Tuchtrecht

Te weinig onderzoek naar juridisch risico

Een controlerend accountant had nogmaals navraag moeten doen naar de te verwachten uitkomst van een juridische procedure om te zien of daarvoor een voorziening moest worden opgenomen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
13/2492 Wtra AK
Datum uitspraak:
18 juli 2014
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2014:59

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een dochter van de topholding van een Nederlandse uitzendorganisatie neemt in april 2010 drie uitzendbureaus in het buitenland over die verkeerden in surseance. De bestuurder van de drie uitzendbureaus zal betrokken blijven bij de verkochte ondernemingen en krijgt via zijn vennootschap 20% van de aandelen in de nieuwe vennootschap waar de bureaus in opgaan.

Een registeraccountant controleert de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen van de uitzenddochter over 2010. Daarin staat een paar keer dat de dochter een belang van slechts 80% heeft in de nieuwe vennootschap. De accountant geeft een goedkeurende verklaring af, ook al stelt hij vast dat de aandelen voor de bestuurder nog niet geleverd zijn en de feitelijke situatie dus niet overeenstemt met de jaarrekening. De raad van commissarissen wil de opgenomen deelneming niet veranderen. De accountant stribbelt aanvankelijk tegen, maar laat het uiteindelijk zitten omdat de vermeldingen niet materieel zijn. Gezien de managementovereenkomst met de bestuurder hoefde er namelijk geen vergoeding te worden betaald voor de aandelen.

In november 2011 beëindigt de bestuurder de managementovereenkomst eenzijdig. Volgens de aandeelhoudersovereenkomst moet zijn vennootschap de aandelen aanbieden aan de uitzenddochter. Omdat de aandelen nooit zijn geleverd aan de bestuurder, zegt de dochter dat dit niet alsnog hoeft. Volgens de dochter hoeft zij op grond van de managementovereenkomst overigens geen vergoeding te betalen voor de aandelen.

De accountant controleert de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen van de uitzenddochter over 2011. In de jaarrekeningen staat enkele malen dat de dochter sinds augustus 2011 alle aandelen houdt. Desgevraagd vertelt het bestuur aan de accountant dat de feitelijke situatie hiermee overeenstemt.

In de jaarrekening is geen voorziening opgenomen voor de mogelijke uitkomst van de juridische procedure die de bestuurder heeft aangespannen tegen de dochter. De accountant vindt dit aanvaardbaar, nadat het bestuur een toelichting heeft gegeven en de advocaat van het bedrijf een lawyers letter heeft gestuurd. Volgens die advocatenbrief ziet het ernaar uit dat de partijen het eens zullen worden over een regeling, waarbij de bestuurder een bedrag tussen de 112 en 125 duizend euro zal krijgen. De accountant geeft een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekeningen.

De strijdende partijen komen er niet uit en de bestuurder eist bij de rechter dat de dochter hem een bedrag van 7,5 ton betaalt. Verder dient hij een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

  1. ten onrechte een goedkeurende verklaring afgegeven bij de jaarrekening over 2010 van de uitzenddochter, omdat haar belang in de nieuwe vennootschap per balansdatum onjuist en onvolledig is opgenomen en omdat daarin niet vermeld is dat de dochter verplicht was 20% van de aandelen te leveren aan de vennootschap van de bestuurder;
  2. bij de jaarrekening over 2011 van de dochter ten onrechte een goedkeurende verklaring afgegeven omdat:
    a. het conservatoire beslag op 20% van de aandelen in de nieuwe vennootschap niet is opgenomen in de jaarrekening;
    b. geen voorziening in de jaarrekening is opgenomen voor de te voorziene uitkomsten van de rechtszaak;
    c. in de toelichting op deze jaarrekening op geen enkele wijze melding wordt gemaakt van deze rechtszaak;
    d. in de jaarrekening ten onrechte meermalen aangegeven dat de dochter de resterende 20% in de nieuwe vennootschap heeft verworven en de overnameprijs voor deze transactie nihil was.

Oordeel

De klachtonderdelen 2b, 2c en 2d zijn (deels) gegrond. De rest van de klacht ongegrond.

Ad 1

Bij de controle heeft de accountant terecht beoordeeld of de onjuiste vermeldingen van het verworven belang een afwijking van materieel belang opleverden. De maatstaf voor zo'n beoordeling is of de onjuiste vermelding (afzonderlijk of samen met andere onjuistheden) de beslissingen van gebruikers van de jaarrekeningen kan beïnvloeden in die zin dat gebruikers daardoor niet het wettelijk vereiste inzicht in het vermogen en het resultaat van de rechtspersoon krijgen.

