Inzet stagiair geen punt
Een registeraccountant heeft na toestemming van de klant een stagiair de administratie laten inboeken onder toezicht van een assistent-accountant. De aannemer die daarvoor niet wil betalen, kan niet duidelijk maken wat daar tuchtrechtelijk verwijtbaar aan is.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 13/2144 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 07 april 2014
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2014:28
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een bouwbedrijf is al langere tijd klant van een accountantskantoor in Raalte. De rechtsvorm van het bedrijf is een bv, die in 2007 wordt omgezet in een vennootschap onder firma. De firma wordt per 31 december 2010 ontbonden, waarna één van de firmanten het bedrijf voortzet als eenmanszaak.
Een registeraccountant verstuurt rekeningen voor zijn werkzaamheden, maar de aannemer weigert deze te betalen. De accountant schakelt een deurwaarder in.
In juli 2011 voert de Belastingdienst een boekenonderzoek uit bij het bouwbedrijf. Volgens de fiscus worden de werkplaats - die in 2009 is gebouwd - met ondergrond en erf ten onrechte gerekend tot het privévermogen van de aannemer. Een en ander moet tegen een nog vast te stellen waarde worden aangemerkt als bedrijfsvermogen.
De Belastingdienst constateert verder dat de aannemer geen suppletieaangiften omzetbelasting 2008 en 2009 heeft ingediend. Ook heeft hij de verschuldigde omzetbelasting over de bouw en verbouw van de werkplaats en de eigen woning niet volledig aangegeven. De Belastingdienst legt twee navorderingsaanslagen op en een vergrijpboete.
De aannemer stelt de accountant of één van diens medewerkers in mei 2013 aansprakelijk voor de nalatigheden. Hij vraagt het kantoor het uitgebrachte deurwaardersexploot in te trekken. De accountant geeft hieraan geen gehoor.
De deurwaarder herinnert de aannemer drie maanden later aan de afwijzing van zijn verzoek en aan het bedrag dat hij nog verschuldigd is aan de accountant. De aannemer herhaalt zijn kritiek op de accountant en probeert die te staven met een rapport dat het kantoor van de accountant op zijn verzoek heeft opgesteld. Daarin worden de jaarstukken en jaarrekeningen over de afgelopen jaren geanalyseerd.
De aannemer dient in september 2013 een klacht in tegen de registeraccountant.
Klacht
De accountant heeft:
a. de kostenbegroting fors overschreden en willens en wetens onjuiste urenstaten met hieraan gerelateerde facturen gestuurd;
b. werkzaamheden waarvoor klager heeft betaald laten verrichten door een stagiair;
c. klager ten onrechte niet geadviseerd dat hij moest wachten met het omzetten van zijn bv in een vof;
d. de suppletieaangiften omzetbelasting 2008 en 2009 opgesteld, maar verzuimd deze in te dienen bij de Belastingdienst. Verder heeft hij bezwaar gemaakt tegen de opgelegde boetes die zijn opgelegd na een belastingcontrole die de accountant onnodig had opgeroepen. Bovendien heeft hij de Belastingdienst stukken toegestuurd die niet relevant waren voor het boekenonderzoek en dit aan klager gefactureerd;
e. heeft een factuur gestuurd voor het opstellen van de tussentijdse cijfers per 1 november 2011, die achteraf te positief bleken en waarschijnlijk waren gebaseerd op "giswerk";
f. de investeringsaftrek onjuist verwerkt doordat de werkplaats/kantoor gecorrigeerd moest worden;
g. bij de klager en zijn echtgenote een terbeschikkingstelling van vermogen opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting 2010, maar de huurdervingskosten van de onderneming niet duidelijk verwerkt in de financiële verslaggeving;
h. te veel huur als inkomen opgenomen in de jaarrekening 2011;
i. het conceptrapport van de belastingcontrole doorgenomen en ten onrechte toegestemd in de correcties.
Oordeel
De klacht is ongegrond en deels niet-ontvankelijk.
Ad a
Volgens de accountant zijn de kosten in sommige jaren inderdaad hoger, vanwege zijn adviezen over:
- de terugkeer uit de bv naar de vof;
- de begeleiding bij de aankoop van een pand;
- het uittreden van de andere firmant.
Van de administratiekosten heeft hij nooit een schatting gemaakt. De accountant is verbaasd dat de aannemer de kosten na zoveel jaren alsnog ter discussie stelt, zonder te onderbouwen dat sprake is van "willens en wetens indienen van onjuiste urenstaten en de hieraan gerelateerde facturen".
De klacht is deels te laat ingediend en voor de rest onvoldoende onderbouwd.
Ad b
Volgens de accountant komt het "regelmatig voor dat stagiaires worden ingezet". Na overleg is de aannemer hiermee akkoord gegaan. De stagiair heeft de administratie onder toezicht van een assistent-accountant ingeboekt. De aannemer wist dat stagiaires tegen een laag tarief worden doorbelast aan de klanten.
Volgens de Accountantskamer heeft de aannemer niet duidelijk toegelicht hoe de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door een stagiair in te schakelen. De klager heeft het gemotiveerde verweer van de accountant ook niet weersproken.
Ad c
De bv is in 2007 omgezet in een vennootschap onder firma en het accountantskantoor heeft hierover in 2006 geadviseerd. De klacht is dus te laat ingediend.
Ad d
De klacht over de suppletieaangifte omzetbelasting 2008 is te laat ingediend. De rest van de klacht is ongegrond.
De aannemer heeft erkend dat de suppletieaangiften 2008 en 2009 bij hem zijn blijven liggen en heeft de klacht onvoldoende onderbouwd.
Ad e
De tussentijdse cijfers waren niet meer dan een praatstuk zonder officiële status. De notitie is alleen gebruikt voor de financiering van de woning en de accountant heeft de aannemer bij de bespreking verteld dat het slechts een kleine opstelling was, waaraan nog meerdere gegevens toegevoegd moesten worden. De klager heeft ook zijn beweringen over de factuur onvoldoende onderbouwd.
Ad f
De accountant wist bij de belastingaangifte 2010 niet dat de schuur als bedrijfsvermogen moest worden aangemerkt zodat investeringsaftrek kon worden geclaimd. Gezien de aard en omvang van zijn opdracht en de informatie van de aannemer hoefde de accountant dit niet nader te onderzoeken voordat hij belastingaangifte deed.
Bovendien heeft de accountant toegezegd de belastingaangifte voor 2011 kosteloos te zullen aanpassen. De aannemer heeft niet duidelijk gemaakt hoe de accountant desondanks een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt.
Ad g, h en i
De accountant heeft de verwijten ontzenuwd en de klager heeft dat verweer niet weersproken. Het verweer van de accountant hield onder meer in dat:
- de terbeschikkingstelling is opgenomen omdat de aannemer en zijn vrouw getrouwd zijn op huwelijkse voorwaarden;
- de accountant niet wist dat de werkplaats zakelijk werd gebruikt;
- de accountant de kosten van de werkplaats al in de aangifte inkomstenbelasting 2010 had verwerkt en heeft gecorrigeerd in de jaarrekening 2010 van de vof, zodat de conclusie dat er bij de aannemer te veel aan huur is opgenomen niet juist is;
- het standpunt van de Belastingdienst over de gebruikte materialen voor de bouw van de werkplaats juist is.
Maatregel
Geen.