Bijbeunende complianceadviseur berispt
Een registeraccountant, die als director verbonden is aan een compliancebedrijf, heeft niet-integer gehandeld door stiekem te klussen voor eigen rekening.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/2909 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 03 augustus 2015
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- bevestigd, CBb 18 januari 2017, AWB 15/23
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:83, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant moet als director van een compliancebedrijf onder meer advies-, sales- en marketingwerkzaamheden verrichten voor twee dochter-bv's van de werkgever. Volgens het concurrentiebeding in zijn arbeidscontract mag hij niet bijbeunen.
In mei 2013 stuurt hij op persoonlijke titel een factuur van 21 duizend dollar aan een schadeverzekeraar voor het opstellen van een automatiseringsplan.
In juli 2013 meldt hij de managing director van een accountantskantoor in het buitenland per e-mail dat hij 'het Handboek Organisatie van de CBvS' nog afmaakt. Dit 'gaat buiten PS om (…) Daar weten ze niets van, wil ik ook zo houden'.
In het voorjaar van 2014 bespreekt de accountant in LinkedIn- en e-mail-correspondentie een Masterclass Public Control die hij heeft gegeven op een buitenlands eiland.
In de maanden daarop correspondeert hij met een functionaris van het Algemeen Pensioenfonds op een buitenlandse eilandengroep over het voorstel om voor bedrijven aldaar een workshop te organiseren over 'het opstarten van een internal audit project'.
In september 2014 meldt de accountant zich ziek. Later komt uit dat hij tijdens zijn ziekte via een videoverbinding vanuit Nederland een presentatie heeft gehouden op de XVII Annual Conference of HR Managers of Central Banks in the [-] Region met als titel Increase the Value of HR with Information information Provision.
In een curriculum vitae voor deze presentatie meldt de accountant dat hij sinds 2011 als partner is verbonden aan één van de dochter-bv's, die hij omschrijft als adviesbureau voor organization structuring, governance, risk management en compliance. Ook blijkt hij tijdens het ziekteverlof te hebben deelgenomen aan een symposium over Management van innovaties aan de Erasmus School of Accounting & Assurance in Rotterdam.
In september 2014 krijgt de accountant zijn ontslag aangezegd vanwege 'een strategiewijziging’, waarin zijn profiel niet past.
Een week later stuurt de accountant aan een medewerkster van de Centrale Bank van een buitenland de gegevens die nodig zijn om namens hem een donatie te doen aan een stichting, bij wijze van honorarium voor de genoemde videopresentatie.
Eind september 2014 wordt de arbeidsovereenkomst met de accountant beëindigd. Daarbij worden de ontvangen honoraria en de geleden schade verrekend.
De werkgever dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
- willen verbergen dat hij in privé een factuur heeft gestuurd van 21 duizend dollar voor werkzaamheden die hij voor een schadeverzekeraar heeft verricht;
- buiten medeweten van de werkgever een bijdrage geleverd aan een Masterclass Public Control;
- een voorstel gedaan aan het Algemeen Pensioenfonds van een buitenlandse eilandengroep om voor bedrijven aldaar een workshop te organiseren zonder de werkgever in te lichten en met de kennelijke bedoeling deze opdracht 'voor zichzelf' te houden;
- zich ziek gemeld en een dag na zijn ziekmelding deelgenomen aan een symposium;
- op de dag dat hij zich ziek meldde via een videoverbinding een presentatie gehouden op een conferentie;
- zich daarvoor laten honoreren met een donatie aan een stichting namens hem, terwijl dit honorarium toekwam aan de werkgever;
- in zijn cv voor de presentatie ten onrechte vermeld dat hij partner bij is bij de dochter-bv.
Oordeel
De klacht is vrijwel geheel gegrond.
De Accountantskamer verwerpt het verweer dat de klacht niet ontvankelijk zou zijn. Dat in de beëindigingsovereenkomst met de werkgever een geheimhoudingsplicht en een verbod tot klagen is opgenomen, kan geen afbreuk doen aan de wettelijke bevoegdheid om een klacht in te dienen. Dat de werkgever daarbij wellicht gebruikmaakt van onrechtmatig verkregen gegevens verhindert de behandeling van de klacht evenmin. Ook staat niet vast dat de klacht gebaseerd is op onjuiste feiten en alleen is ingediend om de accountant te schaden.
De feiten uit 2013 vallen onder het bereik van artikel A-110.1 van de VGC, dat voorschreef dat een accountant in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen eerlijk en oprecht optreedt.
De overige klachtonderdelen worden getoetst aan de VGBA. Daarin gaat het om gedragingen van een accountant in het kader van zijn zakelijke relatie tot zijn werkgever. De Accountantskamer wil de toepasselijkheid van het integriteitsbeginsel uit de VGBA niet beperken tot 'de uitoefening van zijn beroep'. In de toelichting op dit beginsel wordt weliswaar gewezen op het verlenen van een professionele dienst. Maar bij een grammaticale uitleg van dit begrip kun je alleen maar oordelen dat gedragingen van een accountant in het kader van zijn zakelijke relatie met zijn werkgever daar ook onder vallen.
