Tuchtrecht

Niet kritisch genoeg bij beoordeling

Een registeraccountant is terecht berispt omdat hij bij de beoordeling van een jaarrekening te weinig onderzoek heeft gedaan en zijn objectiviteit niet heeft gewaarborgd. De informatie in de jaarrekening moet altijd juist en volledig zijn, zelfs als de instantie die een klacht indient, wist hoe de vork in de steel zat.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/1353
Datum uitspraak:
11 juli 2013
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:CBB:2013:62

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Reisorganisatie BeachHolidays verkeert in zwaar weer. Uit de jaarcijfers over 2007 blijkt dat de onderneming niet voldoet aan de solvabiliteits- en liquiditeitsnormen van de Stichting Garantie Reisgelden (SGR). De SGR plaatst de reisorganisator onder verscherpt toezicht.

Om de financiële nood te lenigen verstrekt Komfortours Airbrokers aan BeachHolidays een achtergestelde lening van 625 duizend euro. Een registeraccountant, die zowel voor Komfortours als BeachHolidays werkt, neemt deze lening in de jaarrekening 2008 van BeachHolidays op als kortlopende schuld. Verder neemt hij daarin een bedrag van 460 duizend euro op als vlottende activa. Dit bedrag heeft de SGR voor BeachHolidays gereserveerd op een depositorekening.

Voor Komfortours Airbrokers beoordeelt de accountant of de jaarrekening 2008 van BeachHolidays een getrouw beeld geeft en of deze onderneming voldoet aan de voorwaarden die de SGR stelt. De accountant informeert de SGR over de financiële situatie van BeachHolidays.

Op 22 juli 2009 schrijft de accountant aan de SGR dat Komfortours Airbrokers heeft besloten de achtergestelde lening van 625 duizend euro in te trekken. Die was niet langer nodig gezien de "aanzienlijke winst over 2008", de inbreng van eigen middelen, een bankgarantie van 460 duizend euro en een andere achtergestelde lening. De ontwikkelingen waren dus positief.

Op 4 augustus 2009 schrijft de directeur van BeachHolidays per e-mail aan de SGR dat het bedrijf wegens financieel onvermogen niet langer kan voldoen aan de lopende verplichtingen jegens de reizigers. De SGR neemt die verplichtingen over op grond van de Garantieregeling.

De SGR laat het financiële onvermogen onderzoeken en dient vervolgens een klacht in tegen de accountant. De Accountantskamer verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk en deels gegrond. De Accountantskamer vindt onder meer dat de accountant het bedrag ten onrechte heeft opgenomen onder de vlottende in plaats van onder de financiële activa en de achtergestelde lening van 625 duizend euro ten onrechte heeft vermeld als kortlopende in plaats van langlopende schuld.

Hoewel de accountant volgens de regels niet verplicht was in de jaarrekening melding te maken van de verstrekte bankgarantie, had het volgens de Accountantskamer zeker voor de hand gelegen om dit in een toelichting aan te geven. Bovendien mocht je op grond van Standaard 2400 "Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten" verwachten dat de accountant een diepgaander onderzoek had uitgevoerd toen er aanleiding was om aan te nemen dat de bankgarantie en de depositorekening met elkaar verband hielden. De accountant had BeachHolidays minstens moeten vragen of hij hierover informatie mocht inwinnen bij de bank.

De Accountantskamer legt een berisping op. De accountant gaat hiertegen in beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft ten onrechte:

  • geoordeeld dat de accountant de 460 duizend euro niet onder de vlottende activa had moeten opnemen en is daardoor buiten de klacht getreden;
  • een oordeel geveld over de getrouwheid van de jaarrekening, terwijl dit de bevoegdheid is van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam;
  • aangenomen dat het beeld niet getrouw was, terwijl de SGR geen onjuist beeld kon hebben van de situatie omdat zij wist dat er een garantie was gesteld en de accountant de bankgarantie had gemeld in de jaaropgave;
  • geoordeeld dat de accountant de achtergestelde lening van 625 duizend euro niet onder de kortlopende, maar langlopende schulden had moeten opnemen;
  • geoordeeld dat de accountant de SGR niet had mogen meedelen dat de ontwikkelingen positief waren zonder verificatoir onderzoek te doen;
  • het onderzoek, dat accountantskantoor De Graaf & Plaisier uitvoerde voor de SGR, als feitelijke basis gebruikt voor zijn oordeel, terwijl de accountant niet de beschikking had over dit rapport.

Oordeel in beroep

Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven zegt dat de Accountantskamer in de bestreden uitspraak constateert dat de depositorekening inderdaad niet ter vrije beschikking stond en dat dit niet in de jaarrekening tot uitdrukking is gebracht omdat het bedrag is gerubriceerd onder vlottende activa. Hiermee is de Accountantskamer niet buiten de klacht getreden.

De tuchtrechter is wel degelijk bevoegd om te oordelen over de getrouwheid van de jaarrekening. In de Landis-uitspraak heeft het college al gezegd dat het bestaan van een rechtsgang over de inhoud van jaarrekeningen bij de Ondernemingskamer niet betekent dat de tuchtrechter zich bij voorbaat terughoudend moet opstellen als deze het handelen van de accountant rond het afgeven van een verklaring bij de jaarrekening toetst. Bij die toetsing moet de Accountantskamer zonodig bezien of de jaarrekening voldoet aan het inzichtvereiste en andere voorschriften. De Accountantskamer heeft bij de beoordeling een juiste maatstaf aangelegd.

