Bankrekeningen onjuist verwerkt
Een accountant-administratieconsulent verwerkt enkele bankrekeningen van een makelaar niet goed in de jaarrekening. Net als de Klachtencommissie NIVRA-NOvAA vindt de Accountantskamer dat onzorgvuldig.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 13/1043 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 06 januari 2014
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2014:2
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een makelaar neemt een onderneming over en laat voor de moeder- en dochter-bv aparte administraties voeren. Deze resulteren in de geconsolideerde jaarrekening van de moeder-bv.
Een accountant-administratieconsulent voert van eind 2005 tot eind 2009 de samenstel- en fiscale werkzaamheden uit voor de vennootschappen van de makelaar en de makelaar in privé. In de aangifte inkomstenbelasting 2005 neemt hij niet op dat de makelaar in 2005 in privé een woning heeft aangekocht en gefinancierd.
De Belastingdienst stelt eind mei 2008 nadere vragen, die de accountant beantwoordt in juni.
In augustus 2009 brengt de accountant de jaarrekeningen 2008 uit van de moeder-bv en de persoonlijke holding.
In december beklaagt de makelaar zich per e-mail over de nota's van de accountant. "...voor mijn gevoel deugt hier iets niet". Gezien haar wantrouwen ziet zij zich genoodzaakt de samenwerking te beëindigen. Zij vraagt de accountant om:
- creditnota's te sturen voor de omstreden werkzaamheden;
- de documenten van de vennootschappen te retourneren "voor zover deze in je bezit zijn".
In 12 mei 2010 stelt de Belastingdienst aan de accountant nadere vragen over de aangifte vennootschapsbelasting 2008 voor de persoonlijke holding. Na een herinnering antwoordt de accountant dat zijn kantoor niet meer optreedt als adviseur van de persoonlijke holding.
Kort daarna bespreken de accountant en de makelaar de openstaande facturen. De accountant stelt voor dat de makelaar 75 procent van de openstaande bedragen betaalt, tegen finale kwijting. De makelaar biedt 50 procent en maakt dat bedrag over. De accountant houdt voet bij stuk.
In 2011 vraagt de opvolger van de accountant zijn voorganger drie keer om de financiële administraties. Ook wil hij weten waar de voorganger de bankrekening van de dochter-bv heeft verwerkt in de jaarberichten 2008. De accountant laat weten dat hij:
- de administraties niet in zijn bezit heeft;
- de genoemde bankrekening heeft verwerkt in de privé-administratie voor de privé-panden.
In oktober 2011 uit de makelaar haar klachten tegen de accountant en stelt hem aansprakelijk voor de kosten van de fiscale boete, alsmede de kosten van de werkzaamheden van de opvolger. De opvolger vraagt de voorganger onder meer waar de bankrekening van de moeder-bv is vermeld en waarom. De voorganger stuurt de jaarrekeningen 2008 en de uitwerkingen vanuit de administratie.
In februari 2012 dient de makelaar een klacht in bij de klachtencommissie NIVRA-NOvAA. Die oordeelt onder meer dat de accountant:
- een bankrekening van de moeder-bv met een debetsaldo niet heeft opgenomen in de jaarrekening;
- heeft verzuimd een bankrekening van de persoonlijke holding te verwerken in de jaarrekening 2008;
- van twee bankrekeningen onjuiste saldi heeft verwerkt;
- heeft verzuimd een bankrekening, die kennelijk abusievelijk op naam van de moeder-bv stond, op te nemen als 'niet uit de balans blijkende verplichtingen' of het bestaan van de bankrekening in de toelichting bij de jaarrekening te vermelden;
- heeft verzuimd er bij de makelaar schriftelijk op aan te dringen de tenaamstelling van de bankrekening te wijzigen;
- bij de onjuiste banksaldi niet uitsluitend op de mededeling van de makelaar had mogen afgaan, maar had moeten zorgen dat er afschriften van deze bankrekeningen in het dossier zaten;
- al met al heeft gehandeld in strijd met de van hem te verlangen zorgvuldigheid.
De makelaar eist een schadevergoeding van 14 mille en zal de zaak in handen geven van een advocaat als de accountant het bedrag niet voor 21 november 2012 voldoet. Na een e-mail-wisseling, waarin de makelaar een klacht bij de Accountantskamer aankondigt, betwist de accountant uiteindelijk (nogmaals) zijn aansprakelijkheid en de basis voor de claim.
In april 2013 voegt de makelaar de daad bij het woord.
Klacht
De accountant heeft:
a. de aangifte inkomstenbelasting over 2005 onvoldoende zorgvuldig gedaan door hierin de aankoop van een eigen woning onjuist te verwerken;
b. enkele bankrekeningen niet verwerkt en onjuiste banksaldi opgenomen voor de persoonlijke holding;
c. bij de facturen over 2008 geen specificaties verstrekt;
d. bedreigingen aan het adres van de makelaar geuit via haar compagnon;
e. ten onrechte zijn civiele aansprakelijkheid ontkend.
Oordeel
De klachtonderdelen a en c zijn niet-ontvankelijk, de klachtonderdelen d en e zijn ongegrond en klachtonderdeel b is gegrond.
Ad a
De Belastingdienst heeft eind mei 2008 nadere vragen gesteld over deze aangifte. De makelaar had dus toen al kunnen weten wat er volgens haar niet deugde. De klacht is daarom te laat ingediend.
Ad b
Hoewel het handelen van de accountant dateert van 2008 neemt de Accountantskamer aan dat de makelaar pas in juni 2010, door nieuwe vragen van de Belastingdienst, inzag dat de bankrekeningen niet juist waren verwerkt en onjuiste banksaldi waren opgenomen voor de persoonlijke holding. Dit klachtonderdeel is dus wel op tijd ingediend.
De makelaar verwijst in de klacht naar de beslissing van de Klachtencommissie. In zijn verweer tegen de tuchtklacht erkent de accountant volgens de Accountantskamer het oordeel van de Klachtencommissie. Ook de Accountantskamer oordeelt daarom dat de accountant heeft gezondigd tegen het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Ad c
De nota's waarvan de specificaties zouden ontbreken, dateren van 2008. Dit klachtonderdeel is daarom te laat ingediend.
Ad d
Dit klachtonderdeel is op geen enkele manier onderbouwd.
Ad e
Volgens de vaste jurisprudentie van de Accountantskamer kan het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn als een accountant een civielrechtelijk standpunt inneemt in zijn zakelijke betrekkingen en/of in rechte. Tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals:
- de accountant heeft bewust een standpunt ingenomen dat onjuist of misleidend en dus te kwader trouw is;
- de accountant heeft een standpunt ingenomen dat in de ogen van een redelijke en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden gezien als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep.
De accountant heeft de vermeende schade en de aansprakelijkstelling gemotiveerd weersproken. Volgens de Accountantskamer levert dat geen bijzondere omstandigheid op zoals hierboven wordt bedoeld.
Maatregel
De ernst van de onzorgvuldigheid is te gering om een maatregel op te leggen.