Wagenpark als voorraad in plaats van activa
Bij de - afgeketste - verkoop van een bedrijf is een accountant-administratieconsulent niet verkeerd te werk gegaan. Alleen had hij de werkwagens met toebehoren niet in de jaarrekening moeten opnemen onder de voorraden.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/731 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 30 oktober 2014
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2014:103
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een dga wil zijn schoonmaakbedrijf verkopen aan de KAM-coördinator c.q. management assistent. In september 2011 tekenen zij het contract voor de (ver)koop van de aandelen.
De verkoper zal een deel van de transactie financieren met een lening. In oktober 2011 tekenen beiden een aangepaste (ver)koopovereenkomst. De huisaccountant, een AA, verricht diverse hand- en spandiensten voor de overname.
De (potentiële) koper schakelt in mei 2012 een eigen accountant in om naar de overnamestukken en de onderliggende cijfers te kijken.
Een jaar later blijken nog enkele punten niet geregeld:
- de hoogte van de overnamesom;
- de dividenduitkering;
- de renteverrekening over de betaalde posten en verstrekte voorschotten;
- de waardering van de voorraad schoonmaak- en (gebruiks-)materialen bij projecten.
In november 2013 wordt de aandelen(ver)koopovereenkomst ontbonden. De KAM-coördinator c.q. management assistent vertrekt bij het bedrijf.
In maart 2014 dient hij een klacht in tegen de AA.
Klacht
De AA heeft:
- als adviseur van zowel koper als verkoper tijdens het overnametraject steken laten vallen door partijen onjuist en onvolledig te informeren;
- niet objectief en uitsluitend in het belang van de verkopende partij gehandeld, wat er uiteindelijk toe leidde dat de overeenkomst is ontbonden; hij had eerder moeten aangeven dat er een tweede accountant bij betrokken moest worden;
- de externe financier opzettelijk misleid en voorzien van onjuiste en/of incomplete informatie;
- de werkwagens en stofzuigers niet goed in de jaarrekening 2010 opgenomen.
Oordeel
Alleen klachtonderdeel 4 is gegrond.
Ad 1
De AA voert als verweer aan dat beide partijen elkaar goed kenden en als de dagelijkse leiding van de onderneming wisten hoe het er voor stond. Het risico van de deal was voor de dga vele malen groter dan voor de koper, die ook beschikte over alle informatie. De AA heeft als adviseur niet de gelegenheid gehad om informatie te geven, omdat de klager daar niet om vroeg.
De klager heeft dit niet weersproken, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is.
Ad 2
De klager wist al die tijd dat de AA de huisaccountant van het bedrijf was. Ook wist hij vanaf het begin van het overnametraject in 2010 dat de AA met een jurist de overname zou begeleiden voor beide partijen. De klager heeft hiermee ook ingestemd. Hij wist dus dat de objectiviteit van de AA hierdoor mogelijk werd bedreigd.
Dat de klager de accountant pas niet-objectief is gaan vinden nadat de eerste overeenkomst was getekend, neemt niet weg dat de klager al vanaf het begin van het overnametraject in 2010 wist of kon weten van de mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbare feiten rond de begeleiding. Omdat de klager de klacht ruim drie jaar later heeft ingediend is de klacht op dit punt niet-ontvankelijk.
Als dit klachtonderdeel wel ontvankelijk was geweest, zou de Accountantskamer die overigens ongegrond hebben verklaard. De klager heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat het de AA heeft ontbroken aan voldoende objectiviteit en dat hij door dat vermeende gebrek benadeeld is.
De AA heeft de klager geadviseerd een eigen accountant of adviseur te laten kijken naar het overnamevoorstel. Uit de inhoudelijke reactie van klager op het overnamevoorstel mocht de AA afleiden dat de klager dit advies had opgevolgd, wat hij ook heeft gedaan.
Ad 3
De klager heeft dit klachtonderdeel onvoldoende onderbouwd, zodat dit ongegrond is.
Ad 4
De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene niet betwist dat de werkwagens met toebehoren in de jaarrekening tegen nieuwwaarde werden gerubriceerd onder de voorraden. Omdat deze "attributen" meerdere jaren worden gebruikt, moeten zij echter onder de materiële vaste activa worden opgenomen en moet jaarlijks worden afgeschreven over de geactiveerde verkrijgingsprijs om de boekwaarde van de attributen juist weer te geven. Door dit na te laten heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel deskundigheid en zorgvuldigheid.
Maatregel
De schending van het beginsel moet de betrokkene wel worden aangerekend, maar - omdat de andere klachtonderdelen niet gegrond zijn - niet zo zwaar dat een maatregel nodig is.