Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In het kader van een echtscheiding vraagt de advocaat van een vrouw of een accountant de waarde kan vaststellen van de vennootschappen van de man. De registeraccountant is hier van eind 2005 tot medio 2008 mee bezig. De vrouw van de ondernemer dient in april 2012 een klacht in over de niet-onafhankelijke opstelling van de accountant.

De Accountantskamer verklaart de klacht niet-ontvankelijk, omdat die veel te laat is ingediend. De Accountantskamer passeert het excuus dat de vrouw niet eerder in staat was een klacht in te dienen omdat ze zo verdrietig was nadat haar zoon op 1 maart 2006 was overleden.

De vrouw gaat in hoger beroep, maar doet dat te laat. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep daarom zonder nader onderzoek ongegrond. Tegen deze (niet gepubliceerde) uitspraak gaat de vrouw in verzet. Zij voert aan dat zij had gewacht met het instellen van hoger beroep omdat zij alles zorgvuldig wilde doen en "goed voor de dag wilde komen".

Oordeel

Het verzet is ongegrond.

De vrouw heeft erkend dat zij haar beroepschrift heeft ingediend buiten de beroepstermijn van zes weken. Deze termijn wordt ook vermeld onder de bestreden uitspraak van de Accountantskamer. Het college ziet geen aanleiding de wettelijke termijn in dit geval ter zijde te stellen. Er is sprake van een toerekenbare termijnoverschrijding. Het beroep van de vrouw is terecht zonder nader onderzoek niet-ontvankelijk verklaard.

Maatregel

Geen.