KPMG-accountant berispt om Vestia
Door zich zeer onoplettend en niet-professioneel-kritisch op te stellen bij de controle van een materieel zeer belangrijke post bij een oob, heeft de KPMG-accountant die de jaarrekening 2010 van Vestia goedkeurde "op een niet te onderschatten wijze" de beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid respectievelijk professioneel gedrag geschonden.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/2221, 12/2303 en 12/834 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 19 augustus 2013
- Oordeel:
- gegrond respectievelijk deels gegrond, deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond respectievelijk deels gegrond, deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief (12/2221 Wtra AK), bevestigd (12/2303 en 12/834 Wtra AK), CBb 25 februari 2016, AWB 13/734 en 13/735 resp. AWB 13/732 en 13/740
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2013:24, ECLI:NL:TACAKN:2013:22, ECLI:NL:TACAKN:2013:25, Samenvatting CBb-uitspraken
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een registeraccountant van KPMG geeft op 21 mei 2011 een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekening 2010 van de Rotterdamse woningcorporatie Vestia. De coöperatie heeft een enorme derivatenportefeuille, die niet op de balans staat. In de toelichting wordt naar de derivaten verwezen.
Op 31 december 2009 was de marktwaarde van de portefeuille 149 miljoen euro negatief; een jaar later is de negatieve positie opgelopen tot 557 miljoen euro. Tot en met 2020 moet Vestia 9,8 miljard euro aan derivaten afdekken.
In de tweede helft van 2011 roepen meerdere banken vanwege de dalende marktrente zogenoemde margin calls in. Vestia moet 1,3 miljard euro aan zekerheid storten. In het voorjaar van 2012 blijkt de corporatie door liquiditeitsproblemen niet meer in staat om genoeg te storten.
Nadat er in de media berichten zijn verschenen en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) contact heeft opgenomen met KPMG stelt het accountantskantoor een onderzoek in. Op 26 april 2012 trekt KPMG de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2010 in. Op 11 september laat het kantoor de inschrijving van de controlerend accountant doorhalen.
Op 26 oktober dienen de Autoriteit Financiële Markten (AFM), het (nieuwe) bestuur van Vestia en de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) een klacht in tegen de registeraccountant.
Klachten
AFM
De AFM klaagt erover dat de wettelijke controle van de jaarrekening 2010 niet voldoet aan de eisen, omdat de accountant heeft nagelaten:
- de juistheid en volledigheid van de derivaten van Vestia vast te stellen;
- de juistheid van de waarderingsmethode van de derivaten vast te stellen;
- de juistheid en volledigheid van de toelichting vast te stellen;
- in de controle gebruik te maken van specifieke deskundigheid op het gebied van derivaten.
Daardoor heeft de accountant:
- in strijd heeft gehandeld met het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag en met verschillende Nadere Voorschriften en Overige Controle Standaarden;
- de controle niet uitgevoerd met een professioneel-kritische instelling;
- een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer gebracht zonder dat daaraan de vereiste controlewerkzaamheden zijn vooraf gegaan.
Vestia
- De klacht komt er hoofdzakelijk op neer dat de accountant geen goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2010 had mogen afgeven omdat hiervoor een deugdelijke grondslag ontbreekt.
- Verder heeft de accountant verzuimd Vestia te waarschuwen voor de risico's die voortvloeien uit de derivatenportefeuille en niet gewezen op de ernstige tekortkomingen in de administratieve organisatie/interne controle ('AO/IC') van Vestia met betrekking tot de derivatenportefeuille. De accountant heeft bij de raad van bestuur en de raad van commissarissen ten onrechte het vertrouwen gewekt dat Vestia haar zaken goed op orde en onder controle had, dat de afgesloten derivaten inderdaad het renterisico beperkten en dat de derivaten volgens de regels waren verwerkt in de administratie, de jaarrekening en het jaarverslag 2010.
- De accountant heeft de afgesloten derivaten en de daaraan verbonden resultaten en risico's onjuist en in strijd met de daarvoor geldende regelgeving verwerkt in de jaarrekening 2010.
SOBI
- de jaarrekening 2010, het jaarverslag en het verslag van de Raad van Commissarissen bevatten onvolledige en misleidende informatie over door Vestia gekochte en verkochte rentederivaten;
- het eigen vermogen van Vestia per eind 2010 is in de jaarrekening 2010 te hoog weergegeven;
- het resultaat van Vestia over 2010 is te hoog weergegeven in de jaarrekening 2010.
Oordeel klacht AFM
De klacht is volledig gegrond.
