Klacht makelaar definitief te laat
De Accountantskamer heeft een klacht van een vastgoedmakelaar terecht grotendeels niet-ontvankelijk verklaard.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 13/407
- Datum uitspraak:
- 03 december 2014
- Oordeel:
- beroep ongegrond, klacht grotendeels niet-ontvankelijk
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2014:461
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een vastgoedmakelaar en een assurantie/hypotheekmakelaar werken samen in een holding met vijf vennootschappen. In 1999 richten zij een maatschap op met een derde vennoot en diens persoonlijke bv.
In 2002 krijgen de twee makelaars ruzie en besluiten uit elkaar te gaan. De assurantie/hypotheekmakelaar biedt zijn aandelen in de holding te koop aan.
De accountant-administratieconsulent van de vennootschappen gaat desgevraagd de belangen van de vastgoedmakelaar behartigen bij de financiële afwikkeling van de breuk. De accountant laat dit schriftelijk weten aan de andere makelaar en geeft aan dat hij diens adviseur wil spreken in verband met de waardering van de aandelen in de holding.
De twee makelaars blijven ruziën en stellen een jurist aan om als bindend adviseur de geschillen te beslechten. Maar ook over het bindend advies blijven de makelaars ruzie maken.
Op verzoek van de bindend adviseur stelt de AA in 2003 de jaarrekening samen van de vennootschappen van beide makelaars. De advocaten van beide partijen hebben daarin toegestemd, omdat het inschakelen van een derde aanzienlijke vertraging en extra kosten met zich mee zou brengen.
In november 2008 wordt het advies definitief bindend. De makelaars krijgen vervolgens een verschil van mening over de eindafrekening die daaruit voortvloeit. De assurantie/hypotheekmakelaar beweert dat de vastgoedmakelaar de aandelen in één van de vennootschappen niet heeft geleverd met de hoeveelheid liquide middelen die zijn opgenomen in de jaarrekening 2003. De accountant van deze makelaar schrijft de vastgoedmakelaar en de bindend adviseur hierover medio 2010 aan.
Ondertussen heeft het kantoor de werkzaamheden voor de vastgoedmakelaar gestaakt, omdat hij nota's van de accountant onbetaald laat.
De vastgoedmakelaar dient in 2010 een klacht tegen de AA bij de (toenmalige) Klachtencommissie NIVRA-NOvAA. Die leidt de klacht door naar de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
a. vanaf augustus 2005 een ongewenste dubbelrol gespeeld bij de splitsing van de zakelijke activiteiten van de makelaars door vanaf een gegeven moment op te treden als adviseur van zowel klager als de bindend adviseur;
b. allerlei fouten gemaakt bij de aangiften en aanslagen IB en Vpb 2004 - 2007:
c. in de periode 2002 - 2010 in totaal het veel te hoge bedrag van 160 duizend euro gedeclareerd, inclusief voorschotten die niet zijn verrekend;
d. onvoldoende kennis en ervaring gehad om de splitsing te kunnen begeleiden en hem verkeerd geadviseerd;
e. geprobeerd de klager de mogelijkheid te ontnemen een tuchtrechtelijke klacht in te dienen of een civielrechtelijke procedure in te stellen;
f. na de aandelenoverdracht bij een probleem over mutaties van liquide middelen gekozen voor het standpunt van de andere makelaar.
De Accountantskamer verklaart de klachtonderdelen a, b, d en e niet-ontvankelijk, omdat de klacht op dit punt te laat is ingediend. Klachtonderdeel c is deels ontvankelijk en voor de rest ongegrond. Klachtonderdeel f is helemaal ongegrond,
De vastgoedmakelaar gaat in hoger beroep.
Beroepsgronden
De Accountantskamer heeft de klacht ten onrechte grotendeels niet-ontvankelijk verklaard.
Oordeel
Het beroep is ongegrond.
De klacht is terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat die op de genoemde onderdelen inderdaad niet binnen de driejaarstermijn is ingediend en op sommige punten zelfs pas op de zitting bij de Accountantskamer.
Wat betreft klachtonderdeel e heeft de klager in hoger beroep aangevoerd dat de accountant meermaals mondeling heeft gedreigd zijn werkzaamheden te staken als de vastgoedmakelaar een klacht tegen de accountant zou indienen. Omdat de klager hiermee pas in hoger beroep kwam aanzetten, is deze aanvulling van de klacht niet toelaatbaar.
Maatregel
Geen.