Voor die uitleg vindt de Accountantskamer ook steun in (de toelichting op) artikel 42 van de Wab. Daarin staat dat het niet de bedoeling is het tuchtrecht te beperken tot het beroepsmatig handelen in enge zin. En artikel 6 van de VGBA houdt expliciet in dat het fundamentele beginsel van integriteit verlangt dat een accountant:
- eerlijk en oprecht optreedt;
- eerlijk zaken doet;
- de waarheid geen geweld aandoet.
Ook de vakgebieden waarop de opleiding van elke accountant zich volgens het Besluit accountantsopleiding 2013 richten, wijzen niet op een beperkte uitleg. Tot slot wijst de Accountantskamer erop dat de werkingssfeer van het professionaliteitsbeginsel uit de VGBA ruimer is dan die onder de VGC. Volgens artikel 3 van de VGBA strekt dit beginsel zich ook uit tot gedragingen van een accountant buiten de uitoefening van zijn beroep, dus buiten het verrichten van een professionele dienst.
Alle verweten gedragingen vallen dus onder het bereik van het tuchtrecht.
Klachtonderdeel 1
De accountant heeft niet betwist dat hij stiekem werkzaamheden heeft verricht voor de verzekeraar en een factuur van 21 duizend dollar heeft gestuurd voor het opstellen van een automatiseringsplan. Nergens blijkt uit dat de accountant probeerde een opdracht voor zijn werkgever te verwerven, zoals de accountant beweert. Integendeel, de correspondentie wijst erop dat hij de klus geheim wilde houden voor zijn werkgever.
Op de zitting heeft de compliance adviseur gezegd dat:
- hij de factuur alleen maar heeft verstuurd om de waarde van zijn werk zichtbaar te maken;
- de verzekeraar deze factuur niet heeft betaald;
- de verzekeraar deze factuur ook niet hoefde te betalen, omdat hij goodwill wilde kweken.
Deze beweringen heeft hij echter niet onderbouwd.
De accountant heeft het integriteitsbeginsel geschonden door in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen niet eerlijk en oprecht te zijn. Daarmee heeft hij ook het accountantsberoep in diskrediet gebracht en dus het fundamentele beginsel van professioneel gedag niet in acht genomen.
Klachtonderdelen 2 tot en met 6
Als verweer voert de accountant onder meer aan dat:
- hij op persoonlijke titel heeft deelgenomen aan de masterclass;
- hij daarvoor vakantiedagen heeft opgenomen;
- zijn verblijfkosten zijn vergoed door de opdrachtgever;
- hij zich heeft gepresenteerd als werknemer van zijn werkgever om meer 'exposure'voor zijn werkgever te krijgen;
- het voorstel aan het pensioenfonds om een workshop te organiseren is gedaan om een beeld te krijgen van de behoefte van een potentiële klant;
- die handelwijze gebruikelijk is;
- het niet zijn intentie was om voor eigen rekening een opdracht uit te voeren;
- hij offertes had gedaan aan de Centrale Bank;
- had toegezegd om de presentatie op de conferentie te verzorgen en niemand die kon overnemen toen hij ziek was;
- ook die presentatie bedoeld was om de 'exposure' van zijn werkgever te vergroten;
- het werven en acquireren bij zijn functie hoorde;
- hij de onjuiste informatie op het cv heeft gecorrigeerd tijdens de presentatie;
- hij om een donatie aan een goed doel heeft gevraagd, omdat de Centrale Bank nauwelijks budget had;
- het in geen van deze gevallen ging om heimelijk gedrag omdat alle e-mails vanaf en naar het e-mailadres van zijn werk zijn ver- en gestuurd;
- hij het symposium in Rotterdam heeft gevolgd omdat hij PE-punten moest behalen;
- de werkgever lucht kreeg van zijn deelname toen het deelnamecertificaat per e-mail werd toegestuurd;
- hij bij nader inzien vindt dat hij zijn deelname aan dit symposium had moeten melden.
De accountant heeft op de zitting erkend dat hij zijn werkgever niet heeft geïnformeerd over zijn deelname aan de masterclass en het voorstel aan het pensioenfonds. Hij heeft niet betwist dat zijn werkgever pas achteraf weet had van de presentatie op de conferentie. Ook staat vast dat hij heeft verzwegen dat hij deelnam aan het symposium terwijl hij zei dat hij ziek was. Ook de donatie had hij moeten melden aan zijn werkgever.
Volgens de Accountantskamer wekken de overgelegde e-mails 'bepaald niet de indruk' dat de accountant alleen het belang van zijn werkgever voor ogen heeft gehad. In zijn relatie tot zijn werkgever is hij niet eerlijk en oprecht opgetreden, waardoor hij in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit. De accountant had de genoemde gedragingen achterwege moeten laten en moeten weten dat hij daardoor het accountantsberoep in diskrediet brengt. Daarom heeft hij ook in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van professionaliteit.
Klachtonderdeel 7
Dat de accountant voor zijn presentatie op de conferentie met opzet onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn functie is niet aannemelijk geworden.
Maatregel
Berisping.
De Accountantskamer houdt onder meer rekening met de aard van het bedrijf waarbij de accountant werkte. Een schending van het integriteitsbeginsel kan als regel niet worden afgedaan met een waarschuwing.