Tuchtrecht

Accountantskamer oordeelt zonder te horen

De Accountantskamer heeft onbehoorlijk gehandeld door een oordeel te vellen over het assurance-aspect van een prognose dat niet is besproken op de zitting en waartegen de beklaagde accountants zich dus niet hebben kunnen verweren.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 13/276
Datum uitspraak:
22 oktober 2014
Oordeel:
beroep gegrond / klacht ongegrond
Maatregel:
geen in plaats van waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2014:399

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee fondsenwervende instellingen moeten fuseren. Met het oog op de fusie brengen twee registeraccountants de financiële situatie van één van de stichtingen in beeld. Zij brengen op 3 december 2010 een prognose uit op basis van de veronderstellingen van één van de stichtingen. Uit de prognose blijkt dat de stichting bijna 2 ton verlies zal leiden en het eigen vermogen slechts 40 mille zal zijn. Bij die prognose merken de accountants op dat zij over 2010 geen accountantscontrole hebben toegepast.

Op 13 december komen zij met een geactualiseerde prognose op basis van een onderzoek met toepassing van COS 3400. Volgens deze versie pakken het eigen vermogen en het exploitatieresultaat veel gunstiger uit: 3,2 ton respectievelijk 84 mille.

Bij een reorganisatie moet de controller van één van de stichtingen het veld ruimen. Hij gaat niet akkoord met de geboden ontslagvergoeding en stapt naar de kantonrechter. De stichting zwaait daar met de eerste prognose van de accountants. Met de geëiste gouden handdruk van 35 mille zal daar te weinig van over blijven. De accountants geven er een toelichting op de cijfers. De kantonrechter kent een vergoeding toe van 18 mille.

De controller dient een klacht tegen de accountants in bij de Accountantskamer. Die verklaart alleen klachtonderdeel e gegrond. Dat klachtonderdeel houdt in dat de accountants:

  • een prognose hebben verstuurd met valse informatie;
  • op de zitting bij de kantonrechter geen melding hebben gemaakt van de geactualiseerde prognose;
  • op de zitting bij de kantonrechter evenmin hebben gemeld dat het ministerie had ingestemd met een gewijzigde tariefstructuur en met het doorschuiven van projectgelden (waardoor een bedrag van ruim 900.000 euro vrijviel);
  • ten tijde van die zitting echter wisten dat het resultaat en de vermogenspositie van de stichting beter zouden uitvallen dan volgens de prognose van 3 december 2010.

De Accountantskamer zegt dat een controlerend accountant de objectieve waarheidsvinding niet mag belemmeren met een rapport dat te eenzijdig is toegespitst op het belang/standpunt van zijn cliënt/opdrachtgever. Omdat de accountants wisten dat de eerste prognose zou worden ingebracht in de ontbindingsprocedure en dus een rol zou (kunnen) spelen bij de beslissing van de kantonrechter, hadden zij expliciet moeten aangeven dat de prognose was gebaseerd op de veronderstellingen van de stichting, waarvan zij de redelijkheid niet nader hebben onderzocht. De accountants hebben ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld en de Accountantskamer legt een waarschuwing op.

De accountants gaan in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft klachtonderdeel e ten onrechte gegrond verklaard en de klacht op ontoelaatbare wijze uitgebreid. De controller heeft er niet over geklaagd dat de accountants onvoldoende duidelijk hebben gemaakt dat de eerste prognose gebaseerd was op veronderstellingen van de stichting en welke mate van zekerheid zij boden over de juistheid en volledigheid van die prognose. Deze aspecten zijn op de zitting bij de Accountantskamer ook niet ter sprake gekomen.

Oordeel

Het beroep is gegrond en klachtonderdeel e is alsnog ongegrond.

Volgens het college heeft de Accountantskamer de klacht niet ontoelaatbaar uitgebreid. De kamer kon en mocht uit de klacht afleiden dat die ook ging over het assurance-aspect. In zijn klacht voert de controller namelijk onder meer aan dat de accountants een andere voorstelling van zaken geven en dat zij konden of moesten weten dat in de eerder prognose onjuistheden zaten. De uitleg van de klacht door de Accountantskamer sluit aan bij de bewoordingen.

Gebleken is dat de Accountantskamer het assurance-aspect van de klacht echter niet aan de orde heeft gesteld op de zitting, zodat de accountants zich hiertegen niet hebben kunnen verweren. Door toch een oordeel te vellen over dit aspect heeft de Accountantskamer gehandeld in strijd met fundamentele eisen van een behoorlijke tuchtprocedure, waaronder het verdedigingsbeginsel.

Het college vernietigt de uitspraak van de Accountantskamer en komt met een ander oordeel over de deskundigheid en zorgvuldigheid van de accountants.

De eerste prognose is opgesteld en gebaseerd op veronderstellingen van de stichting. De accountants hebben tweemaal vermeld dat zij geen accountantscontrole hebben toegepast, omdat het niet gaat om de controle van een verantwoording. Zij hebben ook aangegeven dat een gecontroleerde verantwoording, zoals een jaarrekening met een goedkeurende accountantsverklaring, meer zekerheid biedt. Aan het slot hebben zij volledigheidshalve nogmaals opgemerkt dat zij over 2010 geen accountantscontrole hebben uitgevoerd.

Volgens het college hebben de accountants hiermee voldoende waarborgen getroffen om te voorkomen dat hun mededelingen onjuist geïnterpreteerd konden worden of dat daaraan ten onrechte een meerwaarde zou worden gehecht.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.