Formele verweren verworpen
De Accountantskamer verwerpt eerst de formele verweren van de accountant:
- dat de AFM een klacht heeft ingediend, nadat SOBI al een klacht tegen hem had ingediend, is niet in strijd met het het beginsel van ne bis in idem; dit beginsel houdt namelijk in dat je niet nogmaals vervolgd of bestraft kunt worden als er over dezelfde feiten al een definitieve einduitspraak is gedaan en zo'n uitspraak ontbreekt nog;
- iedereen die vermoedt dat een accountant de beroepsregels heeft overtreden, kan een klacht indienen bij de Accountantskamer; dat in de memorie van toelichting bij de Wta staat dat het tuchtrecht moet worden ingezet als ultimum remedium kan de AFM niet beletten om een klacht in te dienen;
- de AFM heeft het beginsel van geheimhouding niet geschonden, want zij mag gewoon gegevens doorspelen aan de tuchtrechter;
- de AFM heeft het proportionaliteitsbeginsel niet geschonden, want de toezichthouder heeft niet aangedrongen op de maatregelen die KPMG tegen de accountant heeft getroffen;
- de AFM heeft het vertrouwensbeginsel niet geschonden, want zij heeft geen toezegging gedaan waaraan de accountant het gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen dat de toezichthouder geen klacht zou indienen;
- de toezichthouder heeft evenmin het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden, omdat zij niet verplicht is om betrokkenen te horen voordat zij een klacht indient;
- de AFM mag al het bewijs gebruiken dat zij heeft vergaard op grond van de algemene bevoegdheid om informatie op te eisen.
Inschakelen derivatendeskundige
De accountant heeft erkend dat hij noch zijn controleteam specifieke deskundigheid bezat over derivaten. De accountant heeft niet tegengesproken dat hij niet in het controledossier heeft vastgelegd dat en waarom hij ervan heeft afgezien om zo'n deskundige in te schakelen. Alleen al gezien de aard en omvang van de derivatenpost had dat gemoeten. Als de accountant meende dat hij kon volstaan met de twee rapporten van Deloitte FAS, die zijn voorganger had gebruikt, dan had hij die rapporten moeten opnemen in het controledossier. Maar die rapporten slaan op de boekjaren 2008 en 2009, waarin de omvang van de derivatenportefeuille aanzienlijk lager was.
Vaststellen juistheid en volledigheid derivaten
Aangezien de accountant heeft erkend dat hij zijn werkzaamheden onvoldoende heeft gedocumenteerd, hecht de Accountantskamer weinig waarde aan zijn bewering dat hij wel voldoende geschikte controleinformatie had verkregen over de volledigheid in de juistheid van de derivatenportefeuille. De accountant heeft de gegevens in een spreadsheet niet goed gecontroleerd, terwijl die verschillende rekenkundige onjuistheden en onduidelijkheden bevatte. Het is de accountant ontgaan dat daarin 18 derivaten met een nominale waarde van 140 miljoen euro ontbreken. Verder heeft hij slechts tien van de 365 onderliggende contracten gecontroleerd en dan alleen nog de eenvoudige en recente. De kamer concludeert dan ook dat de accountant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij beschikte over voldoende geschikte controleinformatie op dit punt.
Vaststellen juistheid waarderingsmethode derivaten
De Accountantskamer is het met de AFM eens dat de accountant de juistheid van de gehanteerde kostprijs- hedgeaccounting-methoden niet dan wel onvoldoende heeft gecontroleerd. Het wettelijk inzichtvereiste vraagt om een behoorlijke toelichting. En gezien de omvang en bedragen van de derivatenportefeuille ligt de lat voor zo'n toelichting niet laag. Om dezelfde reden moet de accountant overigens ook over voldoende controle informatie beschikken.
Alinea 614 van RJ 290 noopt tot het meten van de effectiviteit van hedgeaccounting-relaties. Omdat de accountant deze alinea heeft genegeerd, ligt het volgens de Accountantskamer niet voor de hand om aan te nemen dat hij de gekozen waarderingsmethode voldoende diep en breed heeft gecontroleerd. Ook de opties op renteswaps heeft hij onvoldoende gecontroleerd.
Verder heeft hij niet gekeken of er sprake was van bijzondere contractvoorwaarden die gevolgen konden hebben voor de waardering, zoals de mogelijkheid voor de bank om het contract te beëindigen na een termination event.
Vaststellen juistheid en volledigheid toelichting
Zoals gezegd noopt het inzichtvereiste tot een behoorlijke toelichting op de keuze om de derivatenportefeuille buiten de balans te houden en moet de accountant voldoende controle-informatie hebben als hij die toelichting controleert. Bij gebrek aan documentatie kan de accountant niet aantonen dat hij voldoende controlewerkzaamheden heeft verricht. En de feiten spreken tegen hem. Zo gebruikte hij bankopgaven die Vestia had verstrekt in plaats van opgaven van de bank zelf en beoordeelde hij de bankopgaven van Vestia niet.
