Stukken klant achtergehouden en kwijtgemaakt
Een accountant houdt een deel van de stukken van een cliënt ten onrechte achter en raakt een ander deel kwijt. Omdat de Raad van Geschillen hem daarvoor al een schadevergoeding heeft laten betalen en de accountant de gevolgen van zijn verzuim heeft beperkt, legt de Accountantskamer geen maatregel op.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/1337 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 19 januari 2015
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:1
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant voert diverse werkzaamheden uit voor drie bv's en twee Ltd's die in handen zijn van één dga. In augustus 2012 beëindigt de dga de opdracht aan de accountant en diens kantoor. Hij wil zijn stukken eind van de maand komen ophalen. De accountant weigert de stukken te overhandigen. Hij wil eerst praten over de afspraak om de 10 mille, die één van de bv's heeft geleend aan het accountantskantoor, te verrekenen met openstaande rekeningen. De dga wil niet meer praten met de accountant, die vervolgens een incassobureau en een advocaat op hem afstuurt. De advocaat vraagt om afgifte van de administratie.
In september 2012 wordt het accountantskantoor failliet verklaard. In overleg met de curator gaat de hele administratie eerst over naar een vestiging van het accountantskantoor waaraan de accountant eerst verbonden was toen hij ook al werkte voor de dga en diens onderneming. Later gaat de administratie over naar het accountantskantoor dat de klantenportefeuille van het failliete kantoor heeft gekocht.
De accountant verwijst de advocaat van de dga naar dat kantoor, dat echter niet alle mappen van de dga heeft, er ontbreken er drie.
In juni 2013 dient de dag een klacht tegen de accountant in bij de Klachtencommissie van de NBA. De commissie verklaart de klacht in december 2013 op de volgende punten gegrond:
- te laat Vpb-aangiften doen;
- WW-premie voor een werknemer niet afdragen;
- te laat jaarstukken deponeren;
- de administratie achterhouden en daarna kwijtraken.
De klachten over de facturering en het inzetten van een incassobureau zijn ongegrond.
In maart 2014 stapt de dga naar de Raad voor Geschillen van de NBA in verband met het geschil over:
- de declaraties;
- gemaakte fouten;
- het achterhouden en kwijtraken van administratie;
- vergoeding van de geleden schade.
De Raad voor Geschillen zegt in oktober 2014 dat de bv's en de Ltd's de openstaande facturen van het accountantskantoor niet hoeven te betalen en veroordeelt de accountant om:
- de rechtspersonen 15.616,03 euro te betalen;
- 375 pond te betalen;
- de procedurekosten van 1785 euro te vergoeden.
De dga dient in juni 2014 een klacht in namens de bv's en de Ltd's bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
A.1 verkeerde declaraties aan klaagsters gezonden, want hij heeft:
a. (uiteindelijk) onzorgvuldig gedeclareerd;
b. onjuist en/of te hoog gedeclareerd;
A.2 fouten gemaakt door:
a. publicatiestukken van twee bv's te laat te deponeren;
b. verkeerde loonaangifte te doen, waardoor een werkneemster geen aanspraak op WW zou hebben;
c. juiste Vpb-aangiftes voor twee bv's en twee Ltd's niet tijdig te doen;
A.3 onjuist gehandeld met de administratie van klaagsters door:
a. deze achter te houden toen de dga erom vroeg;
b. deze uiteindelijk deels kwijt te raken;
A.4 klaagsters schade berokkend.
De dga verzoekt de Accountantskamer uitspraak te doen over:
a. de vraag of het accountantskantoor en/of de accountant verantwoordelijk en/of aansprakelijk is/zijn voor zeven aspecten die hier niet nader worden genoemd;
b. de rechtsgeldigheid van de facturen van de accountantskantoren waaraan de accountant verbonden was.
