Niets gezegd over beëindiging opdracht
Een accountant-administratieconsulent had alle partijen moeten zeggen dat hij zijn opdracht beëindigde, omdat zij bakkeleiden over de voorwaarden daarvan.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 14/366
- Datum uitspraak:
- 13 november 2015
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- waarschuwing in plaats van berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2015:400
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een bedrijf dat een galerie en een kunstuitleen exploiteert, sluit in maart 2005 een vaststellingsovereenkomst met de moeder van één van de twee vennoten. De moeder, die kunstenares is, treedt hiermee uit de bv die haar werk exposeert, uitleent en verkoopt. Op grond van de overeenkomst verandert de samenwerking en mag zij een accountant aanwijzen die de administratie zal inzien.
De onderneming zal maandelijks een afrekening opstellen en toesturen aan de accountant, die een en ander narekent en ter goedkeuring voorlegt aan de kunstenares. In september 2010 krijgt de accountant inzage in de administratie en stuurt de onderneming hem twee Excel-bestanden toe. De accountant laat weten dat hij daarmee niet de volledigheid van de opbrengsten kan vaststellen. Hij wil per schilderij kunnen zien wat het heeft opgebracht. De onderneming kan zo’n overzicht niet aanleveren, omdat de uitleenadministratie op een andere manier wordt bijgehouden en omdat er nooit om is gevraagd.
De accountant stapt over naar een ander kantoor, waar een andere AA de jaarrekening van de kunstenares samenstelt. De advocaat van de kunstenares schrijft de vennoten van de onderneming onder meer dat zij de verplichting om een deugdelijke administratie te overleggen niet nakomen. De advocaat zou zich bij deze bewering mede hebben gebaseerd op een mededeling van de accountant. In een kort geding zegt de rechter onder meer dat de onderneming niet verplicht is om overzichten per kunstwerk en per klant op te stellen, omdat vast staat dat die overzichten vóór 2005 ook niet hoefden te worden gemaakt.
De twee vennoten dienen een klacht in tegen de accountant. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. De eerste accountant had moeten nagaan of het inderdaad onmogelijk was om de gewenste overzichten te leveren. Zo had hij helderheid moeten scheppen over wat de kunstenares op grond van de overeenkomst kon verlangen van de onderneming. Dit was extra noodzakelijk omdat alleen die accountant en niet de kunstenares zelf de administratie mocht inzien. De accountant heeft echter jarenlang niets gedaan om de benodigde duidelijkheid te verkrijgen en heeft de e-mail van de onderneming hierover niet eens beantwoord.
Mede gezien de opmerking van de accountant is het begrijpelijk dat de advocaat zei dat de onderneming niet heeft voldaan aan haar contractuele informatieverplichting. Met die mededeling heeft de accountant gehandeld in strijd met het deskundigheids- en zorgvuldigheids- respectievelijk het professionaliteitsbeginsel.
Eén van de accountants gaat in hoger beroep.
Beroepsgronden
De Accountantskamer heeft de klacht op deze onderdelen ten onrechte ontvankelijk en/of gegrond verklaard.
Oordeel
Het beroep is deels gegrond.
Opdrachtbeëindiging
De accountant heeft in hoger beroep desgevraagd gezegd dat hij voor het boekenonderzoek de NV COS 4400 (Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie) heeft toegepast. Volgens artikel 9 van deze standaard moet de accountant er zeker van zijn dat er duidelijkheid bestaat over de overeengekomen werkzaamheden en de voorwaarden van de opdracht.
Een redelijke uitleg van deze bepalingen brengt met zich mee dat de accountant belanghebbenden moet laten weten dat hij de opdracht beëindigt als de onderneming en de belanghebbenden het niet met elkaar eens kunnen worden over de te verrichten werkzaamheden en/of de voorwaarden van de opdracht.
De accountant had de vennoten moeten vertellen dat hij had geconstateerd dat zij het niet met de kunstenares eens werden over de gegevens die moesten worden aangeleverd en dat hij daarom zijn opdracht heeft beëindigd. Dat heeft hij dat ten onrechte niet gedaan. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die nopen tot een ander oordeel. Dit klachtonderdeel is daarom terecht gegrond verklaard.
Mededeling over contractbreuk
Anders dan de Accountantskamer vindt het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat de klagers niet hebben onderbouwd dat de accountant (ook) tegen de advocaat van de kunstenares zei dat de twee vennoten hun contractuele verplichtingen om informatie te verstrekken niet zijn nagekomen. De Accountantskamer heeft dit klachtonderdeel daarom ten onrechte gegrond verklaard.
Maatregel
Nu een klachtonderdeel ongegrond blijkt, wordt de opgelegd berisping verlaagd tot een schriftelijke waarschuwing.