Jarenlang onnodig werk geleverd
Een AA maakt jarenlang een jaarrekening en jaarstukken op voor een vennootschap onder firma, terwijl een balans en een resultatenrekening had volstaan. Omdat de firmanten steeds klakkeloos van de AA hebben aangenomen dat een jaarrekening en jaarstukken meerwaarde hadden, ketst de klacht hierover af.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 13/511 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 11 oktober 2013
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2013:48
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een vrouw drijft een onderneming met haar echtgenoot. Zij schrijft de onderneming medio 1997 in bij de Kamer van Koophandel. Vanaf 1998 verzorgt een accountant-administratieconsulent de administratie en de aangiften inkomsten- en omzetbelasting. Ook stelt hij de jaarrekeningen samen.
De vrouw moppert vanaf het begin over de hoge rekeningen die de accountant stuurt.
In oktober 2010 stuurt de AA de samengestelde jaarrekening over 2009 naar de vrouw en laat haar weten dat hij twee suppletieaangiftes heeft gedaan voor een nog te betalen bedrag van 4.715 euro in totaal.
In februari 2011 stuurt de accountant een factuur voor de aangifte inkomstenbelasting 2009 en het aangaan van een betalingsregeling met de Belastingdienst.
In april 2012 laat de vrouw weten dat zij de boekhouding voortaan zelf gaat doen met haar dochter. Een paar maanden later zegt zij de overeenkomst met de accountant mondeling op.
De vrouw dient een klacht in namens de firma.
Klacht
De accountant heeft:
I. ondanks zijn toezegging geen betalingsregeling gevraagd, waardoor klaagster een boete van 112 euro heeft gekregen;
II. de vrouw ten onrechte voorgehouden dat het voor een vennootschap onder firma noodzakelijk was dat een jaarrekening en een jaarverslag werden opgemaakt;
III. te hoge bedragen gedeclareerd voor het opstellen van de jaarrekening.
Oordeel
Klachtonderdeel I is gegrond en de klachtonderdelen II en III zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond.
Ad I
De accountant heeft inderdaad toegezegd een betalingsregeling te treffen voor het verschuldigde bedrag. Op de zitting heeft hij verklaard dat de Belastingdienst een aanmaning naar zijn kantoor heeft gestuurd en hij de Belastingdienst er toen schriftelijk aan heeft herinnerd dat hij voor deze naheffingsaanslag eerder om een betalingsregeling had gevraagd. De accountant heeft deze bewering echter niet kunnen onderbouwen met afschriften van de correspondentie hierover.
Ad II
Op de vennootschap onder firma rust volgens artikel 2:360 van het Burgerlijk Wetboek inderdaad geen verplichting om een jaarrekening en jaarstukken op te maken. In zoverre heeft de klaagster gelijk. De vrouw stelt echter ten onrechte dat de accountant haar had moeten zeggen dat de firma had kunnen volstaan met een goedkopere balans en resultatenrekening. Van de vennoten van een firma mag immers worden verwacht dat zij ook zelf op de hoogte zijn van de regelgeving die op dit punt voor hun onderneming geldt dan wel dat zij zich hierover laten informeren.
De accountant heeft op de zitting gezegd dat hij de firmanten steeds heeft gewezen op de meerwaarde van het opstellen van een jaarrekening met samenstellingsverklaring, gezien Standaard 4410 van de NVCOS. De firmanten hebben hier echter nooit vragen over gesteld. De firmanten hebben dit op de zitting ook niet weersproken.
Dat de vrouw zich pas in april 2012 zelf is gaan verdiepen in de materie komt voor haar eigen rekening en risico.
De Accountantskamer proeft in dit klachtonderdeel ook het verwijt dat de accountant niet inzichtelijk heeft gemaakt welke werkzaamheden hij op basis van de mondelinge opdracht tot zijn taken rekende en wat de firma van hem kon verwachten. De Accountantskamer wijst er maar weer eens op dat een schriftelijke opdrachtbevestiging niet verplicht is, maar wel voor de hand kan liggen om (bewijsproblemen bij) geschillen te voorkomen. Omdat de accountant wist dat de vrouw zijn declaraties te hoog vond, had dat een aanleiding kunnen zijn om haar schriftelijk te informeren over de aard en de reikwijdte van de werkzaamheden. Het nalaten hiervan is echter verjaard.
Ad III
Aangezien de accountant de administratie per kwartaal verwerkte, had hij de balans en de verlies- en winstrekening aan het eind van het jaar met een druk op het toetsenbord kunnen samenstellen, meent de klaagster. Hij heeft dus in haar ogen veel te veel in rekening gebracht.
De Accountantskamer oordeelt in beginsel niet over declaratiegeschillen, tenzij de declaraties bewust onjuist of misleidend zijn. De vrouw heeft niet aangetoond dat de declaraties onredelijk zijn, laat staan bewust onjuist of misleidend.
Maatregel
De tuchtrechtelijke schuiver van klachtonderdeel I is te gering om een maatregel op te leggen.