Bewust onjuiste btw-aangifte
Een inmiddels uitgeschreven registeraccountant bevestigt na ontdekking dat hij opzettelijk te weinig btw heeft aangegeven. Over tien jaar mag hij zich weer inschrijven in het register.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/784 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 12 oktober 2015
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 10 jaar
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:113
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
In 2013 voert de Belastingdienst een boekenonderzoek uit bij de vennootschappen van een registeraccountant, die zich niet aan de fiscale afspraken houdt. Het boekenonderzoek mondt uit in een strafrechtelijk onderzoek. De accountant wordt verdacht van het doen van opzettelijk onjuiste belastingaangiften. Het OM vermoedt verder dat hij de jaarrekening van zijn kantoor over het jaar 2011 opzettelijk onjuist heeft opgemaakt.
Uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt onder meer dat:
- een werkneemster in het financieel boekhoudpakket AFAS de administratie bijhield van de holding en de werkmaatschappij van de accountant;
- zij het AFAS-overzicht aan de accountant gaf met de bedragen die de vennootschappen maandelijks moesten aangeven aan omzetbelasting;
- de accountant doorgaf met hoe veel de werkneemster de bedragen moest verlagen en hoe zij de administratie moest aanpassen;
- de werkneemster daarna de aangepaste aangifte omzetbelasting liet versturen aan de Belastingdienst;
- de accountant hierdoor volgens de Belastingdienst van 2009 tot 2012 ruim een ton te weinig omzetbelasting heeft afgedragen;
- de accountant de werkneemster de journaalposten in AFAS liet aanpassen en vervolgens zelf de jaarrekeningen 2009 tot en met 2011 opmaakte;
- hij op deze manier van boeken het zicht op de verschuldigde omzetbelasting verhulde.
Het Openbaar Ministerie dient een klacht in tegen de accountant.
Klacht
De accountant heeft:
a) van maart 2009 tot en met december 2012 opzettelijk onjuist aangiften omzetbelasting gedaan;
b) de jaarrekening van het kantoor over 2011 valselijk opgemaakt op het punt van de verschuldigde omzetbelasting.
Oordeel
Klachtonderdeel a is gegrond.
De accountant heeft de resultaten van het onderzoek niet betwist en op de zitting bij de Accountantskamer bevestigd dat hij wist dat hij onjuiste aangiften omzetbelasting deed. Daardoor staat naar tuchtrechtelijke maatstaven voldoende vast dat hij de aangiften omzetbelasting over maart 2009 tot en met december 2012 steeds bewust onjuist heeft gedaan. Dit oneerlijk en onoprecht handelen is in strijd met de relevante wet- en regelgeving. Ook al heeft de accountant na ontdekking openheid van zaken gegeven en meegewerkt aan de onderzoeken – hij heeft door de onjuiste aangiften het accountantsberoep in diskrediet gebracht en in strijd gehandeld met het integriteits- en het professionaliteitsbeginsel.
Het OM heeft echter onvoldoende onderbouwd dat hij geknoeid heeft met de jaarrekening van het accountantskantoor over 2011 door in de balanspost een te laag bedrag op te nemen.
Maatregel
De accountant heeft jarenlang maandelijks bewust verkeerde aangiften omzetbelasting gedaan en daarmee voor ruim 1 ton gefraudeerd. Hij heeft gezegd dat hij niet van plan was suppletieaangiften te doen en de verzwegen bedragen alsnog aan te geven en af te dragen. De accountant verklaart zijn handelen uit liquiditeitsproblemen, maar huurde en richtte wel een kantoorpand in en leasede een Volvo XC 90. De accountant heeft het integriteits- en het professionaliteitsbeginsel “op flagrante wijze” geschonden. De Accountantskamer vindt een doorhaling van de inschrijving, met een maximale termijn waarop hij zich niet mag herinschrijven, passend en geboden.