Weigeraar praktijktoetsing doorgehaald
Een accountant-administratieconsulent, die weigerde mee te werken aan de toetsing van zijn praktijk, krijgt in hoger beroep een doorhaling in plaats van een berisping. Wel is hij verlost van zijn boete van 5.000 euro.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 11/493
- Datum uitspraak:
- 04 juni 2013
- Oordeel:
- hoger beroep gegrond, klacht gegrond
- Maatregel:
- doorhaling, termijn: zes maanden
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2013:CA3153
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een AA weigert in 2010 mee te werken aan de toetsing van zijn praktijk. De NOvAA dient een klacht in die de Accountantskamer op 17 september 2010 gegrond verklaart. De accountant wordt berispt en krijgt een boete van 5.000 euro. De Accountantskamer gunt de AA echter vier maanden de tijd om alsnog - zonder nadere voorwaarden - mee te werken aan de toetsing. De accountant volhardt echter in zijn weigering en reageert verder nergens meer op.
De procedure gaat door en de Accountantskamer legt een berisping en boete van 5.000 euro op. De Accountantskamer ziet geen reden in te gaan op het verzoek van de NOvAA om de boete te verhogen dan wel de inschrijving door te halen.
De accountant gaat in hoger beroep.
Beroepsgronden
De Accountantskamer:
- heeft zijn onpartijdigheid prijsgegeven door zonder deugdelijke grondslag te oordelen dat de brief, waarin de Raad van Toezicht voor de Beroepsuitoefening de aanvullende toetsing aankondigde, bevoegdelijk was ondertekend en de aanvullende toetsing dus tijdig was aangekondigd;
- is eraan voorbijgegaan dat de Raad van Toezicht was teruggevallen op een eerder oordeel waarin stond dat de accountant een verbeterplan moest indienen, wat hij ook heeft gedaan;
- heeft ten onrechte een berisping en een boete opgelegd.
Oordeel in beroep
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verwerpt de eerste twee beroepsgronden, maar verklaart het hoger beroep gegrond voor zover het de maatregel betreft.
Maatregel
Het college heeft al eerder gezegd dat doorhaling van de inschrijving in het register in beginsel de aangewezen sanctie is voor een accountant die weigert zijn medewerking te verlenen aan de toetsing van zijn praktijk. Het college vindt ook in dit geval een doorhaling passend en geboden. De termijn waarbinnen de accountant niet mag vragen om herinschrijving bepaalt de kamer op zes maanden.
Hierdoor komt de boete van 5.000 euro te vervallen.