Tuchtrecht

Onduidelijk over prognose

Twee registeraccountants zijn in een prognose ten behoeve van een gerechtelijke procedure niet duidelijk genoeg geweest over de beperkte mate van zekerheid die zij konden geven. Daarmee hebben zij onvoldoende oog gehad voor het algemeen belang bij helderheid over de aard en reikwijdte van de uitgevoerde accountantswerkzaamheden.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/602 Wtra AK en 12/603 Wtra AK
Datum uitspraak:
08 maart 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
vernietigd, CBb 22 oktober 2014, AWB 13/276
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0355, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee registeraccountants zijn verbonden aaneenaccountantskantoor dat gespecialiseerd is in de controle en advisering van organisaties in de non-profitsector en in het bijzonder van fondsenwervende instellingen en organisaties.Het kantoor werkt voor een fondsenwervende stichting, die hoofdzakelijk wordt gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en voor de rest door de Nationale Postcode Loterij. De stichting is aangesloten bij een alliantie van organisaties die gezamenlijk subsidieaanvragen doen.

Het ministerie nodigt deze alliantie in maart 2010 uit voor de tweede fase van een subsidieaanvraag. Voor één van de twee registeraccountants is dat aanleiding om alle 74 organisaties die bij een alliantie zijn aangesloten uit te nodigen voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheid de accountantscontrole binnen het subsidiestelsel zo efficiënt mogelijk te organiseren.

De fondsenwervende stichting en een andere stichting besluiten in 2010 een personele unie te vormen en op termijn volledig te fuseren. Onderdelen van een derde stichting zullen bij de fusie worden betrokken. De drie stichtingen laten ieder een financiële quickscan uitvoeren door de huisaccountant van één van de andere stichtingen. Eén van de twee registeraccountants vat de gezamenlijke bevindingen samen in een rapport.

Bij de fondsenwervende stichting is een controller betrokken bij de dagelijkse boekhouding, de opstelling van de jaarrekening en de subsidieaanvraag. Op 20 mei 2010 wijst hij erop dat het balanstotaal van zijn werkgever onjuist is weergegeven in bovengenoemd rapport. Het accountantskantoor krijgt de opdracht nader onderzoek in te stellen en komt met nieuwe feiten over de besteding van toegekende subsidiebedragen in relatie tot de verplichtingen.

Daarna laat de stichting de accountant een prognose opstellen van het exploitatieresultaat over 2010. De accountant, die samen met een collega de controlerend accountant is geworden van de stichting, voert daarvoor een balansonderzoek uit. De accountants komen tot de voorlopige conclusie dat de projectverplichtingen in de beginbalans over 2010 niet correct zijn weergegeven en daardoor niet juist zijn verwerkt in de jaarrekening over 2009. Het eigen vermogen was ultimo 2009 niet 5 ton, maar 3 ton negatief, waardoor over 2010 een negatief exploitatieresultaat van 7 ton dreigt. Om de achterstanden in de administratie weg te werken komt een junior assistente van het accountantskantoor acht dagen bij de stichting werken.

Op basis van het balansonderzoek vraagt de stichting om aanvullende financiering. Ondertussen wordt gewerkt aan een personeelsreductie, waarbij de controller moet vertrekken. De stichting krijgt in totaal 1,45 miljoen extra subsidie. In verband met de lopende subsidieaanvraag vraagt het ministerie om een financiële prognose. In deze prognose becijferen de accountants een positief resultaat van 2,3 ton en een eigen vermogen van 1,2 ton. De accountants verwijzen in het begeleidende rapport naar Controlestandaard 3400 en geven aan dat zij daarbij rekening hebben gehouden met de reorganisatiekosten en de extra bijdrage van de Nationale Postcode Loterij en het ministerie.

De controller en de stichting kunnen het niet eens worden over een afvloeiingsregeling, zodat de kantonrechter zich buigt over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De stichting overlegt daarbij een brief waarin de accountants de financiële situatie van de stichting schetsen en waarin een geactualiseerde prognose is opgenomen. Volgens deze prognose zal de stichting dat jaar een verlies lijden van bijna 2 ton, terwijl het eigen vermogen 40 mille zal bedragen. Door een ontslagvergoeding van 35 mille zou het eigen vermogen vrijwel geheel wegsmelten. In deze brief geven de accountants aan dat zij over 2010 geen accountantscontrole hebben toegepast. Tijdens de behandeling van de zaak geeft één van registeraccountants een toelichting.

Bij de controle van de jaarrekening over 2010 blijkt dat het eigen vermogen ultimo 2010 uitkomt op 3,2 ton en het exploitatieresultaat op 84 mille.

