Partijdig accountant berispt
Een accountant-administratieconsulent heeft in een conflict te veel de kant gekozen van één partij. Hij had later zijn opdracht van álle partijen moeten beëindigen en niet moeten doorgaan voor één van de partijen.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 13/1407 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 24 maart 2014
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- bevestigd, CBb 21 juli 2015, AWB 14/264
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2014:25, Samenvatting CBb-uitspraak
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De beheer- en holdingvennootschappen van een dga en zijn zonen houden de aandelen van bv 1 en bv 2. De resterende aandelen zijn in handen van de echtgenotes van de vader en de zonen en van de "meewerkend voorman" van bv 1. De voorman vormt samen met de zonen het bestuur van bv 1.
In december 2011 ontstaat een geschil tussen de zonen en de voorman als blijkt dat de vader jarenlang een hogere management fee inrekening brengt en heeft ontvangen van bv 1. De huisaccountant, een accountant-administratieconsulent, biedt aan daarover te praten met de voorman en de zonen, maar dat aanbod wordt afgeslagen. Later krijgt de voorman 87 duizend euro nabetaald na een geslaagde mediation.
De echtgenote van de voorman verricht sinds 1 januari 2012 administratieve werkzaamheden op het kantoor van bv 1. De vrouw behartigt de aandeelhoudersbelangen van haar man. De voorman laat de accountant weten dat de contacten via zijn vrouw verlopen.
In mei 2012 begint de voorman gesprekken over de mogelijke verkoop van zijn aandelen in de twee bv's met de zonen en hun persoonlijke financiële adviseurs. In juni worden de voorlopige cijfers van de twee vennootschappen besproken met alle aandeelhouders. De accountant oppert de mogelijkheid een vordering van bv 1 op bv 2 per 1 januari 2011 over te dragen aan de persoonlijke vennootschappen van de aandeelhouders in bv 1. De voorman en zijn vrouw maken hiertegen bezwaar. Daarnaast legt de accountant een concept-overeenkomst voor de overdracht per juni 2012 voor aan de aandeelhouders.
Terwijl de accountant op vakantie is, praat een kantoorgenoot met een financieel adviseur van de voorman. Volgens de adviseur mist er een ton in de boekhouding van bv 1. In juli komt de advocaat van de voorman met een schaderapport. Daaruit blijkt dat de vader en de zonen van 1993 tot en met 2010 een bedrag van minstens 317 duizend euro aan bv 1 hebben onttrokken. Daardoor zijn zowel de vennootschap zelf als de voorman benadeeld.
Als de vader en de zonen en later opnieuw willen praten over de verkoop van de aandelen van de voorman wil laatstgenoemde dat slechts onder de voorwaarde dat ook het schaderapport aan de orde komt. Daarop willen de zonen niet ingaan.
In september 2012 velt een acute hernia de voorman. De zonen laten via hun advocaat weten dat de management fee voor de voorman per 1 oktober wordt stopgezet. De voorman vordert doorbetaling in een kort geding.
In oktober krijgt de voorman van de vader en de zonen te horen dat er een buitengewone aandeelhoudersvergadering wordt belegd om de financiële situatie van bv 1 en verschillende maatregelen te bespreken, waaronder een faillissementsaanvraag.
In november overhandigen de zonen de tussentijdse cijfers per 1 september aan de voorman tijdens een buitengewone aandeelhoudersvergadering. De accountant is daarbij aanwezig.
In november stuurt de accountant een brief aan bv 1. Daarin legt hij uit waarom hij besloten heeft zijn opdracht aan bv 1 en bv 2 terug te geven, te weten:
- de advocaten van de bv hebben verschillende beschuldigingen geuit aan het adres van de andere bestuurders en aandeelhouders;
- het contact met de echtgenote van de voorman verloopt gebrekkig;
- de onafhankelijkheid van het kantoor staat ter discussie;
- de accountant heeft niet het volle vertrouwen van alle partijen.
In december 2012 spreekt de Rechtbank Midden-Nederland het faillissement van bv 1 uit. De voorman stelt het accountantskantoor enkele vragen over de rol van de accountant. De compliance officer en mededirecteur van het kantoor antwoordt per brief.
In januari 2013 maken de zoons een doorstart met een deel van de onderneming die bv 1 dreef.
In juni 2013 dienen de voorman en zijn vrouw een klacht in tegen de accountant.
Klacht
De accountant heeft:
a. de aandeelhouders van bv 1 geadviseerd een overeenkomst over de verrekening in rekening-courant te antedateren;
b. de voorman niets verteld over de inhoud van het gesprek dat zijn medewerker voerde met de zonen;
c. achter de rug van de voorman om de vader en de zonen geadviseerd en hun advocaat geassisteerd;
d. de voorman als aandeelhouder van bv 1 genegeerd, terwijl hij wist dat hij een conflict had met de andere aandeelhouders;
e. na 30 oktober 2012 geen contact met de voorman opgenomen, terwijl hij wist dat op de aandeelhoudsvergadering de faillissementsaanvraag van bv 1 zou worden besproken;
f. nagelaten een onderzoek in te stellen naar het verschil van 1 ton tussen de theoretische omzet en de werkelijk geboekte omzet van bv 1 en daardoor de belangen van de voorman heeft achtergesteld bij die van de zonen;
g. ten onrechte verzuimd om in de aandeelhoudersvergadering terug te komen op zijn opmerking dat hij het nut niet inzag van een nadere controle op de gemiste omzet, terwijl toen vaststond dat de zonen uren hadden "weggeboekt" die waren besteed aan de woning van hun vader;
h. op 20 november 2012 partijdig gehandeld door wel de opdracht van bv 1 en bv 2 en de klagers terug te geven, maar niet die van de vader en de zonen en hun vennootschappen;
i. de schriftelijke vragen van de klagers laten beantwoorden door zijn kantoorgenoot, die daarbij zeer onvolledig is geweest.
