Tuchtrecht

Betrokkenheid en fouten accountant niet aangetoond

Een factoringmaatschappij, die geld stak in een bezorgservice, heeft niet aangetoond dat de accountant haar financieel nadeel heeft berokkend door een vermogensverklaring af te geven.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 13/29
Datum uitspraak:
23 april 2015
Oordeel:
beroep ongegrond, klacht gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2015:135

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De huisaccountant van een startende bezorgservice voor bouwmarkten adviseert de directeur van dit bedrijf over factoring. De directeur vraagt een factoringmaatschappij om op te treden als investeerder waarbij zij een pandrecht krijgt op de debiteuren van het bedrijf. De factoringmaatschappij blijkt daartoe bereid op basis van twee kolommenbalansen en andere informatie die de accountant-administratieconsulent verstrekt.

De factoringmaatschappij leent verschillende bedragen aan de bezorgservice, waarbij een pandrecht wordt gevestigd op de vorderingen van de onderneming die zijn vermeld op een pandlijst uit april 2010. In juli en augustus krijgt de financier nieuwe pandlijsten.

Met het oog op de aanvraag van een vergunning voor het beroepsgoederenvervoer geeft de accountant een verklaring af op basis van een balans. Volgens de accountant is hem niets gebleken waaruit hij zou moeten concluderen dat in het bedrijf ‘niet tenminste een risicodragend kapitaal van € 99.000 aanwezig is’.

In augustus 2010 gaat het bedrijf failliet. De factoringmaatschappij geeft een andere accountant de opdracht te onderzoeken of de verstrekte informatie over de bezorgservice wel in orde was. Op basis van diens rapport stelt de factoringmaatschappij de huisaccountant aansprakelijk voor de geleden schade. De verzekeraar van de accountant wijst de aansprakelijkheid begin 2012 van de hand. De factoringmaatschappij dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Die verklaart de klacht deels gegrond en legt de huisaccountant een waarschuwing op.

De factoringmaatschappij gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft ten onrechte:

  1. gezegd dat niet aannemelijk is geworden dat de kwestie mede is besproken met de accountant, terwijl de accountant zich veelvuldig negatief heeft uitgelaten over het gedrag en de handelwijze van de factoringmaatschappij;
  2. gezegd dat er geen nadeel is voortgevloeid uit de vermogensverklaring die de accountant heeft afgegeven en een te milde maatregel opgelegd;
  3. geoordeeld dat de klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant de kolommenbalansen van maart 2010 heeft opgesteld en de resultaten daarvan in de bespreking heeft bevestigd;
  4. niet de regel toegepast dat de accountant bij de verspreiding van elk zelfstandig (financieel) stuk voldoende duidelijk moet maken wat de achtergrond dan wel het doel van het stuk is en welke werkzaamheden hij heeft verricht;
  5. geoordeeld dat de klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant de pandlijsten heeft opgesteld en niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de juistheid en volledigheid van de informatie die is verwerkt in de financiële administratie van de bezorgservice.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Ad 1

Als een accountant de verwijten (gemotiveerd) betwist, moet de klager feiten aannemelijk maken, die tot het oordeel kunnen leiden dat de betrokken accountant wel degelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Op de zitting bij het college heeft de factoringmaatschappij gezegd dat zij geen aanvullend bewijs heeft voor haar stelling dat:

  • de inhoud van de vermogensverklaring mede is besproken door de accountant;
  • de accountant toen tegen de gemachtigde van de factoringmaatschappij heeft gezegd dat de bezorgservice in de eerste drie maanden van 2010 een eigen vermogen van ongeveer 100 duizend euro had opgebouwd.

Ook al zou de factoringmaatschappij gelijk hebben dat de contacten met de accountant vóór die bespreking zeer schaars waren dan zegt dit nog niets over wat er tijdens die bespreking precies aan de orde is gekomen.

Ad 2

Zie onder ‘Maatregel’.

Ad 3

Volgens de factoringmaatschappij blijkt uit het rapport van bevindingen dat:

  • de accountant de kolommenbalans van 20 april 2010 heeft opgesteld;
  • deze kolommenbalans en de vermogensopstelling die de accountant heeft gemaakt aansluiten bij de eerdere kolommenbalansen.

