Tuchtrecht

Aangifte tegen zakenpartner niet verwijtbaar

Een accountant doet aangifte tegen een zakenpartner van zijn vader wegens bedreiging en smaad. Dat de zakenpartner wordt vrijgesproken, maakt de aangifte nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Accountantskamer

Zaaknummers:
14/1837 Wtra AK
Datum uitspraak:
19 januari 2015
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2015:2

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een zelfstandig accountant in business werkt onder meer voor het vastgoedbedrijf van zijn vader. De vader heeft sinds  2009 een zakelijk conflict. Het conflict hangt samen met het faillissement van een investeringsmaatschappij in juni 2010 en gaat onder meer over de zeggenschap in een GmbH. De vader is de bestuurder van de GmbH en heeft daarin - net als andere aandeelhouders - belangen. 

Eén van de andere aandeelhouders beschuldigt de vader er tegenover mede-investeerders twee keer van op ongeoorloofde wijze ongeveer 1,1 miljoen euro te hebben gehaald uit één van de dochtermaatschappijen van de GmbH: een commanditaire vennootschap. Later krabbelt de aandeelhouder terug en stuurt hij de mede-investeerders een e-mail, waarin hij: 

  • aangeeft dat hij de gegevens die hij had onjuist heeft geïnterpreteerd;
  • schrijft dat zijn constatering dat de vader 1,1 miljoen euro contant heeft opgenomen, onjuist is;
  • daarvoor zijn excuses aan de vader heeft gemaakt.

In het voorjaar van 2013 doet de accountant voor de onderneming van de beschuldigde medeaandeelhouder onderzoek naar een verzekeringsintermediair met het oog op een eventuele overname. 

In november 2013 doet de accountant aangifte bij de politie tegen de klager wegens bedreiging en smaad. "Ik ben bang dat het gaat escaleren en ik acht het mogelijk dat de bedreigingen ernstiger worden en mij, of mijn familie, iets overkomt..." De accountant vreest ook kwade geruchten over zijn management- en adviesbedrijf. 

De bedreigingen van de zakenpartner zouden onder meer hebben ingehouden dat: 

  • hij wist dat er zware jongens in Oost-Europa rond lopen, die wel een klusje willen klaren;
  • wanneer hij en de accountant niet goedschiks tot een deal kwamen, dan wel kwaadschiks;
  • de familie wel mag uitkijken in het buitenland, want is het daar wel veilig voor hen?
  • de familie hem had "bestolen!"
  • de vader met 1 miljoen euro over straat liep.

De accountant en zijn familie zagen deze uitingen aanvankelijk als "emotionele uitspattingen" en namen de bedreigingen pas serieus toen er in een relatief korte periode drie inbraken werden gepleegd in een kantoorpand en auto's, waarbij steeds bedrijfsinformatie is buit gemaakt. 

De accountant schrijft tot slot in zijn aangifte dat meerdere mensen contact hebben gehad met de zakenpartner en de bedreigingen ook hebben gehoord. Een derde zakelijke partner zou ook aangifte tegen hem hebben gedaan over dezelfde zaak. 

In november 2013 zegt de politie dat: 

  • er op dat moment onvoldoende aanknopingspunten zijn om een nader onderzoek in te stellen;
  • de zaak echter haar aandacht zal houden;
  • bij aanvullende informatie een heropening van de zaak zal worden overwogen.

De derde zakelijk partner heeft begin 2013 inderdaad aangifte gedaan bij de politie Amsterdam wegens laster, smaad dan wel bedreiging. De zakenpartner is daarvoor strafrechtelijk vervolgd en vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie heeft het hoger beroep tegen die vrijspraak ingetrokken. 

In november 2013 heeft de vader van de accountant in Duitsland aangifte tegen de man gedaan wegens bedreiging. Voor zover bekend, loopt deze zaak nog. 

In mei 2014 doet de zakenpartner bij de politie aangifte tegen de accountant vanwege valse aangifte. De zaak loopt nog. 

In september 2014 bevestigt een Duitser in een verklaring (een deel van) de bedreigende uitspraken die de zakenpartner in 2009 in de pauze van een vergadering van de Duitse cv heeft gedaan. Nieuw is de uitspraak: "Im Ausland kann immer mal was passieren."

In juli 2014 dient de zakenpartner een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer. 

Klacht

De accountant heeft welbewust, in een conflict waarin hij geen partij is, een valse aangifte tegen de zakenpartner gedaan bij de politie wegens bedreiging, smaad en betrokkenheid bij diefstal. 

Oordeel

Terughoudend oordeel

Het doen van een strafrechtelijke aangifte tegen een ander, in het bijzonder tegen een voormalig cliënt, kan in strijd zijn met de gedrags- en beroepsregels. Een aangifte is daardoor tuchtrechtelijk relevant en tuchtrechtelijk toetsbaar en kan dus voorwerp van een tuchtklacht zijn. De klacht is echter ongegrond. 

Volgens artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering kan een ieder die kennis draagt van een strafbaar feit aangifte doen, zodat opsporing en zo mogelijk vervolging in gang worden gezet. Gezien dit algemeen belang bij opsporing en vervolging van strafbare feiten kan het alleen onder bijzondere omstandigheden oneigenlijk gebruik of misbruik zijn als een accountant strafaangifte doet. Van bijzondere omstandigheden is onder meer sprake als de aangevend accountant: 

  • zijn aangifte baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op beweringen waarvan hij op voorhand kon weten dat die geen hout snijden;
  • wist dan wel behoorde te weten dat hij door de aangifte zijn geheimhoudingsregels schond;
  • alleen aangifte doet voor een ander doel dan het algemeen belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten.

Gezien het algemeen belang bij een zo onbelemmerd mogelijke toegang tot politie en justitie beoordeelt de Accountantskamer die omstandigheden terughoudend. 

Toch niet kwestieus

Volgens de klager is de aangifte van de accountant onjuist en alleen ingegeven door de wens van de accountant om zijn vader te helpen in het geschil met de klager. 

De accountant heeft zijn aangifte mede gebaseerd op gebeurtenissen uit 2009, waarvoor de zakenpartner zijn excuses heeft aangeboden aan de vader. Omdat niet gebleken is dat de zakenpartner zich nadien nogmaals heeft bezondigd aan soortgelijke uitlatingen lijkt de aangifte in zoverre kwestieus. 

Hoewel je je twijfels kunt hebben bij de aangifte en hoewel de politie er vooralsnog geen aanknopingspunten in heeft gevonden voor nader onderzoek, kun je niet concluderen dat de aangifte onjuist is en/of is gedaan voor een ander doel dan waarvoor deze is bedoeld. Gezien de geboden terughoudendheid is er daarom geen sprake van bijzondere omstandigheden. 

De Accountantskamer neemt daarbij in aanmerking dat de accountant zijn beschuldiging van een (samenhangende) onderbouwing heeft voorzien en dat die daardoor "in zoverre niet kwestieus is". Je moet uit de aangifte afleiden dat het de accountant niet zozeer ging om de diefstallen bij de inbraken, maar vooral dat hij zich daardoor geïntimideerd heeft gevoeld, waardoor eerdere uitspraken van de zakenpartner voor hem in een ander daglicht kwamen te staan. 

Al met al is niet aannemelijk geworden dat: 

  • de accountant in zijn aangifte (bewust) onjuiste stellingen heeft ingenomen;
  • bewust met loze beweringen is gekomen;
  • de accountant de strafaangifte oneigenlijk heeft gebruikt om daarmee slechts zijn vader te bevoordelen.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.