Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant brengt in 2006 een offerte uit voor het opstellen van de jaarrekening, het opstellen van de jaarstukken en de aangifte vennootschapsbelasting voor een bv. De accountant schat de jaarlijkse kosten op 2.600 euro. De bv gaat akkoord met de offerte.

In maart 2009 kondigt de accountant aan dat hij vertrekt bij het kantoor. De cliënt laat daarop weten dat zij met de accountant meegaat. Kort daarna ontvangt de cliënt twee nota's van het kantoor. De ene betreft een bedrag van 2.534,70 euro voor het samenstellen van de jaarrekening 2007. Met dit bedrag is het betaalde voorschot van  2.000 euro al verrekend. De andere nota is een voorschotnota ad 2.380 euro voor het samenstellen van de conceptjaarrekening 2008.

De cliënt vraagt haar oude accountant of zij de nota van 2.380 euro wel moet betalen en of zij een jaar eerder niet ook al een nota voor 2007 heeft betaald. De oude accountant bevestigt dat de cliënt voor 2007 al een voorschotdeclaratie heeft ontvangen en raadt haar aan een specificatie van de nota te vragen. Enkele dagen later ontvangt de cliënt een specificatie van beide nota's. De cliënt betaalt echter niets.

Eind mei 2009 ontvangt de cliënt een aanmaning en desgevraagd opnieuw een specificatie. In oktober vraagt de advocaat van de cliënt om (een gedeelte van) de nota's te crediteren dan wel om toezending van een specificatie van de verrichte werkzaamheden met bijbehorende urenspecificatie. De advocaat van het accountants- en belastingadvieskantoor reageert op 22 juli 2011.

Na een briefwisseling tussen de advocaten hakt de kantonrechter de knoop door. De cliënt moet de eerste nota helemaal en de tweede gedeeltelijk betalen plus de wettelijke rente over beide bedragen. De cliënt dient een klacht in tegen de vestigingsleider van het kantoor.

Klacht

De vestigingsleider heeft:

a. onjuiste declaraties opgesteld door zaken, die begrepen waren in de jaarlijks afgesproken prijs, apart te berekenen, door dubbel te declareren en "omdat onervaren medewerkers bepaalde werkzaamheden niet hebben kunnen uitvoeren";

b. de discussie over de twee nota's laten voortslepen, waardoor klaagster meer dan drie jaar handelsrente moest betalen;

c. valsheid in geschrifte gepleegd omdat op de bij de dagvaarding gevoegde specificaties meer werkzaamheden worden vermeld dan op de specificaties die aan klaagster zijn verzonden, terwijl andere werkzaamheden niet verricht kunnen zijn op het vermelde tijdstip.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk en voor de rest ongegrond.

Het eerste onderdeel van de klacht is niet-ontvankelijk omdat de klacht te laat is ingediend.

De vestigingsleider heeft niet lopen dralen. Om te beginnen heeft de cliënt er zelf voor gekozen om de nota's geheel onbetaald te laten. Had zij (een deel daarvan) eerder betaald dan was de veroordeling om de wettelijke handelsrente te betalen lager uitgevallen. Verder heeft het overleg tussen de advocaten van beide partijen enige tijd in beslag genomen. Er is geen gedragsregel die de accountant er in deze situatie toe noopte eerder naar helderheid te streven over de verschuldigde bedragen met het oog op de belangen van de klaagster.

Van valsheid in geschrifte is niets gebleken. De verschillen tussen beide specificaties komen voort uit de verschillende dagen waarop zij zijn gedateerd.

Maatregel

Geen.