Tuchtrecht

Klacht over waardering aandelen te laat

Een registeraccountant waardeert de aandelen in een onderneming op hun intrinsieke waarde. Daardoor moet een dga na zijn scheiding te veel betalen aan de ex. De dga wacht echter te lang met klagen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
13/2891 Wtra AK
Datum uitspraak:
03 oktober 2014
Oordeel:
niet-ontvankelijk
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2014:69

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een medewerker van een accountantskantoor geeft de dga van een moeder- en twee dochter-bv's desgevraagd een indicatie de waarde van diens aandelen in de moeder-bv. De medewerker heeft die berekend aan de hand van de (verbeterde) rentabiliteitswaarde. Op basis van een jaarlijks te verwachten winst van 100 duizend euro  komt hij op een waarde van 534 duizend euro.

Begin 2009 geeft een registeraccountant van het kantoor een samenstellingsverklaring af bij de jaarrekening van de moeder over 2008. De accountant bespreekt de jaarrekening met de dga en de medewerker in aanwezigheid van de toenmalige vrouw van de dga.

Het huwelijk van de dga en zijn vrouw heeft zijn beste tijd gehad. De twee overleggen met een advocaat over de gevolgen van de echtscheiding. Zij gebruiken daarbij de financiële gegevens die de accountant heeft aangeleverd. Volgens de accountant hebben de aandelen in de moeder-bv een indicatieve waarde van 408.750 euro. De accountant  laat de advocaat medio april weten dat de twee het in principe eens zijn over de waarde van "de woning en de aandelen".

In juni blijkt uit een tussentijdse jaarrekening dat één van de dochter bv's een verlies voor belastingen zal maken van 133.664 euro. Volgens een prognose zal de moeder over heel 2009 een verlies na belastingen lijden van 83.398 euro.

In januari 2010 spreekt de rechter de echtscheiding uit. De dga krijgt de aandelen in de moeder-bv tegen een waarde van 381 duizend euro. Dit bedrag is gebaseerd op de intrinsieke waarde per 31 december 2008 "onder aftrek van het dividend voor de Fiat (€ 17.000 bruto) en de ab belastingclaim".

Volgens het convenant blijft de dga zijn vrouw 119.341 euro schuldig, waarover hij maandelijks rente betaalt. De bedoeling is de schuld zo spoedig mogelijk af te lossen. Maar dan blijkt dat de moeder-bv over 2009 een verlies

heeft geleden van ruim 2 ton. De dga wil fuseren met een andere onderneming en vraagt een corporate finance-kantoor om een waarde-indicatie van de moeder en dochters. Volgens de valuator is het niet mogelijk een betrouwbare waardering op te stellen van één van de dochters. Maar hij voegt er wel aan toe dat de waarde negatief lijkt "zonder zicht op sterk marktherstel in 2011".

De valuator attendeert de dga erop dat de waarde van de onderneming niet correct in de echtscheiding is meegenomen. In augustus 2012 zegt de dga dat de accountant de waarde van de aandelen in de moeder vóór de peildatum voor het convenant had moeten actualiseren, gezien de tussentijdse cijfers, de afgegeven prognose over het hele jaar 2009 en het negatieve resultaat over dat jaar. De dga stelt de accountant aansprakelijk voor de gevolgen van dit verzuim. De accountant wijst deze aansprakelijkheid af.

De dga dient op 19 december 2013 een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft niet objectief, niet deskundig en niet zorgvuldig gehandeld omdat hij:

a. heeft verzuimd de dga erop te attenderen dat de belangen van hem en zijn toenmalige echtgenote bij de echtscheiding tegenstrijdig waren;

b. in het kader van de echtscheiding de waarde van de onderneming onjuist heeft bepaald gezien het ernstige verlies in 2009.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk.

De Accountantskamer neemt een klacht niet in behandeling als:

  • er meer dan zes jaar zijn verstreken tussen het moment van het verweten handelen of nalaten en het indienen van de klacht;
  • er meer dan drie jaar zijn verstreken tussen het moment dat de klager het verweten handelen of nalaten heeft geconstateerd en het indienen van de klacht.

In veel gevallen constateer je als klager al iets voordat je beschikt over alle informatie die noodzakelijk is om een klacht aan de tuchtrechter te kunnen voorleggen. De driejaarstermijn gaat namelijk al lopen als de klager redelijkerwijs kan vermoeden dat het optreden van de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar is (zie onder meer AWB 11/624 en AWB 10/428).

De dga wist vanaf begin april 2009 dat de accountant financiële gegevens verstrekte aan de advocaat en heeft toen met zijn toenmalige echtgenote gesproken over de financiële gevolgen van de echtscheiding. Hem is in de loop van 2009 gezegd dat de waarde van de aandelen gelijk was aan de intrinsieke waarde van de aandelen ultimo 2008. Hem is ook meegedeeld dat hij volgens het conceptconvenant wegens overbedeling een aanzienlijk bedrag verschuldigd zou zijn aan zijn toenmalige echtgenote. Ook kende hij in de loop van juni 2009 de tussentijdse cijfers over de eerste vijf maanden van 2009 en zijn eigen prognose voor heel 2009.

De Accountantskamer meent daarom dat de dga al in de loop van 2009 kon vermoeden dat:

  • de accountant belangen behartigde die mogelijk niet (helemaal) parallel liepen;
  • de manier waarop de waarde van de aandelen werd bepaald niet strookte met het ondernemingsresultaat dat hij in 2009 hoopte te behalen.

De dga heeft het handelen waarover hij klaagt dus meer dan drie jaar voor het indienen van de klacht geconstateerd.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.