Gerechtsdeurwaarder klaagt voor de vijfde keer vergeefs
Een gerechtsdeurwaarder heeft een vijfde klacht ingediend tegen drie (voormalig) registeraccountants van het BFT. De Accountantskamer behandelt de klacht niet inhoudelijk.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/1247, 15/1248 en 15/1249 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 25 september 2015
- Oordeel:
- niet-ontvankelijk
- Maatregel:
- geen
- Status:
- vernietigd, CBb 31 oktober 2016, AWB 15/846
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:110, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een gerechtsdeurwaarder heeft een tekort op zijn derdengeldenrekening en wordt door toedoen van het BFT uit zijn ambt gezet. Hij dient herhaaldelijk klachten in tegen drie (voormalig) registeraccountants van het BFT.
De accountants hebben echter keurig toezicht gehouden dus de klacht hierover is ongegrond. De vasthoudende deurwaarder laat het er niet bij zitten. Hij klaagt ook over het gedrag van de accountants tijdens de tuchtprocedures. En als de Accountantskamer klachten niet-ontvankelijk verklaart – omdat het feitencomplex al eerder tuchtrechtelijk is beoordeeld – gaat de deurwaarder daartegen in beroep.
In deze zaak dient de deurwaarder voor de vijfde keer een klacht in.
Klacht
Eén van de accountants heeft – mede namens de twee anderen – op de zitting in hoger beroep verklaard: “Het is niet zo dat het vermoeden bestond dat vanwege een gebrekkige administratie een bewaartekort bestond. We hebben daadwerkelijk geconstateerd dat sprake was van een bewaartekort. Op verschillende momenten is een berekening gemaakt.”
Deze verklaring is echter onjuist, zo blijkt uit een brief die het BFT in februari 2015 schreef aan de advocaat van de deurwaarder.
Oordeel
De klacht is niet-ontvankelijk.
Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer druist het tegen de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure in, dat een klager opnieuw een klacht indient over een feitencomplex dat de klager al kende toen hij een eerdere klacht indiende. Volgens de eisen van een goede tuchtprocesorde moet een klager zijn klachten tegen een accountant zoveel mogelijk tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maken. Dit concentratiebeginsel geldt extra als alle klachten zijn gebaseerd op hetzelfde feitencomplex.
Maatregel
Geen.