KPMG controleerde beleggingsmaatschappij goed genoeg
De KPMG-accountants die de jaarrekeningen van een beleggingsfonds controleerden, hebben steeds hun goedkeuring gegeven aan een jaarrekening die inzicht gaf in de situatie van een vastgoedproject zoals die zich voordeed. Hun valt tuchtrechtelijk dus niets te verwijten.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/872, 12/873 en 12/874 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 17 mei 2013
- Oordeel:
- deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0369
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een beleggingsfonds strikt in 2005 321 beleggers om te participeren in vastgoed. Het fonds verwerft twaalf participaties in een vastgoedproject. De twaalf participaties komen overeen met twaalf woonblokken met in totaal 209 appartementen in een buitenlandse stad. Het fonds werkt daarvoor samen met een andere partij, die verantwoordelijk is voor de eerste ontwikkelingsfase.
KPMG controleert de jaarrekeningen over 2005, 2006 en 2007 van het fonds en geeft een goedkeurende verklaring af. Het vastgoedproject wordt in de goedgekeurde jaarverslagen beschreven. In het door de accountant goedgekeurde jaarverslag over 2008 staat in het voorwoord vermeldt dat:
- de afronding van het project conform het investeringsvoorstel onhaalbaar is;
- een andere partij een belang van 85% in het project neemt;
- deze partij zou betalen met onroerend goed in het buitenland;
- de verwachte verkoopwaarde van het belang een 1,95 miljoen euro bedraagt.
In de jaarrekening wordt het project gewaardeerd op 1,95 miljoen euro. In de jaarrekening over 2009 wordt het project gewaardeerd op nul en ontbreekt de goedkeurende accountantsverklaring.
Op 10 juni 2010 spreekt de rechter het faillissement van de samenwerkingspartner uit.
Een belegger (met een RA-titel) dient een klacht in tegen de twee registeraccountants en een inmiddels uitgeschreven registeraccountant van KPMG die bij de controle van fonds waren betrokken.
Klacht
In de jaarrekeningen 2005, 2006, 2007 en 2008 van de beleggingsmaatschappij is telkens een onjuiste voorstelling gegeven van de waardering van het vastgoedproject, omdat op geen enkele wijze staat vermeld dat het geld voor het project is uitgeleend.
Twee registeraccountants zijn verantwoordelijk voor de verklaring bij de jaarrekening 2005, de inmiddels uitgeschreven registeraccountant was (mogelijk met één van de andere twee) verantwoordelijk voor de jaarrekeningen van 2006 en latere jaren.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
De betrokkenheid van één van de registeraccountants, die pas sinds 5 december 2006 was ingeschreven in het accountantsregister, is van dien aard dat hij daarop niet tuchtrechtelijk kan worden aangesproken en de klacht tegen hem niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De aangeklaagde accountants voeren ter verdediging onder meer aan dat
- op de balansen van het project per 31 december 2005, 2006 en 2007 de lening aan de samenwerkingspartner als belangrijkste post staat vermeld;
- in de resultatenrekening de interestbaten zijn verantwoord die samenhangen met de lening;
- de KPMG-vestiging in het desbetreffende land heeft bevestigd dat de verstrekte financiële overzichten geschikt waren om te worden gebruikt voor het opstellen van de jaarrekening 2006 van het fonds en dat alle openstaande procedures, zoals confrontaties met externe partijen, waren afgerond;
- de beleggingsmaatschappij voor het jaar 2007 zou leunen op de controle door VGD en de (oud-)accountant pas aanvullende controlewerkzaamheden zou verrichten als de uitkomsten van de VGD-controle daartoe zouden nopen;
- de raad van commissarissen er mede dankzij KPMG bij de directie op heeft aangedrongen te zorgen voor een waarborg om de lening aan de samenwerkingspartner te kunnen innen, waarop de partij, die een belang zou nemen in het project, zich garant stelde en 3 ton overmaakte;
- het management de participatie in het project in de jaarrekening 2007 heeft gewaardeerd op 1,6 miljoen euro;
- het management de oud-accountant bij de controle van de jaarrekening 2008 heeft verteld dat de borg zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van de garantie niet was nagekomen en dat de nieuwe afspraken adequaat in het jaarverslag 2008 zijn toegelicht, terwijl het tegenpartijrisico in algemene zin is beschreven;
- het management op verzoek van de (oud-)accountant in letters of representation over 2006, 2007 en 2008 heeft verklaard dat de verstrekte informatie volledig was en de waarderingen deugden.
Omdat de klager op deze uiteenzetting van de gang van zaken geen commentaar heeft geleverd, gaat de Accountantskamer van bovengenoemde feiten uit. Dat brengt de kamer tot het oordeel dat de (oud-)accountant en de andere registeraccountant geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Zij hebben namelijk steeds hun goedkeuring gegeven aan een jaarrekening die inzicht gaf in de situatie van het project zoals die zich voordeed, terwijl ook steeds duidelijk werd geantwoord dat het om een participatie ging. Gezien de controle-informatie waarover zij beschikten, mochten zij de waardering van het project in de jaarrekeningen 2005-2008 goedkeuren.
Maatregel
Geen.