Tuchtrecht

Geheimhouding ook verplicht tegenover kantoorgenoot

Inloggen in de financiële administratie van een cliënt en daar bewijsmateriaal verzamelen 'ter bescherming van haar eigen kantoor' is in strijd met de geheimhoudingsplicht. Ook als de vertrouwelijke informatie wordt doorgegeven aan een kantoorgenoot.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/523
Datum uitspraak:
15 februari 2013
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2013:BZ7869

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountantskantoor met drie AA's en een fiscaal jurist besluit op 19 juli 2009 dat één AA het kantoor zal verlaten. De automatisering van het kantoor wordt verzorgd door één van de bedrijven van een klant. Eén van de blijvende AA's zal de jaarrekening 2008 van deze klant nog samenstellen. Daarna neemt de vertrekkende AA deze klant mee.

Om de jaarrekening te kunnen samenstellen heeft de samenstelster toegang tot het netwerk van de automatiseerder. Op het moment dat de vertrekkende AA met één van de andere eigenaren van het accountantskantoor spreekt over de verdere afwikkeling van de afsplitsing logt de samenstelster in op het netwerk van de automatiseerder.

De samenstelster treft daar onder meer een factuur aan van de automatiseerder aan de vertrekkende AA. Zij krijgt argwaan omdat de factuur is gedateerd op 19 juli 2009, de dag waarop het besluit over de afsplitsing werd genomen. Zij vermoedt dat de vertrekkende accountant bestanden heeft gekopieerd van het kantoor. De samenstelster maakt een print van de factuur en legt deze voor aan een kantoorgenoot. Als dit later bekend wordt, dient de automatiseerder een klacht in tegen de samenstelster.

De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. De accountant gaat daartegen in beroep.

Beroepsgronden

De geheimhoudingsplicht is niet geschonden, want de factuur is doorgegeven aan een kantoorgenoot en dus niet aan een derde. Bovendien is er geen sprake van bevoordeling en is de Verordening Gedragscode daarom niet overtreden.

Oordeel in beroep

Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat de samenstellend accountant de vertrouwelijkheid had moeten waarborgen van de administratie of boekhouding waartoe zij toegang had. De samenstelster heeft geen toestemming van de opdrachtgever gekregen om het systeem te doorzoeken. Zij had slechts toegang om de jaarrekening 2008 samen te kunnen stellen. De accountant heeft daarom misbruik gemaakt van het in haar gestelde vertrouwen en de Accountantskamer heeft de klacht van de automatiseerder daarom terecht gegrond verklaard wegens inbreuk op het geheimhoudingsbeginsel.

De bewering dat de accountant zichzelf of een ander niet heeft bevoordeeld maar heeft gehandeld ter bescherming van haar kantoor, wuift het college weg. Zij heeft de factuur geprint om daarmee een standpunt te kunnen onderbouwen in een civielrechtelijk geschil tussen haar kantoor en de vertrekkende vennoot. Volgens genoemd VGC-artikel is de accountant verplicht om te beoordelen of er aanleiding is om de geheimhoudingsplicht ook binnen de accountantspraktijk in acht te nemen. In dit geval zou daarvoor zeker aanleiding hebben bestaan. De Accountantskamer heeft dus op goede gronden geoordeeld dat zij de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

Het college overweegt verder nog dat het accent bij de geheimhoudingsplicht ligt op het gebruik van vertrouwelijke informatie. Bovendien vindt het college het misbruik van de inlogbevoegdheid ook in strijd met de beginselen van integriteit en professioneel gedrag.

Maatregel

Het college ziet, anders dan de accountant, geen aanleiding om de berisping af te zwakken tot een waarschuwing. Zij heeft niet laten blijken dat zij inziet dat zij het vertrouwelijke karakter van de informatie had moeten respecteren en die informatie niet voor een ander doel had mogen gebruiken dan waarvoor deze beschikbaar is gesteld.

Annotatie Hans Blokdijk

De tuchtrechtspraak laat zien dat de scheiding van accountantspraktijken niet altijd zonder wrijving verloopt en soms leidt tot ongepast gedrag. In dit geval blijkt dit gedrag in strijd met verschillende elementen van de fundamentele beginselen geheimhouding, integriteit en professioneel gedrag. In de rechtsoverwegingen 3.3.2 en 3.3.3 van de uitspraak somt het college die afzonderlijke elementen op. Onwillekeurig dwalen de gedachten af naar hoe dit vóór de invoering van de VGC zou zijn geweest: toen zou laakbaar gedrag kort en goed in strijd met de ‘eer van de stand' zijn verklaard. Dat begrip is dus door de VGC ‘in factoren ontbonden'. Dat maakt het in de praktijk welhaast onvermijdelijk om checklists bij potentiële bedreigingen van de onafhankelijkheid te gebruiken. De tijden zijn veranderd, ook in de tuchtrechtspraak.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.