Tuchtrecht

Verificatie frauduleuze bankafschriften nagelaten

Bij de controle van bankafschriften in het kader van de jaarrekeningcontrole had de accountant geen genoegen mogen nemen met de verklaringen van de controller. Hij had een en ander moeten verifiëren.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/2166, 11/2167 en 11/2168 Wtra AK
Datum uitspraak:
24 juni 2013
Oordeel:
deels ontvankelijk, deels gegrond
Maatregel:
geen, geen, resp. waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:1

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie laat vrijwillig de boeken controleren door een accountantskantoor. Bij de jaarrekening van 2005 geeft een accountant-administratieconsulent een goedkeurende verklaring af.

Bij de jaarrekeningen over 2006 tot en met 2008 geeft een registeraccountant een goedkeurende verklaring af. Een tweede registeraccountant keurt de rekening over 2009 goed. De controle over 2010 rondt hij niet af.

Op 8 december 2010 krijgt het accountantskantoor het bericht dat ING bank op enkele "vreemde, althans abnormale betalingen" is gestuit. Het bestuur van de vereniging laat een registeraccountant van Alfa een onderzoek uitvoeren naar fraude. Uit het onderzoek blijkt dat de controller van 2005 tot 2010 in totaal 7 ton naar zijn privérekening heeft overgemaakt.

Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de controlerend accountant eerder heeft gewezen op de theoretische mogelijkheid dat de controller betalingen verricht zonder dat de verenigingsmanager die accordeert.

Bij gebrek aan gegevens bij de bank kan van 2 ton niet met absolute zekerheid worden vastgesteld dat die zijn verduisterd.

Het bestuur van de vereniging dient een klacht in tegen de drie controlerend accountants.

Klacht

De accountants hebben:

a. over 2005-2009 goedkeurende verklaringen afgegeven maar de fraude ontdekt noch gerapporteerd, terwijl de verduistering voorkomen had kunnen worden als zij een professioneel-kritische houding aan de dag hadden gelegd;

b. ook geen fraude geconstateerd bij de controle van de jaarrekening 2010, terwijl in dat boekjaar grote bedragen zijn verduisterd;

c. van 2005 tot 2010 nagelaten de (laatste) rekeningafschriften te controleren en de werkelijke banksaldi vast te stellen;

d. onzorgvuldig gehandeld door pas na drie maanden antwoord te geven op de vragenlijsten van de fraudeonderzoekers.

Oordeel

Het enkele feit dat achteraf fraude aan het licht komt bij gecontroleerde stukken betekent nog niet dat de controlerend accountant de gedragscode heeft geschonden, zoals ook in NV COS 240 staat. Gezien de inherente beperkingen van een controle is het onvermijdelijk dat niet alle afwijkingen van materieel belang worden ontdekt. Ook al is de controle adequaat opgezet en uitgevoerd conform de standaarden en richtlijnen.

De controller voerde de juiste betalingen in op het scherm en maakte van dat scherm een print op grond waarvan de verenigingsmanager de betalingen goedkeurde.

Na het maken van de print veranderde hij echter het goedgekeurde rekeningnummer van een van de klaargezette betalingen in dat van zijn privérekening. In de administratie werd de geaccordeerde schermafdruk opgenomen.

Op grond van de bevindingen is niet met absolute zekerheid te zeggen dat er ook voor 2 december 2008 'ongebruikelijke onttrekkingen hebben plaatsgevonden'. De ING Bank kan de onderliggende gegevens daarvoor namelijk niet aanleveren. De klager heeft zijn vermoedens op dit punt daardoor onvoldoende onderbouwd. Ook is niet duidelijk of de accountants inderdaad te kort zijn geschoten door de (laatste) bankafschriften niet te controleren en de banksaldi aan het eind van het boekjaar vast te stellen. De Accountantskamer kan daardoor niet vaststellen dat en waar de AA en de eerste RA tekort zijn geschoten.

Over de controlewerkzaamheden van de tweede registeraccountant merkt de Accountantskamer op dat hij in 2008 de sleutelpositie van de controller heeft aangemerkt als hoge risicofactor. Hij heeft daarom gerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd met als conclusie dat er voldoende interne-controle- en functiescheidingsmaatregelen waren getroffen. Daarmee heeft hij voldaan aan NV COS 240. De klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de controlewerkzaamheden onvoldoende waren afgestemd op het risico in de interne beheersing dat de RA had onderkend, te weten dat de controller betalingen kon doen aan een gefingeerde althans onjuiste crediteur.

De RA heeft echter ten onrechte genoegen genomen met de verklaringen die de controller heeft afgelegd over gedateerde bankafschriften van het ING-rekeningnummer en twee Postbank-rekeningnummers. Hoewel niet duidelijk is of de fraude dan wel zou zijn ontdekt, is dit nalaten tuchtrechtelijk verwijtbaar.

De Accountantskamer voegt eraan toe dat zich hier wreekt dat de standaardbankverklaring tegenwoordig alleen nog maar bankrekeningnummers bevat en de saldi niet meer worden vermeld. In gevallen met extra risico, zoals dit, is daarom extra actieve aandacht van de accountant nodig.

De klacht over onvoldoende controle van de post debiteuren hebben de klagers niet goed onderbouwd.

De klacht over de werkzaamheden in 2010 is ongegrond omdat die nog niet waren afgerond.

Dat de accountants pas na drie maanden hebben gereageerd op de vragenlijst van de fraudeonderzoekers vindt de Accountantskamer niet onzorgvuldig. Integendeel: gezien het bedrag en de andere omstandigheden zou snellere beantwoording eerder onzorgvuldig zijn.

Maatregel

De tweede RA heeft onzorgvuldig en ondeskundig gehandeld door de bankafschriften niet te verifiëren, terwijl de aard van de controlewerkzaamheden daartoe wel noopte. Gezien de aard en ernst van het verzuim vindt de Accountantskamer een waarschuwing passend en geboden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.