De ontslagen controller dient tegen beide accountants een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountants hebben:

a. in het samenvattende rapport:

  1. niet vermeld dat het rapport van het accountantskantoor inzake de fusiepartner een conceptrapport betrof;
  2. een onjuist balanstotaal per ultimo 2009 opgenomen en een onjuist percentage ten aanzien van de verhouding tussen de continuïteitsreserve en het balanstotaal van de stichting terwijl deze onjuistheden invloed hebben gehad op het oordeel van de directie van de stichting over haar verhouding met het accountantskantoor;

b. een wervende brief aan een partnerorganisatie van de stichting opgesteld en daarbij de kennis gebruikt die zij hebben opgedaan bij de stichting;

c. de schijn van belangenverstrengeling gewekt door een medewerkster van het kantoor gedurende een langere periode werkzaamheden te laten verrichten in de financiële boekhouding van de stichting terwijl de accountants de opdracht hadden om de jaarrekening van de stichting over het boekjaar 2010 te controleren;

d. diverse tegenstrijdige en ondeugdelijke overzichten opgesteld over de financiële situatie van de stichting, daaraan onjuiste conclusies verbonden en verzuimd te voorkomen dat deze conclusies buiten een beperkte kring zijn verspreid, hetgeen onder meer heeft geleid tot een onterechte publicatie in de Volkskrant;

e. op 29 december 2010 een brief verstuurd met valse informatie en ook op de zitting bij de kantonrechter nagelaten melding te maken van de prognose van 13 december 2010 waaraan een onderzoek met toepassing van COS 3400 ten grondslag ligt, evenmin gemeld dat het ministerie had ingestemd met een gewijzigde tariefstructuur en met het doorschuiven van projectgelden, waardoor een bedrag van ruim 900.000 euro vrijviel, terwijl zij ten tijde van die zitting wisten dat het resultaat en de vermogenspositie van de stichting beter zouden uitvallen dan het resultaat en het eigen vermogen volgens de prognose van 3 december 2010.   

Oordeel

De klacht is grotendeels ongegrond.

Ad a

De controller heeft erkend dat de besturen wisten dat het rapport niet definitief was. De Accountantskamer vindt wel dat het voor de hand had gelegen om hiervan melding te maken in het samenvattend rapport.

Ad b

De wervende brief is ondertekend door één van de registeraccountants, de andere heeft daar geen enkele bemoeienis mee gehad. De accountant heeft hiervoor informatie gebruikt uit een overzicht dat een andere alliantiepartner heeft opgesteld en dus niet afkomstig is van de stichting. Bovendien verrichtten de accountants nog geen werkzaamheden voor de stichting toen de brief werd verstuurd.

Ad c

De accountants hebben een concept van de opdrachtbevestigingen voor het controleren van de jaarrekening 2010 gestuurd op dezelfde dag waarop één van hen de afspraak bevestigt om de junior assistente aan het werk te zetten. Dit bewijst niet dat er sprake is van belangenverstrengeling.

Ad d

De controller heeft niet aangetoond dat de accountants betrokken zijn geweest bij de publicatie in de Volkskrant.

Ad e

De VGC eist dat de accountant die het bijzondere belang van zijn cliënt vertegenwoordigt ook het algemeen belang moet dienen. Aangezien het maatschappelijk verkeer in hoge mate geneigd is te vertrouwen op de juistheid van mededelingen van een accountant over zijn cliënt/opdrachtgever, moet zeker een controlerend accountant ervoor zorgen dat zijn rapportage de objectieve waarheidsvinding niet belemmert doordat zijn rapport te eenzijdig is toegespitst op het belang/standpunt van zijn cliënt/opdrachtgever.

Omdat de accountants wisten dat de brief van 29 december 2010 zou worden ingebracht in de ontbindingsprocedure en dus een rol zou (kunnen) spelen bij de beslissing van de kantonrechter, hadden zij expliciet moeten aangeven dat de prognose was gebaseerd op de veronderstellingen van de stichting, waarvan zij de redelijkheid niet nader hebben onderzocht.

De opmerking dat ze geen accountantscontrole hebben uitgevoerd, maakt onvoldoende duidelijk welke mate van zekerheid wordt geboden over de juistheid en volledigheid van de prognose. Die onduidelijkheid wordt in de hand gewerkt doordat die opmerking pas aan het einde van de brief volgt. De brief is er ook niet duidelijker op geworden door aan het begin te reppen van correcties op de balans over 2009 en daarbij expliciet te vermelden dat de voormalige accountant geen informatie heeft overgelegd waaruit blijkt dat de conclusies van de twee accountants onjuist zijn.

De accountants hebben hierdoor ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld, maar er zijn geen aanwijzingen dat zij niet-integer hebben gehandeld.

Maatregel

Omdat de accountants onvoldoende oog hebben gehad voor hun verantwoordelijkheid om te handelen in het algemeen belang en dus de verplichting om helderheid te verschaffen over de reikwijdte van hun werkzaamheden, maar niet eerder tuchtrechtelijk zijn veroordeeld, vindt de Accountantskamer een waarschuwing passend en geboden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.