Oordeel Klachtencommissie niet zonder meer gevolgd
Als de Klachtencommissie van de NBA een klacht gegrond verklaart, neemt de Accountantskamer dat oordeel niet zonder meer over. Dat betekent ook dat zowel klager als accountant hun standpunten bij de tuchtrechter met stukken moeten onderbouwen.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/67 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 29 juni 2015
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:74
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De dga van een bv sluit een pensioenverzekering af bij Zwitserleven. Verder bouwt hij pensioen op in eigen beheer binnen zijn bv. De medewerker van een accountant-administratieconsulent berekent de hoogte van de pensioenvoorziening in eigen beheer. De uitkomst daarvan wordt opgenomen in de jaarrekening.
De dga en zijn vrouw ontvangen salaris uit de bv. Omdat zij te veel uitgeven, ontstaat er een rekening-courantverhouding met de vennootschap. Het saldo wordt jaarlijks verrekend met de dividenduitkering.
In september 2012 maakt de Belastingdienst bekend dat een pensioenvoorziening in eigen beheer fiscaal (mogelijk) anders behandeld gaat worden. Het kantoor van de accountant informeert alle relaties hierover in een tien pagina’s tellende nieuwsbrief.
Zwitserleven beëindigt de pensioenverzekering van de bv per 1 januari 2013.
In november 2013 bespreken de dga en de accountant het mogelijke bedrag aan dividenduitkering in enkele e-mailberichten. De accountant rekent uit dat er per einde 2012 36 mille aan dividend beschikbaar is. De dga vraagt de accountant naar mogelijke restricties. Hij wijst de accountant erop, dat er in 2012:
- geen positief eigen vermogen is als je uitgaat van een commerciële balans;
- nog gewoon 84 mille aan dividend is uitgekeerd.
In december 2013 geeft de accountant een samenstellingsverklaring af bij de jaarrekening 2012 van de bv. De algemene vergadering van de bv stelt de jaarrekening 2012 vast en keurt de dividenduitkering van 84 mille goed.
Een paar dagen later zegt de bv de opdracht aan het accountantskantoor op. De dga dient een klacht in bij de Klachtencommissie van de NBA, die in juni 2014 drie van de vijf klachtonderdelen gegrond verklaart.
Vervolgens dient de dga een klacht in bij de Accountantskamer, die overeenkomt met de drie onderdelen die de klachtencommissie gegrond heeft verklaard.
Klacht
I. de informatievoorziening over de wettelijke plichten en rechten inzake het pensioen in eigen beheer van 2005 tot 2012 is gebrekkig;
II. de jaarlijkse rechtmatigheidstoetsing van de dividenduitkering in relatie tot de hoogte van de pensioenvoorziening is gebrekkig;
III. in de jaarrekening 2012 en de toelichting staan fouten en onduidelijkheden over de waardering van het pensioen in eigen beheer.
Oordeel
Klachtonderdeel III is deels gegrond.
Zelfstandig oordeel
Dat de Klachtencommissie van de NBA de drie klachtonderdelen gegrond vond, betekent niet automatisch dat de accountant de beroepsregels heeft geschonden. De Accountantskamer komt met een eigen oordeel. De klager kan in de tuchtprocedure dus niet volstaan met wijzen op wat die commissie heeft overwogen en beslist. Hij moet zijn klacht onderbouwen en de relevante stukken overleggen. Het is niet de taak van de tuchtrechter om zelfstandig in de stukken voor de klachtencommissie op zoek te gaan naar wat wel en wat niet dienstig is voor de klacht.
Ad I
De dga heeft niet concreet duidelijk gemaakt op welke punten de accountant te weinig informatie heeft gegeven voordat de nieuwsbrief de deur uitging. Ook heeft hij niet aangegeven wat er vóór september 2012 speelde en waarover de accountant had moeten adviseren. Naar aanleiding van de nieuwsbrief heeft de dga nadere vragen aan het kantoor gesteld, waarna hij zich begin 2013 opnieuw tot een pensioenadviseur heeft gewend. De dga heeft onvoldoende onderbouwd wat er mis was aan de informatievoorziening van de accountant.
Ad II
De Belastingdienst vond dat de pensioenvoorziening in eigen beheer met terugwerkende kracht in de jaarrekeningen moest worden verwerkt op fiscale grondslagen. Of de accountant dit nu wel of niet had moeten weten – de dga heeft niet onderbouwd dat de cijfers tot en met 2011 aanleiding hadden moeten zijn voor de accountant om de dga nader te informeren of te waarschuwen.
Voor wat de dividenduitkering van 9 december 2013 betreft geldt dat de dga hierover is geïnformeerd in de nieuwsbrief en dat de accountant naar aanleiding daarvan vragen heeft beantwoord over de jaarlijkse dividenduitkering. De dga wist dus dat er een balanstest en een uitkeringstoets zouden volgen. Dat de accountant onvoldoende informatie en voorlichting heeft gegeven over de dividenduitkeringen heeft de dga onvoldoende onderbouwd.
Ad III
Volgens de dga heeft de accountant nagelaten de commerciële waarde in de toelichting van de jaarrekening 2012 op te nemen, althans de economisch waarde van de pensioenvoorziening in eigen beheer. Dit verwijt slaat nergens op, omdat de pensioenvoorziening op fiscale grondslagen is gebaseerd. De economische waarde hoefde de accountant dus niet op te nemen.
In de jaarrekening 2012 heeft de accountant zonder tekst en uitleg het noodzakelijke bedrag voor nabestaandenpensioen opgehoogd van 412.139 euro tot 5 ton. De accountant ontkent niet dat de klager daarover herhaaldelijk om opheldering heeft verzocht.
Voor zijn verweer verwijst de accountant naar een e-mailbericht dat hij heeft gestuurd naar de Klachtencommissie van de NBA. Daarin staat onder meer dat hij een berekening heeft gemaakt van de contante waarde van de nabestaanden- en wezenuitkeringen. Hij heeft die berekening echter niet nader verduidelijkt, terwijl de documenten waarnaar hij in die e-mail verwijst niet bij de stukken van deze procedure zitten. Zonder nadere toelichting is de aanpassing onduidelijk en dat is in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Maatregel
De klacht is gegrond verklaard op een ondergeschikt onderdeel, zodat een maatregel niet nodig is.