Doorgehaald wegens btw-fraude
Bewust valse stukken overleggen bij belastingaangiften raakt zo aan de wortels van het accountantsberoep dat alleen een doorhaling in aanmerking komt als tuchtmaatregel. Ook al legde de strafrechter voor vrijwel dezelfde feiten al een celstraf op.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/537 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 08 mei 2015
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 10 jaar
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:54
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant heeft een eenmanszaak die zich onder meer bezig houdt met advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering, organisatieadvies, administratieve dienstverlening en opleidingen financieel management. In april 2013 doet de accountant aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal 2013 en verzoekt daarbij om teruggave van 192.250 euro. De Belastingdienst ziet hierin aanleiding voor een boekenonderzoek.
De bevindingen van het onderzoek zijn:
- het grootste gedeelte van de belastingteruggave betreft investeringen in een opleidingsprogramma en uitbesteding van diensten ten aanzien van de lespakketten;
- de (ingediende) facturen van deze uitgaven zijn vals dan wel vervalst;
- de verschuldigde factuurbedragen zijn nooit betaald, omdat een en ander in rekening-courant zou zijn verrekend;
- deze rekening-courantverhouding heeft nooit bestaan volgens de partij met wie de accountant zaken zou doen;
- de overeenkomst waarop de overgelegde facturen zijn gebaseerd, is vals dan wel vervalst;
- een analyse van de bankrekening leert dat de inkomsten van de eenmanszaak in de eerste vijf maanden van 2013 vrijwel alleen bestaan uit terugontvangen omzetbelasting;
- de accountant heeft opzettelijk onjuist aangifte omzetbelasting gedaan over het eerste kwartaal 2013.
De accountant laat zich per 1 oktober 2013 uitschrijven uit het accountantsregister.
Op 8 september 2014 veroordeelt de rechtbank Overijssel de voormalig accountant wegens belastingfraude tot een gevangenisstraf van vierentwintig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank acht bewezen dat de accountant van 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2014 meermaals onjuiste aangiften omzetbelasting heeft ingediend en daarbij valse facturen heeft gebruikt.
Het Functioneel parket van het Openbaar Ministerie (OM) dient een klacht in tegen de voormalig accountant.
Klacht
De accountant heeft door de onjuiste aangiften met vervalste documenten in strijd gehandeld met de gedrags- en beroepsregels en de beroepsethiek en inbreuk gemaakt op de rechtsorde.
Oordeel
De klacht is deels gegrond.
Voor de beoordeling gaat de Accountantskamer ervan uit dat de rechtbank bewezen heeft verklaard dat de accountant:
- de aangiften omzetbelasting over het eerste kwartaal van het jaar 2010 tot en met het tweede kwartaal van 2013 opzettelijk onjuist of onvolledig heeft gedaan;
- vijf valse facturen bij de aangifte heeft meegestuurd.
Dat de accountant de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal van 2013 heeft ingediend voordat hij zich liet uitschrijven uit het register is niet gebleken. Daarom blijft die aangifte buiten beschouwing.
De accountant heeft aanvankelijk bestreden dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de genoemde strafbare feiten en heeft zich beroepen op artikel 6 EVRM. Daaruit volgt volgens hem dat hij onschuldig moet worden gehouden totdat de strafrechter zijn schuld heeft vastgesteld. Tegen het vonnis van die strafrechter heeft hij echter geen hoger beroep aangetekend, terwijl de appeltermijn inmiddels is verstreken.
Zowel in de strafprocedure als in deze tuchtprocedure heeft de accountant zich beroepen op zijn zwijgrecht. De Accountantskamer wijst erop dat een accountant in een tuchtprocedure in beginsel geen zwijgrecht heeft.
Gezien het definitieve strafvonnis, de overgelegde processen-verbaal en de daarbij behorende bijlagen vindt de Accountantskamer de klacht van het OM gegrond.
De klacht is ongegrond voor zover die gaat over de periode december 2008 tot en met 2009. Het OM is op dit punt slechts met vermoedens gekomen, die de accountant gemotiveerd heeft bestreden.
Maatregel
Doorhaling, waarbij de ex-accountant zich niet binnen tien jaar opnieuw mag laten inschrijven in het register.
De handelwijze was misleidend, niet eerlijk en onoprecht en in strijd met zowel het integriteits- en professionaliteitsbeginsel als het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. De accountant heeft het vertrouwen in de registeraccountants op zeer ernstige wijze geschaad. Bewust valse stukken overleggen bij belastingaangiften raakt zo aan de wortels van de verantwoordelijkheden van het accountantsberoep dat alleen een doorhaling in aanmerking komt als tuchtmaatregel. Ook al legde de strafrechter voor vrijwel dezelfde feiten al een flinke celstraf op.