Oordeel
De klachtonderdelen A.2 sub b en c en A.3 sub b zijn gegrond; de rest van de klacht is ongegrond. De twee verzoeken worden afgewezen, omdat de Accountantskamer niet bevoegd is de civielrechtelijke verhoudingen tussen partijen vast te stellen. Om dezelfde reden wijst de Accountantskamer het verzoek af om een schadevergoeding vast te stellen (zie A.4).
Ad A.1 sub a
Volgens vaste rechtspraak kun je alleen met succes klagen over declaraties als daarbij de Wet RA, de Wab en/of de VGC worden geschonden door bijvoorbeeld bewust en te kwader trouw onjuiste of misleidende declaraties op te maken of specifieke afspraken omtrent declareren niet na te komen. Zie onder meer 13/943 Wtra AK en 10/503 Wtra AK. 'Gewone' declaratiegeschillen moeten partijen laten beslechten door de Raad voor Geschillen en/of de civiele rechter.
In dit klachtonderdeel wordt geklaagd over declaraties die naderhand zijn gecrediteerd. Omdat niet is aangetoond dat de aanvankelijke declaraties bewust onjuist waren, is dit klachtonderdeel ongegrond.
Ad A.1 sub b
De Accountantskamer ziet hierin geen verwijt over de verrekeningsafspraak of het relativeren daarvan. Als de klagers dit verwijt wel zouden maken, geldt de vaste jurisprudentie over het innemen van een civielrechtelijk standpunt door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen, te weten dat dit in beginsel niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is, behoudens bijzondere omstandigheden, zoals het bewust en te kwader trouw innemen van een onjuist of misleidend standpunt. Zie onder meer 13/210 Wtra AK. Het standpunt van de accountant is niet zo bijzonder dat het verwijtbaar is.
A.2 sub a, b en c
De Klachtencommissie NBA heeft een identieke klacht al volledig gegrond verklaard. De Accountantskamer is het met de inhoud en motivering van die beslissing eens voor zover het sub b en c betreft en vindt deze klachtonderdelen ook gegrond.
Wat betreft a oordeelt de kamer anders. De accountant heeft in zijn brief van 18 september 2013 aan de Klachtencommissie NBA uiteengezet dat hem geen verwijt treft inzake het te laat deponeren van publicatiestukken voor twee bv's. Er stonden namelijk nog punten open in de jaarrekening en daarbij was ook de inbreng van de dga nodig. De dga heeft dit niet of onvoldoende betwist, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is voor wat betreft a.
A.3 sub a en b
De Klachtencommissie NBA heeft een identieke klacht in beide onderdelen gegrond verklaard en de Accountantskamer sluit zich daarbij aan. Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer is een retentierecht alleen toegestaan voor de stukken die de accountant heeft vervaardigd en bewerkt en niet voor de stukken van de cliënt zelf. Zie bijvoorbeeld 13/943 Wtra AK, 11/1594 Wtra AK en 09/1850 Wtra AK.
De accountant had de stukken dus op 24 augustus 2012 moeten afgeven en hij heeft daarvoor niet te weinig tijd gekregen. De suggestie van de accountant dat hij de mappen al eerder heeft teruggeven en deze niet zijn zoekgeraakt, heeft hij niet concreet onderbouwd, nu hij niet vermeldt waar, wanneer, door wie en aan wie de mappen zouden zijn teruggegeven. Het zoekraken komt dan ook tuchtrechtelijk voor rekening en risico van de accountant, want hij heeft:
- de stukken niet tijdig teruggegeven;
- de administratie op 13 september 2012 laten verplaatsen naar de andere vestiging;
- de administratie op 28 september 2012 (deels) afgegeven aan de curator c.q. de koper van zijn failliete accountantskantoor.
Maatregel
Geen. De gegronde klachtonderdelen leveren ieder een schending van het fundamentele deskundigheids- en zorgvuldigheidsbeginsel op. Volgens de Accountantskamer is een maatregel niet nodig. De accountant heeft zich namelijk ingespannen om de gevolgen van zijn verzuimen te beperken en de Raad voor Geschillen heeft hem al een financiële genoegdoening laten betalen aan de klagers.