De accountant baseert zijn oordeel daarbij onder meer op:

  • de begrijpelijkheid van de overige gegevens die in de jaarrekeningen zijn opgenomen;
  • de vergelijkbaarheid van de gegevens die zijn vermeld in de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening;
  • de relevantie van het (niet) vermelden van de juiste gegevens.

In dit geval heeft de accountant in aanmerking genomen dat:

  • de deelneming in de nieuwe vennootschap in de enkelvoudige jaarrekening op nihil was gewaardeerd;
  • het negatieve resultaat van de nieuwe vennootschap voor 100% was verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening, aangezien de vennootschap van de bestuurder volgens afspraak niet verplicht was haar aandeel in het negatieve resultaat voor haar rekening te nemen;
  • dit negatieve resultaat niet in de enkelvoudige jaarrekening was verwerkt;
  • de in de geconsolideerde jaarrekening verantwoorde goodwill gelijk was aan de te verantwoorden goodwill bij een 100%-belang in de nieuwe vennootschap.

De Accountantskamer vindt de keuze van de accountant aanvaardbaar. Uit niets blijkt dat hij ook had moeten letten op andere gegevens die mogelijk tot een ander oordeel noopten. Dat de omzet van de vennootschappen 25% uitmaakte van de totale geconsolideerde omzet van de dochter en er dus wel degelijk sprake was van een afwijking van materieel belang is de Accountantskamer niet met de klager eens. Dat aandeel in de omzet wil namelijk nog niet zeggen dat de jaarrekeningen niet het wettelijk vereiste inzicht boden.

Volgens de Accountantskamer bestaat er geen gedrags- of beroepsregel die de accountant verplichtte bij het bestuur van de dochter of bij de vennootschap van de klager te vragen waarom de aandelen nog niet waren geleverd aan de vennootschap van de klager. Al met al vormen de onjuiste vermeldingen geen beletsel voor het afgeven van de goedkeurende verklaringen.

Ad 2

Dat het conservatoir beslag op 20% van de aandelen in de nieuwe vennootschap niet is opgenomen in de jaarrekening komt volgens de accountant omdat hij daarvan niets wist. De klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant dit wél wist. Er bestond ook geen gedrags- of beroepsregel die van een controlerend accountant verlangde dat hij bij het bestuur navroeg of er in verband met het geschil conservatoir beslag was gelegd.

In de jaarrekening wordt volgens de klager ten onrechte vermeld dat:

  • de dochter een 20%-belang in de nieuwe vennootschap heeft verworven;
  • de overnameprijs voor deze transactie nihil was.

Volgens de accountant  was een en ander wel terecht, omdat de dochter feitelijk alle aandelen hield en de vennootschap van de bestuurder de aandelen op grond van de aandeelhoudersovereenkomst moest aanbieden aan de dochter. Volgens de klager gold de aanbiedingsplicht niet omdat de aandelen nooit aan zijn vennootschap waren geleverd en de dochter dat nog steeds moest doen.

De Accountantskamer velt geen oordeel over deze stellingen. Omdat de vermeldingen over het belang van de dochter in de nieuwe vennootschap strookten met de feitelijke situatie ultimo 2011 kon de accountant een goedkeurende verklaring afgeven.

De accountant had echter meer informatie moeten vragen over de juridische procedure en het ontbreken van een voorziening daarvoor. Medio april 2012 kreeg de accountant de toelichting van het bestuur en de brief van de advocaat. De jaarrekening is echter veel later vastgesteld.

Ook al vond de accountant het zeer onwaarschijnlijk dat de procedure tot een verplichting en uitstroom van middelen zou leiden - uit het oogpunt van zorgvuldigheid kon hij niet volstaan met de mededeling van het bestuur dat het alle relevante informatie over lopende procedures had verstrekt. Die enkele mededeling zegt namelijk niets over het verloop en de mogelijke uitkomst van de procedure, waarin het draaide om de vraag of er een verplichting bestond en er wellicht dus toch middelen moesten uitstromen.

Volgens de Accountantskamer lag het daarom voor de hand dat de accountant nogmaals navraag had gedaan over de mogelijke uitkomst bij de advocaat. De accountant heeft met dit verzuim ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld.

Daarmee is volgens de Accountantskamer echter niet gezegd dat:

  • er een voorziening in de jaarrekeningen had moeten worden opgenomen in verband met de procedure;
  • in de toelichting op de jaarrekeningen melding had moeten worden gemaakt van die procedure;
  • niet vermeld had mogen worden dat de overnameprijs van de aandelen nihil bedroeg.

Maatregel

Waarschuwing.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.