De factoringmaatschappij heeft geen (aanvullend) bewijs aangedragen voor haar bewering dat de kolommenbalansen van maart 2010 afkomstig waren uit de administratie van de accountant. De afdruk van de kolommenbalans van 20 april 2010, die hij via de software van de accountant heeft gemaakt, wil niet zeggen dat de eerdere kolommenbalansen ook van de hand van de accountant waren. Volgens het college heeft de Accountantskamer terecht geoordeeld dat dit onderdeel van de klacht geen feitelijke grondslag heeft.

Ad 4

Volgens de factoringmaatschappij mocht zij er door de manier waarop de accountant de financiële verantwoordingen presenteerde van uitgaan dat deze door de accountant vervaardigde stukken een correct financieel beeld zouden geven van het vermogen en het rendement van de bezorgservice. Als de accountant wist dat de stukken niet volledig waren en er materieel onbeantwoorde vragen waren, had hij dat moeten melden aan zijn opdrachtgever en andere gebruikers.

Het college vindt net als de Accountantskamer dat uit de gedrags- en beroepsregels niet volgt dat de accountant bij het inrichten en voeren van de financiële administratie had moeten onderzoeken of de gegevens die de opdrachtgever hem daarvoor verstrekte juist en volledig waren alvorens die in de administratie te verwerken. De accountant kan daarom niet worden verweten dat de tussentijdse cijfers (mogelijk) onjuist waren. Daarbij doet het er niet toe of de accountant wist dat die cijfers werden gebruikt om een financieringsaanvraag te onderbouwen.

Ad 5

De factoringmaatschappij heeft inderdaad niet aannemelijk gemaakt dat de accountant de opsteller was van deze pandlijsten dan wel dat de pandlijsten onder diens verantwoordelijkheid zijn opgesteld. De accountant betwist dat de pandlijsten en de debiteurenlijsten inhoudelijk hetzelfde zouden zijn en dit blijkt ook niet uit de overgelegde stukken.

De accountant kan, zoals hiervoor al gezegd, niet verantwoordelijk worden gehouden voor de juistheid en de volledigheid van de informatie die is verwerkt in de financiële administratie van de onderneming. Toen de kwestie speelde, was de accountant bezig de financiële administratie opnieuw in te richten. Daarbij had hij niet hoeven onderzoeken of de gegevens die de opdrachtgever hem verstrekte, zoals de pandlijsten, juist en volledig waren.

Maatregel

De Accountantskamer vond een waarschuwing in dit geval passend en geboden. Onder meer omdat niet is gebleken dat de accountant enig nadeel heeft berokkend door de vermogensverklaring af te geven. Maar volgens de factoringmaatschappij is er duidelijk sprake van enig nadeel. Want als de accountant zijn verklaring van 20 april 2010 zou hebben teruggetrokken, zou de factoringmaatschappij naar eigen zeggen:

  • niet drie dagen later de pandakte hebben ondertekend;
  • geen verdere betalingen hebben gedaan;
  • via haar pandrecht financieel nadeel hebben kunnen voorkomen;
  • dus geen nadeel hebben ondervonden.

De accountant heeft gezegd dat hij niet wist dat de factoringmaatschappij al geld had geleend toen hij de vermogensverklaring afgaf. De factoringmaatschappij heeft dat niet tegengesproken. Volgens het college kan de –later opgestelde – vermogensverklaring daarom geen doorslaggevende rol hebben gespeeld bij de lening.

De Accountantskamer heeft er voor de tuchtrechtelijke maatregel rekening mee mogen houden dat er geen nadeel voortvloeide uit de verklaring. Dat er ná het afgeven van de vermogensverklaring schade is opgetreden, is zo onzeker dat dit geen rol kan spelen bij het bepalen van de tuchtmaatregel. Overigens kan de factoringmaatschappij in een eventuele civiele procedure proberen aan te tonen dat zij door het handelen of nalaten van de accountant wel degelijk financiële schade heeft geleden.

De opgelegde maatregel van waarschuwing is passend en geboden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.