Op een checklist die in het controledossier zat, had de accountant - bij de vraag of de hedges voldoende waren toegelicht - geschreven: 'niet van toepassing'. De Accountantskamer vindt dat een onbegrijpelijk antwoord. De accountant kan dat achteraf wel een vergissing noemen, maar dat neemt niet weg dat hij onvoldoende aandacht heeft gehad voor de controle van de toelichting. En bij gebrek aan documentatie is het ook niet aannemelijk dat hij heeft getoetst of het salderen van de derivatenportefeuille wel aan de gestelde voorwaarden voldeed.
Oordeel klacht Vestia
De klacht is deels gegrond.
Formele punten
De accountant komt net als bij de AFM-klacht met het verweer dat het ne bis in idem-beginsel wordt geschonden. Het oordeel over dit verweer is identiek aan dat in de uitspraak over de AFM-klacht.
Verder meent de accountant dat je niet indirect kunt klagen over een jaarrekening die je zelf hebt opgesteld. Maar volgens de Accountantskamer kan iedereen die vermoedt dat een accountant de beroepsregels heeft overtreden een klacht indienen. De Wtra stelt geen beperkingen aan het klachtrecht. Bovendien doet de boter op Vestia's hoofd weinig af aan de verantwoordelijkheid van de accountant.
Voordat de Accountantskamer overgaat tot de inhoudelijke behandeling van de klacht, merkt hij op dat het niet in strijd is met een behoorlijke tuchtprocesorde om bij het oordeel in de ene tuchtzaak rekening te houden met zijn oordeel over hetzelfde feitencomplex in een andere procedure, waarin de accountant zich tegen dezelfde klacht heeft kunnen verweren.
Goedkeurende verklaring zonder deugdelijke grondslag
Aangezien de Accountantskamer de klacht van de AFM op dit punt gegrond heeft verklaard, volstaat de kamer met een verwijzing naar dat oordeel.
Verwerking derivaten
De Accountantskamer passeert de klacht dat de derivaten niet volgens de toepasselijke regels zijn verwerkt in de administratie, de jaarrekening en het jaarverslag 2010. Want, zo redeneert de Accountantskamer, omdat de verwerking niet afdoende is gecontroleerd, kun je de cijfers uit de jaarrekening niet gebruiken voor die beoordeling. Je zou de controle dus moeten overdoen voordat je feitelijk kunt beoordelen of de in de jaarrekening 2010 opgenomen derivaten en de daaraan verbonden resultaten en risico's onjuist en in strijd met de daarvoor geldende regelgeving zijn verwerkt. Als er gezien de bevoegdheid van de tuchtrechter al plaats zou zijn voor zo'n vergaand onderzoek in een tuchtprocedure dan heeft Vestia daar geen belang bij nu de klacht al gegrond is omdat de controle niet juist en onvoldoende was.
Niet gewaarschuwd
Volgens de Accountantskamer moet worden aangenomen dat zowel het bestuur als de commissarissen van Vestia steeds volledig op de hoogte zijn geweest van de staat waarin de administratieve organisatie en interne beheersing ten aanzien van de afgesloten rentederivaten verkeerde, de (on)mogelijkheden om de derivatenrisico's te volgen en de basis voor de manier van verslaggeving daarover. Tegen die achtergrond ziet de kamer niet waarom de accountant op dit punt een waarschuwingsplicht zou hebben.
Oordeel klacht SOBI
De Accountantskamer verwijst naar de uitspraken over de klachten van de AFM en Vestia.
De klacht over de goedkeurende verklaring ondanks de onjuist en misleidende informatie is gegrond.
Op de klacht over de verwerking van de rentederivaten in de administratie, de jaarrekening en de verslagen gaat Accountantskamer niet in. Want voor een oordeel daarover zijn goede cijfers nodig en daaraan ontbreekt het bij gebrek aan een goede controle. De tuchtprocedure leent zich er, zoals gezegd, niet voor om die controle alsnog te doen.
Maatregel
De Accountantskamer tilt zwaar aan de verzuimen omdat die zich hebben voorgedaan bij de controle van de jaarrekening van een organisatie van openbaar belang en bij een post die zowel absoluut als relatief gezien van zeer groot materieel belang was. Omdat het belang zo groot was en het ging om complexe materie die niet behoorde tot de reguliere of kernactiviteiten van Vestia, had de accountant een hoge mate van oplettendheid en een vergaande professioneel-kritische instelling aan de dag moeten leggen. Te meer omdat hij noch KPMG op deze controle een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling heeft willen inzetten als waarborg.
Door zich zo onoplettend en niet-professioneel-kritisch op te stellen, heeft de accountant "op een niet te onderschatten wijze" de beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid respectievelijk professioneel gedrag geschonden. Die schending is op zich voldoende voor een (tijdelijke) doorhaling.
De Accountantskamer weegt echter mee dat de accountant al flink is benadeeld door de maatregelen die KPMG heeft opgelegd en de publiciteit in de media. Bovendien is de accountant niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld.
Al met al is een berisping passend en geboden.