Proces tegen Weyl-accountant gaat gewoon door
De beslissing om de AFM te vragen om de klacht tegen de accountant van Weyl over te nemen, is vergeefs aangevochten.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 14/798
- Datum uitspraak:
- 13 november 2015
- Oordeel:
- niet-ontvankelijk
- Maatregel:
- n.v.t.
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2015:386
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Weyl Beef Products en Weyl Holding in Enschede gingen failliet. De directeuren werden veroordeeld tot celstraffen wegens valsheid in geschrift. De banken en crediteuren bleven zitten met een schade van tientallen miljoenen. SOBI en twee bedrijven dienden een klacht in bij de Accountantskamer tegen de accountant die de jaarrekeningen van Weyl Holding over 2008 en 2009 had goedgekeurd.
Na een schikking met de curatoren trokken SOBI en de twee bedrijven hun klacht in. De Accountantskamer besluit de AFM te vragen om de klacht over te nemen vanwege het zwaarwegend algemeen belang om te onderzoeken in hoeverre de verwijten aan de accountant terecht zijn.
De accountant gaat in hoger beroep tegen de tussenbeslissing.
Beroepsgronden
Hoewel je normaal gesproken geen hoger beroep kunt instellen tegen tussenbeslissingen moet dat in dit geval toch kunnen. Er is namelijk geen eerlijk proces geweest, omdat er geen gelegenheid is geweest om iets te zeggen over het verzoek aan de AFM om de klacht over te nemen.
Oordeel
Het beroep is niet-ontvankelijk.
Tegen een tussenbeslissing kun je niet apart hoger beroep instellen. Als de klacht in hoger beroep wordt behandeld, kun je echter wel de rechtmatigheid van de tussenbeslissing aan de orde stellen. De accountant moet dus aanvaarden dat de Accountantskamer de klacht van de AFM in behandeling neemt.
In het algemeen kun je alleen in hoger beroep tegen de tussenbeslissing om de klacht over te nemen als de rechter:
- de bepaling over dat verzoek veel te ruim uitlegt;
- de bepaling over dat verzoek ten onrechte niet heeft toegepast;
- bij de behandeling van de zaak beginselen van een goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen zo ernstig heeft geschonden dat er geen eerlijk proces is geweest.
Als je – zoals hier – later in hoger beroep alsnog kunt klagen over onjuiste toepassing van de bepaling over het verzoek om overname van de klacht zijn er geen zeer zwaarwegende omstandigheden die het onmogelijk maken om het oordeel daarover af te wachten.