Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De eigenaar van een eenmanszaak en twee bv’s is cliënt van een accountantskantoor. In 2005 verkoopt dit kantoor alle aandelen in een andere bv aan één van de bv’s van de ondernemer.

Het accountantskantoor wordt per 1 januari 2008 volledig overgenomen door een ander accountantskantoor. Een NOB-belastingadviseur van de nieuwe eigenaar bedient en adviseert de ondernemer, totdat hij de relatie met de ondernemer in januari 2012 beëindigt.

De ondernemer en het tweede kantoor hebben in 2013 bij de kantonrechter een regeling getroffen over de openstaande declaraties en afgesproken dat zij de strijdbijl zullen begraven. De ondernemer dient niettemin een klacht tegen een accountant-administratieconsulent van het tweede kantoor in bij de Accountantskamer.

Klacht

• de aangekochte bv bleek geen lege vennootschap;
• de aangifte 2011 namens de eenmanszaak was fout;
• de jaarrekening 2009 deugde niet;
• de accountant heeft ook nog andere fouten gemaakt.

De ondernemer vraagt de Accountantskamer ook nog om:

• vast te stellen dat het accountantkantoor aansprakelijk is voor zijn schade;
• een (nader te bepalen) schadevergoeding.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk respectievelijk ongegrond.

De Accountantskamer is niet bevoegd een uitspraak te doen over de aansprakelijkheid van het kantoor c.q. de schadevergoeding.

De klacht is ook niet-ontvankelijk voor zover die gebeurtenissen betreft van vóór 10 september 2011. De Accountantskamer gaat hier echter niet nader op in, omdat de klacht toch ongegrond is.

Voor de belastingadviseur, die de contactpersoon van de ondernemer was, geldt als lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs namelijk een eigen tuchtrechtelijk regime. Tegen hem was het klaagschrift oorspronkelijk ook gericht. Nergens blijkt uit welke concrete bemoeienis de accountant-administratieconsulent heeft gehad met het dossier of in hoeverre de klachten hem aangaan.

Maatregel

Geen.