Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant heeft als directeur van een onderneming en als verzekerde ruzie met Nationale Nederlanden over de afwikkeling van een schade. Die schade bestaat uit het verlies van een pakket aandelen in de Tunesische vennootschap Conserverie Moderne de Joumine. De curator van een ander bedrijf heeft die schade veroorzaakt.

In 1997 veroordeelt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch de curator om het bedrijf van de accountant een nader te bepalen schadevergoeding te betalen. De curator is voor beroepsaansprakelijkheid verzekerd bij Nationale Nederlanden. Voor het bepalen van de schade laat Nationale Nederlanden een expertiserapport opmaken, waarin de waarde van het aandelenpakket wordt begroot op 34.950 gulden. De rechtbank en het gerechtshof nemen dit bedrag over.

In maart 2013 stuurt de gedupeerde accountant een brief aan de externe accountant van Nationale Nederlanden met het verzoek hem te spreken. De NN-accountant geeft daarop aan  dat hij zijn voorganger is opgevolgd. Hij heeft begrepen dat de gedupeerde accountant het wil hebben over zijn juridische conflict met de verzekeraar. Als extern accountant van NN ziet de aangezochte accountant geen rol voor zichzelf weggelegd in dit conflict; het bestuur van zijn kantoor deelt die visie. De accountant schrijft ook dat hij het hem niet vrij staat om een deskundigenonderzoek uit te voeren, omdat hij de jaarrekening van Nationale Nederlanden controleert.

De gedupeerde accountant laat in een reactie weten dat het niet de bedoeling is dat de externe accountant dat onderzoek zal uitvoeren. Hij wil alleen maar melden dat NN de externe acountant heeft bedrogen en misleid en wil van hem een professioneel oordeel over het expertiserapport en de daarop gebaseerde uitspraak van de rechtbank.

De externe NN-accountant laat opnieuw weten dat hij zijn mening over het conflict tussen NN en de gedupeerde accountant niet kan geven.

De gedupeerde accountant dient een klacht in tegen de externe NN-accountant.

De Accountantskamer zou niet weten welke beroeps- en/of gedragsregels de accountant heeft overtreden door niet met de gedupeerde accountant te willen overleggen. Er is geen geen rechtsregel die een controlerend accountant verplicht om zich tegenover de tegenpartij van zijn controlecliënt uit te laten over het geschil dat die twee hebben, noch over een stuk dat is ingebracht in een civiele procedure waarin zijn controlecliënt partij is. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.

De gedupeerde accountant gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft:

• de verantwoordelijkheid van de externe NN-accountant te beperkt uitgelegd;
• daardoor diens betrokkenheid bij het beoordelen van de systemen van interne controle en de handhaving van de integriteit binnen de gecontroleerde organisatie niet of onvoldoende meegewogen.

Volgens de gedupeerde accountant zijn het expertiserapport en de daarop gebaseerde rechterlijke uitspraken onjuist en heeft de externe accountant ten onrechte geweigerd zijn professioneel inhoudelijk oordeel over het expertiserapport te geven.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Het college onderschrijft het oordeel van de Accountantskamer dat noch uit de fundamentele beginselen van de VGC noch uit de daarop gebaseerde overige beroeps- en/of gedragsregels voortvloeit dat de accountant in deze situatie had moeten ingaan op het verzoek van de gedupeerde accountant.

Maatregel

Geen.