Tuchtrecht

Verweer met fiscaal rapport klager toegestaan

Twee accountants hebben niet hun geheimhoudingsplicht geschonden door het fiscaal rapport van hun aanklaagster te gebruiken voor hun verweer in hoger beroep.

Accountantskamer

Zaaknummers:
14/669 en 14/670 Wtra AK
Datum uitspraak:
30 oktober 2014
Oordeel:
niet-ontvankelijk / ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2014:102

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee broers en hun vrouwen runnen ieder via hun eigen holding enkele winkels die partijen dames- en kinderkleding verkopen. Eén van de twee echtparen gaat scheiden. Het stel blijft na het uitspreken van de scheiding bakkeleien over de verdeling van de boedel.

Een accountantskantoor werkt al meer dan twintig jaar voor het bedrijf. Relatiebeheerder van deze klant is een accountant-administratieconsulent. Een registeraccountant van het kantoor ondertekent de samenstellingsverklaring en voert strategische adviesgesprekken met de ondernemers. De partner van de gescheiden vrouw is het eerste aanspreekpunt van de accountants.

In juni 2009 spreken de AA, de ex van de vrouw en de broer van de ex over de gevolgen van de echtscheiding. Volgens het verslag menen de ex en zijn broer dat er geen tegenstrijdige belangen zijn. Het accountantskantoor moet de te nemen financiële beslissingen met de voor- en nadelen vanuit verschillende gezichtspunten belichten. Daarna zullen de partijen samen een besluit nemen, in overleg met de advocaat van de vrouw.

De vrouw heeft haar twijfels over de objectiviteit van de AA en de RA. Nog voordat het winkelbedrijf in augustus 2013 failliet wordt verklaard, dient zij een klacht tegen beiden in.

De Accountantskamer legt de twee een berisping op. De accountants gaan daartegen in hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Bij het hoger beroepschrift overleggen zij de aangiften inkomstenbelasting van de vrouw over 2009 en 2010 als bijlagen.

De vrouw zegt het verstrekken van vertrouwelijke gegevens zonder volmacht "een civielrechtelijke onrechtmatige daad", "schaamteloos, onbetrouwbaar en een schending van welk VGC beginsel dan ook" te vinden. Dat de twee ook een kopie van enkele stukken uit de echtscheidingsprocedure bij hun beroepsschrift hebben gevoegd, wekt ook haar ongenoegen. Zij kondigt een nieuwe tuchtklacht tegen de twee aan.

De twee zijn er bij de waardering van de aandelen in de holding van de vrouw en haar ex vanuit gegaan dat de vrouw daarvan geen bestuurder meer was. De vrouw overlegt in het hoger beroep echter een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt dat er nooit een boedelverdeling heeft plaatsgevonden en zij dus nog steeds bestuurder is van de holding.

Nog voordat het college een oordeel heeft geveld, dient de vrouw de aangekondigde nieuwe klacht in.

Klacht

De accountants hebben:

  1. zich bij het college laten bijstaan door advocatenkantoor Wille Donker, dat ook de ex bijstond in meerdere rechtszaken tegen de vrouw, en hebben daardoor het risico genomen dat de privacy van de vrouw werd geschonden, wat ook is gebeurd;
  2. zonder toestemming vertrouwelijke gegevens, waaronder de IB-aangiften van de vrouw, openbaar gemaakt ten behoeve van zichzelf door deze als producties bij het beroepschrift toe te sturen aan het college;
  3. uit eigen belang in hun beroepschrift vertrouwelijke informatie over de vrouw in de openbaarheid gebracht, waardoor de privacy van de vrouw is geschonden. De gerechtelijke stukken uit de zakelijke en privérechtszaken en de scheiding, die niet voor niets achter gesloten deuren plaatsvonden, zijn geen eigendom van de accountants;
  4. de vrouw belemmerd, gepasseerd en bewust onwetend gelaten als bestuurder van de vennootschap, waardoor de vrouw niet aan haar wettelijke verplichting jegens de vennootschap kon voldoen;
  5. een vermogensopstelling voor de echtscheiding gemaakt, waarin zij de ex van de vrouw bevoordelen (want uit de aangiften inkomstenbelasting van de ex, die de accountants in hoger beroep hebben overgelegd, blijkt dat een spaarbedrag van in totaal 18.500 euro niet is meegenomen bij de gemeenschappelijke verdeling).

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk c.q. ongegrond.

Zoals de Accountantskamer al eerder heeft gezegd is het niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager, nadat de kamer over diens klacht heeft beslist, een tweede klacht tegen dezelfde accountant(s) indient over hetzelfde - toen al bekende - feitencomplex.

Klachtonderdeel 4 komt op hetzelfde neer als de algemene klacht die de Accountantskamer in de eerdere klachtprocedure al gegrond heeft verklaard. De Accountantskamer ziet op dit punt geen nieuwe, relevante feiten die een nieuwe tuchtrechtelijke beoordeling rechtvaardigen. In zoverre is de klacht niet-ontvankelijk.

En voor zover klachtonderdeel 5 niet om dezelfde reden ook niet-ontvankelijk is, is dit onderdeel ongegrond. De vrouw heeft het verweer van de accountants, dat zij de bedoelde vermogensopstelling niet hebben vervaardigd, namelijk niet (voldoende) gemotiveerd tegengesproken.

Klachtonderdeel 1 is ongegrond, omdat er geen beroeps- of gedragsregel is die het recht op vrije advocaatkeuze beperkt.

Geheimhouding

Ook de klachtonderdelen 2 en 3 zijn ongegrond.

Uit artikel 42 van de Wet accountantsberoep en uit de artikelen 16c en 17 lid 1 van de VGBA volgt dat een accountant bij een gemotiveerde, gesubstantieerde en aannemelijke klacht in beginsel zijn medewerking moet verlenen aan het onderzoek door de tuchtrechter. Dat moet hij ook als daarbij informatie wordt besproken die onder de geheimhoudingsplicht valt of wanneer hem wordt gevraagd bescheiden van de opdrachtgever te overleggen.

Dit betekent niet dat de aangeklaagde accountant zonder meer alle gegevens moet openbaren en/of alle bescheiden moet inbrengen die verband houden met de klacht. De reikwijdte van deze verplichting is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de belangen die met de klacht en met de vertrouwelijkheid zijn gemoeid.

Daarbij moet de accountant het beroep op zijn beroepsgeheim voldoende onderbouwen met feiten en omstandigheden. Als de accountant onvoldoende meewerkt aan het onderzoek kan de tuchtrechter daaraan gevolgen verbinden.

In dit geval heeft de vrouw in de eerdere klachtprocedure bij de Accountantskamer concrete en gesubstantieerde bezwaren verwoord tegen de werkzaamheden van de accountants en heeft de Accountantskamer de klacht deels gegrond verklaard.

Omdat de accountants de basis van dat oordeel moeten kunnen weerleggen, hebben zij hun geheimhoudingsplicht en de  vertrouwelijkheid niet geschonden.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.