsel en het valt niet uit te sluiten dat de vrouw nadeel heeft ondervonden van de manier waarop hij de opdracht heeft ingevuld.