Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent krijgt begin september 2012 na een toetsing te horen dat hij een verbeterplan moet indienen. Eind september ontvangt hij de eerste sommatiebrief om binnen zeven dagen het verbeterplan toe te sturen. De accountant laat weten dat het ingestelde bezwaar tegen het negatieve eindoordeel de plicht om verbeterplannen in te dienen zijns inziens opschort.

In november 2012 volgt de tweede sommatie. Daarbij wijst de Raad van Toezicht opnieuw op artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin staat dat het ingestelde bezwaar tegen het eindoordeel de werking van het besluit niet opschort.

De accountant stuurt daarop een brief met drie bijlagen:

• een overzicht van het jaarwerk;
• een overzicht van de gegevens van een permanent dossier;
• het kantoorhandboek.

De Raad van Toezicht keurt dit af als verbeterplan. Er volgt een nieuw verzoek om een verbeterplan in te dienen. De accountant schrijft dat hij graag een verbeterplan wil indienen, maar niet begrijpt wat daarin moet staan.

De Raad voor Toezicht (die de Raad van Toezicht per 1 januari 2013 is opgevolgd) besluit de beslissing over het bezwaar af te wachten, alvorens een tuchtklacht in te dienen. Het bestuur van de NBA verklaart het bezwaar in december 2013 ongegrond. De accountant tekent meteen beroep aan.

De raad kondigt een hertoetsing aan. De NBA stuurt een derde sommatiebrief. De accountant meent dat hij geen verbeterplan hoefde in te dienen omdat hij beroep heeft aangetekend.

Op 1 april 2014 wordt hij voor de vierde en laatste maal gesommeerd een verbeterplan in te dienen. Daarbij is hem een concept van de tuchtklacht gezonden. Omdat de accountant ook nu niet komt met een verbeterplan dient de NBA de klacht tegen hem in bij de Accountantskamer.

Klacht

Door geen verbeterplan in te dienen dat voldoet aan de vereisten heeft de accountant in strijd gehandeld met artikel 11 lid vijf van de VPPT.

Oordeel

De klacht is gegrond.

De accountant heeft niet ontkend dat hij geen verbeterplan heeft ingediend dat voldoet aan de vereisten. Hij heeft zich dus niet gehouden aan de wet- en regelgeving, wat een schending oplevert van het fundamentele beginsel van professioneel gedrag/ professionaliteit.

Maatregel

De accountant heeft lange tijd volhard in zijn weigering om mee te werken aan het vervolg van de kwaliteitstoetsing van zijn praktijk. Dit zou een (tijdelijke) doorhaling kunnen rechtvaardigen. Inmiddels heeft hij echter alsnog een verbeterplan ingediend en de hulp ingeroepen van een extern deskundige om het stelsel van kwaliteitsbeheersing van zijn praktijk op orde te brengen. Ook heeft hij de NBA geschreven dat hij heeft besloten geen assurance-opdrachten meer te aanvaarden.

De nog niet officieel beoordeelde resultaten van een aanvullende hertoetsing maken aannemelijk dat de accountant inmiddels beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoende is voor non-assurance-opdrachten. Er is dus vooruitgang.

De accountant is niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld.

Een en ander overziende vindt de Accountantskamer een berisping voldoende.