Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een gepensioneerd registeraccountant is als vrijwilliger lid van het Regionale College voor de Behandeling van Beheerstaken van de Protestantse Kerk in Nederland. Met dat college beoordeelt hij de jaarrekeningen van protestantse gemeenten in de regio.

Een lid van een Hervormde Gemeente beweert dat de kerkenraad zich in zijn gemeente schuldig maakt aan fraude, onder meer omdat de inkomsten uit de exploitatie van de begraafplaats niet in de jaarrekening zijn opgenomen. Het regionale college komt na onderzoek tot de conclusie dat er geen sprake is van fraude. Wel raadt het aan bepaalde zaken anders te doen.

Het lid dient tegen die conclusie vergeefs een klacht in bij een interne bezwaarcommissie. Daarna richt hij zijn pijlen op de accountant.

Klacht

De accountant heeft:

• tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door kennis te dragen van en jarenlang betrokken te zijn bij jaarrekeningfraude van de Hervormde Gemeente;
• als adviseur, als controleur en als rapporteur gezegd dat er geen sprake was van fraude;
• meegewerkt aan de totstandkoming van de jaarrekening 2010 van de Hervormde Gemeente die frauduleus is omdat daarin - onder meer- meer dan 1 ton aan inkomsten worden verzwegen.

Oordeel

Een deel van de klacht is te laat ingediend, de rest ongegrond.

De accountant heeft de beweringen over fraude uitvoerig en gemotiveerd betwist, terwijl de klager die beweringen geenszins aannemelijk heeft gemaakt. Er bestaat een verschil van inzicht over de manier waarop de cijfers moeten worden gepresenteerd. Het college heeft daarover aanbevelingen gedaan in 2007. Die zijn weliswaar niet meteen overgenomen in de eerstvolgende jaarrekening, maar dat wil niet zeggen dat er sprake was van fraude. In 2010 heeft de Hervormde Gemeente een geconsolideerde jaarrekening vastgesteld met een aparte jaarrekening voor de begraafplaats. Volgens de Accountantskamer had de accountant als lid van het regionaal college niet meer te hoeven doen dan hij heeft gedaan.

Omdat de klacht (voor zover ontvankelijk) geheel ongegrond is, hoeft de Accountantskamer niet in te gaan op de vraag of en in hoeverre hij als wereldlijke rechter een oordeel kan vellen over het naleven van interne kerkelijke financiële regels voor leden en/of organen van de kerk.

Maatregel

Geen.