Contante huurbetaling over het hoofd gezien
De accountant zag aanvankelijk weliswaar een contante huurbetaling over het hoofd, maar herstelde dat tijdig, zodat er geen schade ontstond.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/2430 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 23 maart 2015
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:42
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een accountant-administratieconsulent doet voor de uitbater van een kledingwinkel het volgende:
- periodiek de aangeleverde administratieve bescheiden verwerken in een financiële administratie;
- periodiek de aangiften omzetbelasting berekenen en indienen bij de Belastingdienst;
- periodiek op uitdrukkelijk verzoek tussentijdse cijfers opstellen en deze zo mogelijk met de ondernemer bespreken.
De ondernemer meent dat de accountant zijn werk niet goed gedaan heeft en dient een klacht in bij de Accountantskamer.
Klacht
a. er zijn onjuiste opgaven OB gedaan;
b. de financiële administratie bevat onjuistheden en onnauwkeurigheden.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
Ad a
De klager heeft de vermeende fouten volgens de accountant niet gespecificeerd. De ondernemer baseert zijn verwijt op het “schema werkelijke omzet en omzet opgegeven aan belastingdienst 2012/2013”. De accountant zegt dat hij:
- dit schema niet kent;
- altijd is uitgegaan van de informatie die de ondernemer aanleverde;
- de aangiften OB daarop heeft aangesloten.
Op de zitting bij de Accountantskamer erkent de ondernemer dat hij zijn verwijt abusievelijk heeft gebaseerd op genoemd schema. Hij heeft zich bij deze opgave niet gerealiseerd dat het verschil in de bedragen wordt veroorzaakt door het btw-aandeel in de “werkelijke omzet”, terwijl de opgegeven bedragen juist exclusief btw zijn.
Ad b
De klager is met slechts één voorbeeld gekomen, namelijk dat de huur van een pand in december 2012 in twee termijnen was voldaan, waarvan één contant en één per bank. De accountant heeft die contante betaling pas in november 2013 goed in de administratie verwerkt, nadat de ondernemer daar een paar keer op had aangedrongen.
Volgens de accountant blijkt uit de overzichten dat het gaat om een periode van ruim een jaar. Er is onduidelijkheid ontstaan omdat de huur normaal wordt overgemaakt per bank en omdat incidenteel een contante betaling heeft plaatsgevonden. De suggestie dat de ondernemer meerdere malen heeft aangedrongen op aanpassing is volstrekt onjuist, net als de suggestie dat hij onjuiste adviezen zou geven in strijd met de geldende regels. De accountant heeft gezegd dat de correctie van het misverstand leidt tot een correctie van de OB.
Omdat dit communicerende vaten zijn, is dat niet vreemd. De ondernemer heeft niets tegen dit verweer kunnen inbrengen.
Volgens de Accountantskamer heeft de accountant weliswaar een omissie begaan door de contante betaling van een huurtermijn aanvankelijk over het hoofd te zien en die termijn niet te verwerken in de financiële administratie. De omissie is echter van onvoldoende gewicht om als tuchtrechtelijk vergrijp te zien. Met name ook omdat de accountant de omissie heeft hersteld en de ondernemer er uiteindelijk geen schade door heeft geleden.
Maatregel
Geen.