Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant voert van april 2011 tot mei 2012 verschillende administratieve en fiscale werkzaamheden uit voor een bv. In oktober 2012 vraagt de adviseur van de bv aan de accountant of hij contact wil opnemen in verband met een lopende kwestie.

Als de accountant niet reageert, stuurt de adviseur hem opnieuw een brief. Daarin verzoekt hij de accountant alle documenten die hij onder zijn beheer heeft en alle administratieve en boekhoudkundige bescheiden aan te leveren.

Eind november 2012 stelt de adviseur de accountant aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is dan wel zal zijn van het niet overdragen van de gevraagde stukken. Niet lang daarna dient de adviseur een klacht in bij de Klachtencommissie NIVRA-NOvAA.

De accountant reageert eind januari 2013 op de klacht. Hij geeft aan dat hij vanwege persoonlijke omstandigheden langdurig niet in staat was zijn correspondentie af te handelen. Het spijt hem dat dit tot een klacht heeft geleid van de adviseur. Hij zal hem zo spoedig mogelijk antwoorden.

De accountant schrijft de adviseur dat hij de informatie, die al enige tijd klaar lag om te worden afgehaald door de directeur, zal opsturen. De adviseur laat de Klachtencommissie later echter weten dat de accountant nog niet naar tevredenheid tegemoet is gekomen aan zijn klacht. De adviseur vraagt nog meer stukken op en wijst erop dat de accountant het dossier en de stukken volledig moet overdragen.

De accountant stuurt medio februari zes aanvullende documenten. In een begeleidend schrijven wijst de accountant erop dat zijn betrokkenheid bij de onderneming beperkt is geweest en dat hij geen vergoeding heeft ontvangen voor de inspanningen die hij wel heeft geleverd.

De Klachtencommissie laat de klacht vallen vanwege het excuus en de toezegging alle stukken over te dragen. Na (ruim) een maand blijkt de accountant nog niet alles te hebben overgedragen. De adviseur verwijst de aandringende Belastingdienst naar de accountant, omdat die nog een groot deel van de stukken heeft.

In juni 2013 laat de adviseur de accountant weten dat de Belastingdienst een boekenonderzoek gaat instellen bij de bv dat met name is gericht op het privégebruik van de auto. De adviseur schrijft de accountant ook dat de stukken die de accountant wel heeft toegezonden geen adequate loonadministratie vormen, "laat staan dat die de toets van de controle kan doorstaan". Voor de schade die voortvloeit uit het fiscale onderzoek, stelt hij de accountant aansprakelijk.

De accountant reageert niet op de brief. De bv dient een klacht tegen hem in.

Klacht

De accountant:

a. is de verplichtingen uit de overeenkomst met de bv niet nagekomen;

b. heeft zijn zorgplicht geschonden door de administratieve afhandeling van de remigratie van de directeur en zijn zoon naar het buitenland niet te begeleiden;

c. de bv reputatieschade berokkend;

d. niet gereageerd op verzoeken om informatie.

Oordeel

De klachtonderdelen a en d zijn gegrond en b en c onvoldoende onderbouwd c.q. gepreciseerd.

Het beginsel van zorgvuldigheid vereist dat een accountant zijn opdracht tijdig uitvoert met toewijding en voldoende diepgang. Door zijn contractuele verplichtingen niet na te komen, heeft de accountant in strijd met dit beginsel gehandeld.

De Accountantskamer onderstreept daarbij dat van een accountant mag worden verwacht dat hij helder en tijdig communiceert met zijn cliënt over de uit te voeren werkzaamheden en over verzoeken die de cliënt nadien in verband met die werkzaamheden doet of laat doen. Door dit herhaaldelijk na te laten, heeft de accountant in strijd gehandeld met het beginsel van zorgvuldigheid.

Volgens de Accountantskamer brengt de zorgplicht die op de accountant rust bovendien met zich mee dat hij had moeten zorgen dat er een waarnemer of gemachtigde was die zijn taken overnam toen hij die zelf niet kon uitvoeren.

Maatregel

Waarschuwing.

De Accountantskamer geeft (de Raad voor Toezicht van) de NBA uitdrukkelijk in overweging een (incidenten) onderzoek in te stellen naar (de praktijk van) de accountant, die kennelijk al langere tijd wegens persoonlijke omstandigheden niet in staat lijkt te zijn om zijn taken als accountant zorgvuldig uit te voeren en kennelijk niet zorgt voor een waarnemer of gemachtigde.