Gezien zijn activiteiten in deze branche had de accountant moeten weten dat de SGR een garantie verlangt van de deelnemers aan haar fonds. De accountant heeft toegegeven dat hij ook wist dat BeachHolidays niet vrij over de depositorekening kon beschikken. Als dit de accountant niet voldoende duidelijk was dan had het inderdaad op zijn weg gelegen om daarover informatie in te winnen. Het valt de accountant aan te rekenen dat hij een onjuist beeld heeft gegeven door de 460 duizend euro aan te duiden als 'liquide middelen' zonder de beperking te vermelden.

Het verweer dat de accountant de SGR niet op het verkeerde been gezet kan hebben, wuift het college weg.

Hoewel de accountant de jaarrekening aan de SGR heeft overgelegd, zodat de stichting kon beoordelen of BeachHolidays voldeed aan de eisen voor deelneming aan het garantiefonds, is de jaarrekening een openbaar stuk. De informatie die daarin staat moet dus, ook ten opzichte van de SGR, juist en volledig zijn.

De Accountantskamer heeft terecht geoordeeld dat de accountant de achtergestelde lening niet onder de kortlopende, maar langlopende schulden had moeten opnemen. De accountant heeft tegenover het college erkend dat hij op dit punt niet juist heeft gehandeld.

Het college is het met de Accountantskamer eens dat de accountant de  SGR niet had mogen schrijven dat de ontwikkelingen positief waren zonder verificatoir onderzoek te doen. Tegenover het college heeft de accountant erkend dat hij weinig wist van de financiële situatie van BeachHolidays in 2009 en dat hij inderdaad had moeten nagaan of de positieve ontwikkelingen uit 2008 zich in 2009 voortzetten. Ook heeft hij toegegeven dat het onverstandig was om de brief van 22 juli 2009 op het briefpapier van zijn kantoor te versturen.

Dat de accountant de SGR met die brief niet op het verkeerde been kan hebben gezet, omdat de SGR vanwege haar verscherpte toezicht op de onderneming een beter inzicht had in de financiële situatie van 2009 dan de accountant, kan dit niet vergoeilijken. Want met de brief heeft hij ten onrechte de suggestie gewekt dat BeachHolidays in 2009 financieel gezond was. En ook als de SGR inderdaad van een en ander op de hoogte was, geldt dat je van een deskundig, zorgvuldig en objectief handelend accountant mag verwachten dat hij eerst zelfstandig verificatoir onderzoek verricht naar de juistheid van zijn beweringen voordat hij die namens zijn cliënt naar buiten brengt.

Net als de Accountantskamer vindt het college dat de accountant onvoldoende rekening heeft gehouden met de bedreigingen voor zijn deskundigheid en zorgvuldigheid. Ten behoeve van cliënt Komfortours Airbrokers heeft hij de SGR geïnformeerd over de financiële situatie van cliënt BeachHolidays zonder die situatie te verifiëren. Bovendien heeft hij gezien de tegengestelde belangen van zijn cliënten onvoldoende afstand bewaard, zijn objectiviteit uit het oog verloren en nagelaten afdoende waarborgen te treffen tegen deze bedreigingen.

Dat de Accountantskamer zich bij zijn oordeel heeft gebaseerd op de feiten uit het onderzoek van De Graaf & Plaisier vindt het college geen punt. De accountant heeft alleen formele bezwaren aangevoerd tegen het rapport, maar de feiten daaruit niet betwist.

Maatregel

De accountant voert de volgende verzachtende omstandigheden aan:

  • de jaarrekening met beoordelingsverklaring was bedoeld voor de SGR en is niet aan derden verstrekt;
  • de SGR was op de hoogte van alle verweten feiten en is op geen enkele wijze misleid;
  • hij heeft niet te kwader trouw gehandeld.

Het college ziet in deze omstandigheden geen reden om helemaal geen maatregel op te leggen dan wel een minder zware maatregel dan een berisping.

Annotatie Herbert Reimers

In de jaarrekening is een bedrag, dat ten behoeve van klaagster op een depositorekening stond, zo gepresenteerd dat leek alsof het ter vrije beschikking van de onderneming stond. De Accountantskamer concludeerde dat daardoor geen sprake was van een getrouw beeld, terwijl de accountant in zijn beoordelingsverklaring vermeldde dat de jaarrekening mede voldoet aan Boek 2 Titel 9. De accountant brengt naar voren dat het niet aan de Accountantskamer maar aan de Ondernemingskamer is om over de inhoud van de jaarrekening te oordelen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt logischerwijs dat voor het beoordelen van het handelen of nalaten van een accountant ook gekeken moet worden of de jaarrekening die de accountant heeft goedgekeurd daadwerkelijk voldoet aan de voorschriften (zie ook AWB 10/467 over 'Landis').

Over het verweer dat de klaagster geen onjuist beeld van de financiële situatie van de onderneming kon hebben, zegt het college dat dit er niet toe doet. Relevant is of het handelen of nalaten van de accountant in strijd is met het fundamentele beginsel van deskundigheid, zorgvuldigheid en objectiviteit en/of met het conceptueel raamwerk van de VGC. Het college geeft dan ook terecht aan dat irrelevant is of de klaagster een onjuist beeld had. De in de jaarrekening opgenomen informatie moet zonder meer juist en volledig zijn, ook ten opzichte van klaagster.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.