Persoonsgericht onderzoek onzorgvuldig
Door zich bij een persoonsgericht onderzoek te laten leiden door de visie van de opdrachtgever en onvoldoende onderzoek te doen is een accountant niet objectief geweest. Ook heeft de accountant onzorgvuldig en ondeskundig gehandeld door de indruk te wekken dat een onderzochte persoon zich heeft bezondigd aan onregelmatigheden, terwijl de accountant wist welke gevolgen zijn rapport kon hebben voor die persoon.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Zaaknummers:
- AWB 10/641
- Datum uitspraak:
- 28 maart 2013
- Oordeel:
- beroep gegrond, klacht gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:CBB:2013:BZ8145
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Het management van de Veiligheids Regio Rijnmond verdenkt een werknemer van de Brandweer Rotterdam District Noord ervan onbevoegde stortingen te hebben gedaan voor de levensloopregelingen van twee medewerkers en onbevoegd opdrachten te hebben verstrekt aan drie bedrijven. Het management laat in het najaar van 2008 een persoonsgericht onderzoek uitvoeren door een accountant. Op grond van diens rapport wordt de werknemer ontslagen. Later draait de rechter dit ontslag terug.
De werknemer dient een klacht in bij de Raad van Tucht. De klacht komt op het volgende neer:
a. het rapport van de accountant is eenzijdig en geeft een onjuiste, onbetrouwbare, onvolledige en suggestieve weergave van de feiten;
b. de accountant heeft zich bij de uitvoering van de opdracht onvoldoende onpartijdig, onvoldoende onafhankelijk en onvoldoende deskundig opgesteld door zich te laten beïnvloeden door de opdrachtgever.
De Raad van Tucht verklaart klachtonderdeel a deels gegrond en klachtonderdeel b ongegrond. De werknemer gaat in hoger beroep.
Beroepsgronden
De werknemer dient veertien beroepsgronden in die erop neerkomen dat de accountant:
- een suggestief rapport heeft opgesteld;
- zich ten onrechte alleen heeft gebaseerd op gegevens van de opdrachtgever;
- op onbetrouwbare en onvolledige wijze heeft gerapporteerd;
- veelvuldig feitelijk onjuist heeft gerapporteerd.
Oordeel in beroep
Het beroep is gegrond.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven toetst de gedragingen van de accountant niet alleen aan de VGC maar ook aan de Gedragsrichtlijn inzake persoonsgericht onderzoeken. De status van de Gedragsrichtlijn is sinds de invoering van de VGC op 1 januari 2007 weliswaar onduidelijk geworden. Maar omdat de accountant er in de opdrachtbevestiging naar verwijst, moest hij zich wel aan de bepalingen van de richtlijn houden. Indruisen tegen die bepalingen is slechts tuchtrechtelijk verwijtbaar voor zover hij daarmee een inbreuk maakt op de VGC of daaruit voortvloeiende regels.
Het college vindt dat de accountant in het rapport niet duidelijk aangeeft wat de reikwijdte van het onderzoek is en of het een persoonsgericht onderzoek betreft. "Het rapport hinkt op twee gedachten." De onderzoeksvragen zijn algemeen geformuleerd, maar bij de uitvoering richt de accountant zich op het functioneren van die ene werknemer. Op de zitting heeft de accountant toegegeven dat het een persoonsgericht onderzoek was en dat hij zich daarbij heeft beperkt tot de vijf personen die op een lijst stonden die de opdrachtgever had vervaardigd.
Het college vindt dat de accountant daarmee is afgeweken van de algemene onderzoeksvraag die hij in het rapport heeft opgenomen. De accountant heeft niet zelfstandig de aard en omvang bepaald van de werkzaamheden die hij moest uitvoeren, maar zich laten leiden door de visie die de opdrachtgever daarover had.
Het college is het ook met de andere kritiek op het rapport eens. De accountant schrijft in het rapport dat het een weergave vormt van de feitelijke bevindingen en dat het geen conclusies of kwalificaties over het algehele handelen of nalaten van de werknemer bevat. Maar het college ziet wel degelijk conclusies en kwalificaties, waarvoor tot overmaat van ramp een deugdelijke grondslag ontbreekt.
De accountant heeft een deel van zijn bevindingen weergegeven in analysetabellen onder trefwoorden die conclusies en kwalificaties bevatten. Daarmee wekt hij onder meer de suggestie dat de werknemer toezeggingen heeft gedaan over functioneel leeftijdsontslag aan personen van wie niet vaststaat dat zij daarop recht hadden. Ook suggereert de accountant in de tabellen dat de werknemer onterecht vergoedingen heeft verstrekt voor overwerk en dat de werknemer betrokken zou zijn geweest bij onbevoegd verstrekte opdrachten.
Al met al vindt het college dat de accountant zich onvoldoende objectief heeft opgesteld door zich bij zijn onderzoek te beperken tot onregelmatigheden die de opdrachtgever veronderstelde. De accountant heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de precieze betrokkenheid van de werknemer bij de vermeende onregelmatigheden. In de analysetabellen wekt hij daarentegen wel de indruk dat de werknemer onregelmatigheden heeft begaan of daarvoor verantwoordelijk was.
De accountant wist dat zijn onderzoek verstrekkende gevolgen zou kunnen hebben voor de positie van de werknemer. Daarom moest zijn rapport voldoen aan hoge eisen van zorgvuldigheid, maar dat doet het niet. De accountant schrijft onder meer dat "derden zichzelf een oordeel moeten vormen betreffende de werkzaamheden en bevindingen die in het rapport zijn weergegeven en daaruit hun eigen conclusies moeten trekken". Met die formulering heeft de accountant het risico genomen dat de opdrachtgever het rapport zou gebruiken om de werknemer te ontslaan.
Het verweer van de accountant dat het rapport de werknemer juist vrijpleit, verwerpt het college. "De eenduidige constatering" dat de werknemer "de vermeende onregelmatigheden niet heeft begaan, ontbreekt nu juist in het rapport". Bovendien is gebleken dat de opdrachtgever de werknemer op basis van het rapport schuldig heeft bevonden aan het onbevoegd volstorten van de levensloop van twee medewerkers en het onbevoegd verstrekken van opdrachten aan drie bedrijven. De veiligheidsregio heeft de werknemer daarom begin 2009 disciplinair ontslagen. Dat de voorzieningenrechter dit ontslag tweeënhalve maand later heeft teruggedraaid, doet daar niets aan af. De accountant heeft met zijn handelwijze in strijd gehandeld met het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Maatregel
Berisping.
Annotatie Jan Achten
Een rol speelt de Gedragsrichtlijn persoonlijke onderzoeken. Het CBb oordeelt dat schending alleen een tuchtrechtelijk verwijt kan opleveren als daarmee ook de VGC is geschonden. Logisch, want de beroepsorganisatie heeft verordenende bevoegdheid en daar valt de gedragsrichtlijn buiten. De term 'richtlijn' (Engels: directive, zie ook benaming EG-richtlijnen) is daarbij misleidend. Beter zou de term 'richtsnoer' (Engels: guidance) gebruikt kunnen worden.
Het CBb oordeelt strenger dan de AK: rapport anders dan de opdracht, geen rapport feitelijke bevinden maar conclusies en kwalificaties op ondeugdelijke grondslag. Dan zie je de berisping aankomen.