Tuchtrecht

Retentierecht en faillissementsaanvraag oké

Een registeraccountant heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het faillissement van een niet-betalende cliënt aan te vragen en bewerkte stukken over diens onderneming achter te houden.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/651
Datum uitspraak:
05 maart 2013
Oordeel:
beroep verworpen, klacht ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2013:BZ8376

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant verricht sinds 2005 boekhoudkundige en fiscale werkzaamheden voor een vennootschap onder firma die een hotel-restaurant annex partycentrum exploiteert. Ook stelt hij de jaarrekeningen samen.

De vennoten zijn slecht van betalen en beëindigen in 2008 uit onvrede de relatie met de accountant. Niet lang daarna veroordeelt de rechtbank Maastricht de vennoten ertoe 12.266,52 euro exclusief rente en kosten te betalen aan de accountant.

De firmanten betalen ook dit bedrag niet. De accountant vraagt in januari 2009 het faillissement van de firma en haar vennoten aan. Onder druk van de aanvraag worden de accountant en de vennoten het in april eens over een finale betalingsregeling.

Vervolgens dient één van de vennoten een klacht in. Zo heeft de accountant:

a. zich in het openbaar negatief uitgelaten over de twee (ex-)cliënten;

b. in het openbaar gezegd dat hij dan wel zijn kantoor het faillissement had aangevraagd, voordat de klager dat zelf kon weten;

c. zijn geheimhoudingsplicht geschonden door gegevens te verstrekken aan derden;

d. in de faillissementsaanvraag gegevens uit de (achtergehouden) administratie van de onderneming gebruikt zonder dat de klager dat wist;

e. een onjuiste belastingaangifte gedaan die financieel nadelig was voor de firma;

f. ondanks herhaald verzoek nagelaten een adequate specificatie te verstrekken van de uitgevoerde werkzaamheden;

g. als reactie op het beëindigen van de opdracht een faillissementsverzoek ingediend bij de rechtbank.

De Accountantskamer verklaart de klacht geheel ongegrond en verklaart de klachten waarmee de vennoot pas op de zitting komt niet-ontvankelijk. De vennoot gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft:

  • nieuwe informatie op de zitting ten onrechte aangezien voor nieuwe klachten, niet bijtijds gezegd dat er geen stukken - N.B. met informatie die van de accountant zelf afkomstig is - meer mochten worden ingediend;
  • de klachtonderdelen a tot en met d ten onrechte ongegrond verklaard, terwijl die wel degelijk zijn onderbouwd;
  • klachtonderdeel e ten onrechte ongegrond verklaard nu de accountant de btw-vordering te laag heeft opgenomen op de balans en daardoor een veel te rooskleurig beeld van het bedrijf heeft geschetst;
  • de klachtonderdelen f en g ook ten onrechte ongegrond verklaard.

Oordeel in beroep

Het beroep wordt verworpen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat de Accountantskamer de nadere klachten terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en de nadere stukken terecht buiten beschouwing heeft gelaten. De nadere klachten zijn wel degelijk zelfstandige verwijten, die je niet kunt zien als onderbouwing van de al ingediende klachten. Dat de accountant de later ingediende stukken al kende, doet er niet toe omdat hij niet de gelegenheid heeft gehad om zich voor te bereiden op een adequate reactie.

Ook het college vindt dat de accountant zijn geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden. Die geheimhoudingsplicht geldt namelijk alleen als er een cliëntrelatie bestaat en die bestond vanaf 11 januari 2009 niet meer. Bovendien ziet het college in de verklaring "van horen zeggen" geen overtuigend bewijs dat de accountant zich negatief over de cliënten zouden uitgelaten.

Dat de Belastingdienst later met een andere aanslag is gekomen, wil nog niet zeggen dat de belastingaangifte onjuist was. Het college vindt dat verwijt in ieder geval niet goed onderbouwd. Ook de klacht over de specificaties is terecht afgewezen.

Uit niets blijkt dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door stukken achter te houden totdat de vennoten de rekeningen hadden voldaan en door zo "het hem in beginsel toekomende retentierecht" uit te oefenen.

Tot slot schaart het college zich volledig achter het oordeel van de Accountantskamer over de faillissementsaanvraag.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.