Oordeel
De klachtonderdelen c, d, e en h zijn gegrond, de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.
Ad a
De accountant heeft niet geadviseerd de verrekening te antedateren. In de overgelegde transcriptie van het gesprek leest de Accountantskamer dat de accountant de bedoeling had om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 te verrekenen als de aandeelhouders het daarover eens waren en dat de aandeelhouders hierover al "in december 2011" hebben gesproken. (Het is niet duidelijk of 2011 een verschrijving is en of er 2010 moet staan, red.)
Mede gezien de toelichting van de accountant staat niet vast dat hij onoorbaar heeft gehandeld en heeft aangezet tot valsheid in geschrift of fraude.
Ad b
De klagers hebben de accountant niet gevraagd verslag te doen van het gesprek.
Ad c, d, en en h
Als een accountant na het begin van zijn dienstverleningen wordt geconfronteerd met een conflict tussen de aandeelhouders, waarvan er twee ook bestuurder zijn, en hij doorgaat met zijn werkzaamheden, moet hij ervoor waken dat zijn professioneel of zakelijk oordeel niet wordt aangetast door het belangenconflict. Verder moet hij het vertrouwelijke karakter bewaren van de informatie die hij van de betrokken partijen heeft gekregen. Hij moet waarborgen treffen om de genoemde bedreigingen weg te nemen dan wel terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau.
Uit niets blijkt dat de accountant ook maar enige aandacht heeft geschonken aan de bedreigingen voor zijn geheimhoudingsplicht. Hij heeft zijn werkzaamheden voortgezet, terwijl hij wist dat de voorman de vader en de zonen aansprakelijk had gesteld voor het onttrokken bedrag.
De accountant heeft de opdracht van de zonen aanvaard om de administratie van bv 1 te onderzoeken en aan de hand van zijn bevindingen een visie te geven op het schaderapport. Hij heeft echter niet vooraf toestemming gekregen van de voorman en daarover ook niet overlegd. Hij had op zijn minst duidelijk moeten zijn over zijn rol en over wat de aandeelhouders mochten verwachten van zijn optreden. Door het onderzoek alleen te verrichten voor de vader en de zonen en de voorman daarover niet in te lichten, heeft de accountant onvoldoende distantie in acht genomen. Dat de voorman zich liet bijstaan door een eigen financieel adviseur doet er niet toe.
De accountant heeft zijn oordeel daadwerkelijk laten aantasten nu hij de belangen van de voorman heeft achtergesteld bij die van de vader en de zonen. Hij heeft het onderzoek laten betalen door bv 1. Volgens de accountant was dat conform de staande afspraak dat hij zijn werkzaamheden voor bv 1 in rekening zou brengen en dat de kosten in rekening-courant zouden worden geboekt al naargelang voor wie de werkzaamheden feitelijk werden verricht. De Accountantskamer vindt die zienswijze echter niet te rijmen met de openheid die je van een accountant mag verwachten. Bovendien zijn de facturen niet ten laste gebracht van de zonen en heeft de accountant erkend dat hij geen enkel zicht had op het al dan niet boeken in rekening-courant.
De accountant heeft ook verkeerd gehandeld ten aanzien van de tussentijdse cijfers. Daarin zijn namelijk keuzes verwerkt over onderwerpen waarover de aandeelhouders van mening verschilden, zoals de kortlopende vorderingen en de kortlopende schulden. Deze cijfers hebben een rol gespeeld bij de besluitvorming en de faillissementsaanvraag. Het verweer dat de accountant "slechts de stand van de administratie" wilde weergeven en "niemand heeft willen voortrekken", slikt de Accountantskamer niet. Want waarom heeft de accountant dan geen aandacht besteed aan de visie van de voorman op de betwiste posten?
Dat de accountant zijn oordeel heeft laten aantasten, blijkt ook uit het feit dat hij de opdracht van de twee bv's en de klagers heeft teruggegeven en zich aan de zijde van de vader, de zonen en hun persoonlijke vennootschappen heeft geschaard. Daarmee heeft hij verzuimd de geheimhouding van vertrouwelijke informatie te waarborgen. Bovendien had hij zijn relatie met beide strijdende partijen moeten beëindigen. Bij een conflict tussen aandeelhouders en bestuurders staat het een accountant namelijk niet meer vrij zijn diensten te blijven verlenen aan één van de partijen.
Al met al heeft de accountant in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van objectiviteit, van professioneel gedrag en van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Ad f en g
De accountant heeft aangevoerd dat hij geen opdracht had om het verschil tussen de theoretische en werkelijk geboekte omzet te onderzoeken. Bovendien zou een onderzoek weinig zin hebben, omdat de financieel adviseur van de voorman al onderzoek had gedaan en daarover had gecorrespondeerd met de zonen.
Ad i
De brieven van de klagers waren gericht aan de directie van het accountantskantoor. Daarom valt niet in te zien dat de accountant die zelf had moeten beantwoorden. Dat de naam van de accountant één van de geadresseerde namen is, maakt daarbij niet uit.
Maatregel
Omdat de accountant totaal geen oog heeft gehad voor de bedreigingen en meerdere fundamentele beginselen heeft geschonden, maar niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, is een berisping passend en geboden.